2 tot aanschaffing van schoolbehoeften, acht de commissie burg. en weth. verantwoord. Zij acht het goed, dat er tijdschriften, betrekking hebbende op het onderwijs, worden aangeschaft, maar meent, dat daaronder toch moeijelijk te rangschikken zijn de "Revue des deux Mondes, de Gids en anderen. 9°. Omtrent de toelage aan den concierge van de hoogere burgerschool was het de commissie ontsnapt, dat de eerste uit gave eene proef betrof, van daar, dat de commissie het besluit van 14 Deo. 1867, en niet dat van 24 Junij 1868 aanhaalde. 10». Eindelijk was de verantwoording van de bijdrage dooi de onderwijzers, voor het pensioenfonds, de commissie niet dui delijk en oordeelde zij, dat het regelmatiger was, indien die bij drage, in ontvangst en uitgaaf, in de begrooting en rekening voorkwam. Ten opzigte van dit laatste repliceert de Voorzitterdat dit moeijelijk kan geschieden. Het is geene comptabele handeling der gemeente. De heer Swart bijv. geniet eene jaarwedde van 1000,en moet daarvan 30,storten voor het pensioen fonds. De mandaten worden per kwartaal geslagen tot een be drag van 245,zijnde zijne jaarwedde na aftrek van f 5, als bijdrage voor het pensioenfonds. Deze bijdrage of aftrek van al de onderwijzers maakt te zamen 110,die nu per half jaar bij den betaalmeester wordt gestort, en waartoe de ontvanger bij bevelschrift wordt gemagtigd. De heer Verhaffen zegt, dat hij als lid der commissie van finan- tien te veel prijs stelt op hetgeen burg. en weth. in hun be langrijk rapport hebben gezegd, dan dat hij er zoo dadelijk op zal antwoorden. Er zijn bovendien denkbeelden in, waarmede hij zich niet zoo geheel kan vereenigen. Hij vraagt daarom of er geen bezwaar beslaat het rapport te stellen in handen der commissie, ten einde daarop later te antwoorden. De Voorzitter zegt, dat daartegen geene bezwaren bestaan, maar wel tegen het uitstel, dat de vaststelling der rekening daardoor zou lijden, daar de tijd voor de inzending aan HH, ged. staten bepaald, reeds verstreken is. De heer Verhagen antwoordt, dat bet niet de bedoeling is, de vaststelling der rekening te verschuiven. 'De Voorziter belooft nu de toezending van het rapport. Nadat de vergadering heeft te kennen gegeven geene bedenkin gen te hebben tegen de ontvangsten en uitgaven, wordt de re kening voorloopig vastgesteld met algemeene stemmen (hebbende burg. en weth. zich van medestemmen onthouden) overeenkomstig het

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 6