17 raadsvergadering van 17 Aug. 1866 tusschen den heer van den Bosch en mij is gevoerd, en waarin ik dat beweren heb getracht te wederleggen. Maar ook na dien tijd is de klagt, dat het lager onderwijs ten onregte meer aan de gemeente kost dan het schoolgeld, dat daarvoor wordt opgebragt, vaak genoeg besproken en weerlegd. De schoolwet legt de verpligting op om te zorgen, voor voldoend lager onderwijs, en zegt, dat er een schoolgeld mag geheven worden. Daaraan is in deze gemeente voldaan. Hoe kan men dan beweren, dat het bijzonder onderwijs wordt onderdrukt? Men heft hier gemiddeld 0,60 's maands van ieder kind, is dit niet genoeg? Dan verzoek ik den spreker de waarde te bepalen van het ouderwijs dat de ge meente verstrekt. Er zijn 6000 ingezetenen van Goes, waaronder p, m. 1000 kinderen en als nu 0.60 van ieder kind geheven wordt dan bedraagt dit 's jaars meer, dan de kosten bedragen. Nu kan de regel toch niet opgaan, dat ik van de 100 kinderen van 50 de volle toelage vordere en de overige vrij late. Neemt daarbij het schoolver zuim, dat hier al vrij sterk is, dan moet men het toch de grootste onbillijkheid noemen, als men hen, die van de school gebruik maken, alleen al de kosten liet betalen. Ik geloof daarmede de aangevoerde gronden van den eersten spreker voldoende weer legd en bewezen te hebben, dat de begrooting niet kan ver anderd worden. De rede van den laatsten spreker had hoofdzakelijk een aanval, gerigt tegen den staat, ten onderwerp. Wij kennen, M. d. V. 1 uwe toegevendheid, in het woordvoeren door elk van de leden. Maar door te zwijgen wil ik niet geacht worden, dat ik die gevoelens deel en wil alleen aanvoeren, dat dergelijke redeneringen, niet in eene vergadering van den gemeenteraad passen. De beide sprekers hebben zich op anderen beroepen. Als men om onze gevoelens te bestrijden, namen noemt als Pierson, de Man, Westerhoff, Thorbecke, dan geeft dit oogenschijnlijk veel gewigt. Doch wat heb ik met namen noodig, waar men alleen ons eigen gevoelen vraagt? Bovendien, wat helpt al dat rede neren, als men niet verder gaat dan tot beschouwingen, die reeds lang in de vergaderingen van dezen raad gehoord en ontzenuwd zijn Als er een voorstel komt, om de uitgaven te bezuinigen, zon der dat de zaak er schade door lijdt, dan zal ik dit gaarne en met alle kracht ondersteunen. Ook ik betreur het, dat 1000 verhooging van den hoofdelijken omslag aangevraagd wordt. Aan het slot van haar rapport heeft de finaniieele commissie

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 9