1869. M 77.
Dingsdag 28 September. 56ste jaargang.
BEKENDMAKINGEN
van liet Gemeente-bestuur.
B1NNENLANDSCHE BERIGTEN.
GOESSCHE
De uitgave dezer Courant "geschiedt Maandag en Donderdag
avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal ƒ1,75, fr. p. p. 1.90 Afzonderlijke
nommers 5 c.met bijblad 10 c.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 15 c. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels h J 1,
Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende
en contant betaald, 40 c.
De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie uren, des namiddags.
Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomenmoeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn.
Bij dit nummer behoort een bijvoegselhoudende
VERGELIJKENDE STAAT van de uitkomst
der Rekening van 1868 en de Begrooting van 1869,
met de aan den Gemeenteraad te Goes overgelegde
Begrooting voor 1870.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen
ter openbare kennis, dat om de veiligheid voor de school
kinderen en den rigtigen gang van net onderwijs in de
•openbare school der Ie klasse te verzekeren, het zoogenaamd
Schoolstrnntje voor rijtuigen en wagens zal
geopend zijn alleenlijk des middags tusschcn
half een en half twee ure en van des avonds
acht tot des morgens acht ure, terwijl het straatje
■overigens slechts door voetgangers kan gebezigd worden.
Goes, den 25 September 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
DE BURGEMEESTER van GOES,
brengt bij deze ter kennis van een ieder die het aangaat
dat het voljaarskohier van het PERSONEEL no. 3, voor
deze gemeente, over het dienstjaar 18691870, op heden ter
invordering is gesteld in handen van den ontvanger dier
belastingen binnen deze gemeente.
Goes, den 24 September 1869.
De burgemeester voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
Onverwachts is er weder eene vakature in de
tweede kamer ontstaan, daar de heer van Reenen,
sedert elf jaren voorzitter, zijn ontslag ook als
lid der kamer genomen heeft. Met eenig regt ver
wondert men zich, dat genoemd lid der kamer,
reeds voor eenige maanden te kennen gaf, dat
hij den presidialen zetel niet weer zou beklimmen
en eerst nu, nu de werkzaamheden in de ka
mer aanvangen, zich geheel terug trekt en eene
nieuwe keuze noodzakelijk maakt. Het laat zich
denken, dat de heer v. R. zijn besluit van om
standigheden liet afhangen, die voor eenige maan
den nog niet wel konden worden voorzien, maar
moeijelijk kan men zich voorstellen, dat het be
sluit niet zooveel vroeger kon genomen worden,
dat de Amsterdamsche kiezers eenen opvolger had
den kunnèn aanwijzen, voor het onderzoek der
begrootingswetten aanvangt. Gedurende den par
lementairen loopbaan van den heer van Reenen, heeft
men meermalen over hem getwijfeld en misschien
ligt de oplossing zijner laatste min begrijpelijke
handeling in denzelfden karaktertrek, die steeds
bij hem werd opgemerkt weifeling omtrent de
rigting die hij zoude volgen.
De bezwaren, die tegen een tweetal verkiezin
gen voor de tweede kamer waren ingebragt, zijn
niet wigtig genoeg bevonden, om de toelating dei-
bedoelde kadidaten te beletten; zij maken reeds
een deel uit van de kamer.
Toch was het goeddat die bezwaren inge
bragt, onderzocht en met de handelingen dei-
kamer aan het publiek medegedeeld werden.
Wij zien daaruit, dat geestelijke en kerkelij
ke personen, zich ernstig in die verkiezingen ge
mengd en van hun ambtelijk karakter gebruik
gemaakt hebben, om aan zekere partij de zege
praal te verzekeren.
Indien werkelijk eene godsdienstige overtuiging
iemand dringt, om ten aanzien van politieke be
langen zich te doen gelden; indien een godsdienst
leeraar, van welk kerkgenootschap ook, het zijn
pligt acht, tot zijne gemeenteleden te spreken over
hunne regten en pligten als burgers, dan zou het
niet liberaal zijn, hem daarvan een verwijt te
maken.
