!69. Vrijdag 8 October, BINNENLANDSCHE BERIGTEN. Kitste De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal ƒ1,75, fr. p.p. 1.90 Afzonderlijke nommers 5 c.met bijblad 10 c. Gewone advertentiën worden a 15 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 10 regels h 1,- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 40 c. De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags. Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomen, moeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn. DE GEMEENTE-BEGROOTING. De tijd nadert weder waarop, in onzen gemeente raad, de beraadslagingen zullen aanvangen over de gemeente-begrooting. Zij is bereids door burg. en weth. ingediend en de gelegenheid is ons gegeven, om allen met haren inhoud bekend te worden. De ervaring heeft geleerd, dat het wel noodig is, in de eerste plaats, tot belangstelling in deze gewigtige gemeente-aangelegenheid op te wekken. Er wordt veel over gesproken, men beoordeelt met of zonder kennis van zaken, eenige posten, en heeft zijne aanmerkingen op het eindcijfer van inkomsten en uitgaven, maar slechts weini gen geven zich de moeite, om het geheel naauw- keurig nategaan en de toelichting der bijzondere onderdeelen te overwegen. En onder hen, die oordeelen, hoe velen, die ge heel partijdig reeds voor nader onderzoek hun oor deel bepalen of zich gemakkelijk leenen om het koor der klagers en'bedillers te versterken. Het Avare te rvenschendat elk burger zich de moeite gaf, om van naderbij met de finantieele huishouding bekend te worden. Zoo iets, dan zeker is dit een algemeen belang. Er is een last, die door allen moet gedragen worden en wij mogen dien niet opnemen, zonder de kennis der behoef ten, waardoor hij Avordt opgelegd. Ook de in komsten der gemeente zijn het algemeen eigendom en het is niet alleen pligt nategaanof zij toe- dan Avel afnemen, maar ieder heeft zich aftevragen, - wat hij tot vermeerdering van dezen kan toebren gen; ieder moet Avelen in Avelke verhouding zij tot de uitgaven staan. Het is niet billijk het oog alleen te vestigen opeen of ander onderdeel', bui ten verband met het geheel en, zoo als velen doen, het geheel goed of aftekeuren al naarmate men door dat eene zich bevredigend of teleurgesteld vind. Het zal ook nu weder niet ontbreken aan aller lei aanmerkingen over de handelwijze van het be stuur in verband met de bijzondere posten der begrooting. Niets is natuurlijker, maar ook niets onredelijker, dan dat men zich daarbij besturen laat door vooroordeelen, oppervlakkige indrukken, een zijdige leidslieden en Avat niet al meer. Daarom als Avij de aandacht der gemeentenaren voor de begrooting inroepen, meenen wij er bij te moeten voegen, dat, rvie waarlijk prijs stelt op een rigtigen gang van zaken en naar zijn ver mogen Avil medewerken, om dezen te bevorderen, een anderen Aveg moet inslaandan meestal wordt gevolgd, en, of een zelfstandig oordeel moet veil en of zich van oordeelen moet onthouden. Wij bespreken de zaak, voor ditmaal, in het algemeen en achten een paar opmerkingen noodig alvorens de bijzonderheden in ovenveging te nemen. Het is niet ongeAvoondat men klaagt over het toenemen van het eindcijfer der uitgaven. Er zijn er, die steeds beginnen met te zeggende uitgaven zijn sedert dit of dat tijdstip Aveder met zoovele duizenden vermeerderd en zij gaan de krachten der gemeente te boven. Dat is eene groote onbillijkheid. Immers hoevele redenen zijn er te geven voor die vermeerdering van uitgaven, die als zoovele verblijdende verschijnselen dankbaar moeten Avor- den vermeld. Reeds de uitbreiding der gemeente maakt eene vermeerdering van