ao de stad wandelen, worden wij overal getroffen door de walge lijkste stanken, om ons te waarschuwen en tot nadenken te bren gen, dat zoovele schadelijke brandpunten voortduren en aanhou dend zamenwerken, zoodat wij met de meeste zekerheid voorspel len kunnen, dat deze plaats vroeger of later door de allerkwaad- aardigste ziekten zal bezocht worden, die vele slagtoffers eischen zullen. Ik acht mij verpligt daarvoor te waarschuwen en bijtijds bedacht te zijn, om ten minste eenig hospitaal in gereedheid te hebben. De hier voortdurende achteruitstelling der stoffelijke belangen, welke onze welvaart en gezondheid bedreigt, komt mij zeer be denkelijk voor en daarom durf ik hopen, dat men spoedig tot de overtuiging komen zal, dat er behalve het onderwijs, minstens even belangrijke zaken zijn, welke voorziening en meerdere beharti ging verdienen. Het beil dezer gemeente kan niet alleen bereikt worden door een veel omvattend onderwijs, 't welk op den duur niet bloeijen kan, als de welvaart niet belangrijk ontwikkeld wordt, omdat het als een gevolg daarvan, op den duur niet onderhouden kan worden, als de daarvoor noodige hulpbronnen wegkwijnen. Men is hier, ik aarzel niet om mijne volle overtuiging uit te spre ken, te ver gegaan met, de daavstelling en uitgaven voor de hoogere burgerschool. De ingenomenheid is ten nadeele van vele andere nuttige zaken en gaat zelfs zoo ver, dat som mige uitgaven voor de hoogere burgerschool onverantwoor delijk zijn. B. v. een hoofdonderwijzer voor het lager onderwijs, die na een moeijelijk afgelegd vergelijkend examen aangesteld, zich verdienstelijk maakt, ontvangt eene karige belooning van 1000 's jaars. Daarentegen worden er leeraars der hoogere bur gerschool, die geen betere of in het geheel geen titels hebben, kwis tig beioond. De heer Leopold, die geen meerdere bevoegdheid heeft dan een hoofdonderwijzer van het lager onderwijs, ontvangt daarentegen 1600,als leeraar. Aangesteld om Duitseh en Engelsch te onderwijzen, is hij met het laatste in gebreke geble ven. Bovendien geniet hij als directeur 200,plus vrije wo ning, dat minstens gelijk staat met 300,Dit is eene on evenredige bezoldiging voor iemand die niet aan zijne verplig- ting voldoen kan als leeraar en als directeur blijken heeft ge geven, dat hij geene gezonde begrippen heeft van paedagogie. Een ander leeraar zonder akte van bevoegdheid onderwijst het En gelsch en de Aardrijkskunde, waarvoor hij bij het examen voor leden jaar is afgewezen. Niettegenstaande dat, is zijne bezoldi-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 12