„gen te voldoen, het meer verheven onderwijs hunner kinderen „zullen helpen bekostigen." Het regtmatige van dat verlangen van den heer Westerhoff werd niet weersproken, en toch wordt bij deze begrooting voorgesteld, niet om de kosten, vooral van het middelbaar onderwijs, hoofdzakelijk ik zeg niet eens, uitsluitend te laten dragen door hen, die er gebruik van maken, maar integendeel door anderenniet alleen door hen, wien, zooals de heer Westerhoff het uitdrukt „het soms „zwaar valt om hunnen aanslag in de gemeente-belastingen te „voldoen," maar ook door hen, die in dat middelbaar onderwijs eene strekking zien, die zij heilloos achten. Want het valt, naar mijne bescheidene meening, niet te ontkennen, dat de oorzaak der in de laatste jaren zoo verhoogde belastingen, hoofdzakelijk te vinden is, in de verhooging der kosten van het openbaar onder wijs. Beide verhoogingen dagteekenen van denzelfden tijd. Waren de meerdere kosten van het onderwijs niet noodzakelijk geweest, ook de meerdere belastingen hadden kunnen achterwege blijven Om deze redenen moet ik dus betwijfelen, of de voorgestelde begrooting wel is in overeenstemming met de strekking van de wet op het lager onderwijs. Evenzeer betwijfel ik dit ten opzigte van de gemeentewet. Zooals ik zooeven de vrijheid nam aan te toonen, moet het aan de meerdere kosten van het openbaar onderwijs worden toegeschreven dat de belastingen in deze gemeente, en vooral de hoofdelijke omslag zoozeer gerezen zijn. Deze laatste toch bedroeg voor 1867 20,000terwijl er nu reeds wordt voor gesteld die te verhoogen tot 28,000 Wanneer men nu de beraadslagingen nagaat, over deze belasting in de tweede kamer gevoerd, dan zal het een ieder in het oog vallen, hoe de hoofdelijke omslag toen, als 't ware als een ultimum refugium beschouwd werd, als iets, waartoe men niet dan in den uitersten nood zijn toevlugt zou nemen. Vooral blijkt dit, wanneer men opmerkt, hoe mr. Thorheske, de ontwerper en verdediger der wét, zich herhaaldelijk over den willekeur uitliet, die zooals hij zich uitdrukte „altoos aan hoofdelijke omslagen, „hoe ook berekend, verbonden zal zijn," of wanneer hij daaraan toevoegde: „Daarentegen meen ik, dat het allezins goed is, dat „men op de grondslagen van dc grondbelasting en van het „personeel het eerste deel zal moeten heffen van hetgeen men „behoeft, eer men tot willekeurige hoofdelijken omslag zijn „toevlugt zal mogen* nemen." Niet alleen echter, dat mr. Thorbecke herhaaldelijk wees op*

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 13