uitgaven noodzakelijk, Avaarbij men geregeld voorbijziet, dat diezelfde uitbreiding ook hare voordeelcn aanbrengt. Voegen Avij er bij, dat menige uitgave, vroeger niet gevorderd, het gevolg is van inrigtingen, die in het belang der stoffelijke of zedelijke belangen Averden in het leven geroepen. Twee vragen beheersehen het oordcel over eene gemeente-begrooling. Zijn de voorgestelde uitgaven nuttig, en staan zij in arerhouding tot'het finan- lieel yermogen der gemeente? Omtrent de eerste vraag kan het oordeel afhan gen van subjectieve meeningen. Maar zal men zich daarnaar kunnen rigten? Ook omtrent het algemeen belang gelden regelen, die Avel eens door sommigen bestreden worden, maar waarvan eene gezonde staathuishoudkunde daarom niet afwijkt. Maatregelen bijv. in liet belang der gezondheid vinden altijd en overal bestrijders, maar geen ge meentebestuur mag zich daardoor laten terughouden, om ze in toepassing te brengen. Wij meenen dan ook, met het oog op onze gemeente begrooting gerust te kunnen zeggen, dat, Avie er zich ergere over enkele uitgaven, aan onze gemeente geene lasten worden opgelegd, die niet door wezenlijke, ja zelfs dringende behoeften geboden zijn. Dwaasheid is het te meenen, dat Aveglating van sommige uitgaven, het eindcijfer zooveel vermin deren zou. Als er zooveel niet voor het onderwijs uitgetrokken werd, zoo redeneert men, zouden wij minder moeten betalen. Maar vergeet men dan hoevele zaken, volgens anderen, daarvoor in de plaats zouden komen en misschien nog meer eischen. Denken wij slechts aan een en ander, door het raadslid van Ren- teeghem ten vorigen jare, als noodig en wensche- lijk, aangegeven. En de billijkheid vordert te er kennen, dat er, buiten het door hem genoemde, nog veel meer wenschelijk zoude zijn. Indien er dus al op eenen of anderen post, zooals die nu voor komt, bezuinigd Averd, dan zou men aan de uit voering van wat anders moeten gaan denken en het eindcijfer zou dus niet verminderen. Is dat waarlijk noodig? Verkeert onze gemeente in zulk eenen toesland, dat men tot eiken prijs naar vermindering van het eindcijfer moet zoeken? Is er achteruitgang bij de burgerij, zoodat zij zich eene bezuiniging ten koste van ernstige belangen, moet laten welgevallen? Wij durven dat betAvijfelen, en zonder te be- weeren, dat er een algemeenen en onbelemmerden voorspoed Avaar te nemen is, zou' het al zeer ondankbaar zijn, als Avij een klaagtoon aanhieven, die daarenboven door menig onloochenbaar feit zou worden Aveersproken. Het is ook bekend, dat zij, die meest over de verhooging der uitgaven klagen, daarbij steeds het oog hebben op den hoofdelijken omslag en de menigte Avijs maken, dat a'ermindering van de eersten, verlaging van de laatste tengevolge heb ben zou. Maar hadden wij regt toen wij stelden, dat er misschien verandering, maar geene vermindering in de uitgaven mogelijk is, dan is er ook iveinig kans op verlaging der directe belasting, en het zal Avel niet noodig zijn, nog eens Aveder te betoo- gen, dat deze belasting boven eene vwoegere Avijze van heffing te verkiezen is. De hoofdelijken omslag is de steen des aanstoots, Avaarvan sommigen zich gretig bedienen, om onte vredenheid tegen de regeering te wekken of te on derhouden, maar men verzAvijgt steeds, dat de groote meerderheid vroeger meer betaalde dan thans, en de meer redelijke wijze van heffing komt ook aan de vermeerdering van uitgaven te gemoet. Doch waartoe breed uitgeAveid over eene zaak, die door de bevooroordeelden nooit goedgekeurd Avorden zal, en die toch hoe langer zoo meer bleek even zoo redelijk, als doeltreffend te Avezen. Wij wilden alleen Avijzen, op het verschijnsel, dat telken jare zich Aveder voordoet, het veroordeelen der begrooting, om het eene middel van inkomsten. Over de bijzonderheden spreken Avij later en het zal niet moeijelijk vallen aan te toonen, dat de tegenstand, die zich al vast Aveder organiseert, slechts grond heeft in de zucht om het gemeen tebestuur te bemoeijelijken, waar het niet toe geeft aan de eischen van hen, die naar hun zin en in hun belang de zaken zouden Avillen regelen. Daartegen te waarschuAven, is de pligt van ieder, die de gemeente Avaarlijk bevoordeelen wil. Het zou een bewijs van gewenschten vooruitgang zijn, Avanneer men de finanteele kwestie, die thans aan de orde komt, met Avat meer ernst ging ovenve- gen, maar niemand late zich daarbij door eene eenzijdige beschouAvingswijze leiden. En boA'enal bedenke men, dat het niet altijd de beste bestuur ders zijn, die het minst laten betalen, maar dat zij ondersteuning verdienendie de beschikbare krachten aanAvenden, om een krachtig gemeente leven op duurzamen grond te vestigen. GOES, den 7 October 1869. Bij kon. besluit is aan M. van Pelt en C. L. Bos, sloeproeijers bij de in- en uitgaande regten, woon achtig te Kruiniugen ieder voor zich vergun ning verleend tot het aannemen en dragen van de medaille der 2s klasse voor Burgerlijke verdiensten, hun door Z. M. den koning der Belgen toegekend. Met genoegen vernemen wij, dat aan onzen stad genoot, de heer mr. M. J. de Witt Hamer, de onder scheiding is te beurt gevallen, om, van wege de direc tie der Aieuwe Rotterdamschc Courant, als verslaggever op te treden bij de opening van het Suez-kanaal. Blijkens annonce zal de leesbibliotheek van het Goessche departement der Maatschappij tot nut van 't algemeen Aveder geopend worden. Wij achten het gelukkig dat deze inrigting bestaatmaar niet min der, dat zich reeds liet verlangen openbaarde, om daarvan Aveder gebruik te kunnen maken. Ondanks alle pogingen, om voor verstand en hart nuttige lektuur te verdringen, blijft deze instelling van ons departement bloeijen en het is ons aangenaam te kunnen verzekerendat de trouwe lezers weder nieuwen voorraad zullen vinden. Met vrijmoedig heid wekken wij allen, die op geestbeschaving prijs stellen, die door onderhoudende lektuur tot het goede willen worden opgewekt, allen, die de winteravon den nuttig en aangenaam willen doorbrengen, op, om weder ijverig van de bibliotheek gebruik te maken. Voor zooveel noodig sporen wij tot on dersteuning, in alle opzigten, van deze instelling aan, vertrouAvende, dat elk middel om ons volk tot een practisch en tegelijk-regt zedelijk leven op te leiden, algemeene medewerking verdientomdat het algemeen belang daardoor wordt bevorderd. In den avond van den 1 dezer, omstreeks half negen ure, werd te Neuzen een prachtig luchtver schijnsel waargenomen. Een heldergroen lichtende vuurbol, oogenschijiilijk zoo groot als de maan, doch eenigzins hoekig van vorm, bewoog zich snel- lijk in Zuidoostelijke rigting, laag aan den gezigt- einder. Door een breede zwarte wolk, waarachter het verdAveen, om nog slechts voor een oogenblik weder te voorschijn te komen, Avas naainvkeuriger bescliouAvig onmogelijk. Ook in verschillende an dere plaatsen van ons land is dat natuurverschijn sel opgemerkt. Door de kiesvereeniging Amsterdam" te Am sterdam, is tot candidaat voor het lidmaatschap der Tweede kamer gesteld mr. E. 11. '.s Jacob Door den minister van Marine Avordt ter kennis gebragt, dat in het Sloe even bezuiden Zuid-Craijert, een vaartuig is gezonken, Avaarbij eene wrakton is geplaatst in de diepte van 18 decimeters (palmen)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 1