Als hel de roeping van een leeraar is, om er
vooral op aan te dringen, dat de godsdienst zich
in het leven openbare; dan ligt het niet buiten
zijnen kring, om' adntewrjaien, hoe de godsdienst
ook het leven van den staatsburger besturen moet-
Maar het is geheel iets anders, wanneer hij
zich als politieke leider opwerpt en niet de me
nigte voorlichten, maar Jvan zijn overwigt gebruik
maken wilom tot eene keus te dwingen, waar
mede men niet het algemeenmaar bijzondere
partij belangen in het oog heeft.
Zijn de feiten werkelijk, zoo als in de bezwaar
schriften wordt gezegd, dan had er ook eene on
geoorloofde pressie plaats die allerminst door
hen moest uitgeoefend worden, wier schoonste taak
het is, de menschen te leeren en op te leiden,
dat zij uit vrije keus, alles wat goed en eerlijk
is betrachten.
Zeker kunnen de middelen, aangewend door die
volksleiders, waarop de bezwaarschriften wijzen,
den toets niét doorstaan en het is goed, dat er
openlijk over gesproken wordt, omdat de wijze
van aanwending dikwijls oorzaak is, dat ze slechts
in dien kring gekend wordenwaar men niet
genoeg ontwikkeld is, om er de ware strekking
van te begrijpen.
De mededeeling van het gebeurde in het kies
district Breda, heeft tevens op nieuw aan het licht
gebragt, hoe waar het is, dat de meest onver
zoenlijke tegenstanders, bij de verkiezingen, een
monsterverbond sloten; hoe sommigen uit bij
zondere inzigten handelden, in strijd met eene
overtuiging, die zij voorgeven te bezitten. De ge
schiedenis dier verkiezing bewijst op nieuw dat
twee partijen elkander vleijen, om later juist daar
door nog te feller elkander te bestrijden.
Derede, door den minister van finantien Vrijdag
in de kamer gehouden, bij het indienen der begroo
ting, eindigde met deze veel beteekenende woor
den u Daarom, meen ik, dat wij de toekomst met volle
gerustheid tegemoet kunnen gaan."
Reeds op zich zelf zou deze zinsnede het glans
punt uitmaken van de geheele redevoering, maar
het gewigtige daaromwaarmede zij aan de noo-
dige ophelderingen verbonden is, geeft er dubbele
waarde aande geruststellende verzekering heeft
een weiberedeneerden grond.
Nauwlijks hebben wij dien aangenamen klank
opgevangen, of reeds klinkt van eene andere zijde
ons toe, dat het allemaal fictie is en dat de minis
ter, zoo hij de waarheid had willen spreken, moest
gezegd hebben„wij hebben nietswij krijgen
niets; wij zijn dus reddeloos verloren!"
Wanneer wij dien Jobsbode zijne finantieele op
merkingen met cijfers zien staven, dan begint men
waarlijk te denken, dat het, misschien veiliger zijn
zou, om ons bitter ongerust te maken. Maar het
was vooraf te berekenen dat, wat ook de minister
zeidezijne tegenstanders altijd onvoldaan zoudeu
zijn. Als de heer van Rosse voor de kamer had
kunnen verschijnenmet bergen van gouddan
zou het Dagblad nog gezegd hebben: 'tis een goo
chelaar, als ge er naar grijpt vindt ge niets; en het
zou u, voor een armen sukkel uitgemaakt hebben,
als ge met het goud in de handen aan het bezit
hadt geloofd.
Maar wie heeft er dan toch gelijk? Hoe staat
het met onze finantien?
Zeker is het tijdperk van bloei voorbij zij
het ook niet voor altijd maar de eerlijke en
ronde verklaringen van den minister, die ons bei
den licht en schaduw te zien geven, waarborgen
ons, dat er voor het oogenblik geen te kort is en
dat wij voor de toekomst niet behoeven te vreezen.
De begrooting geeft een lager cijfer van uitgaven
te zien, dan de vorige. 'tBedrag is niet onaan
zienlijk, maar toch op zoovele millioenen maken
vijf tonnen gouds niet zoovele, dat er eene victorie
kreet bij kan opgaan. Er zullen andere en krach
tiger bezuinigingen moeten plaats hebben, om eene
belangrijke vermindering te verkrijgen. De inrig-
ting van onze staatshuishouding is niet als die van
iemanddie het overleggen moeteen kostbare
vorm heeft heel wat tot onderhoud noodig, en dan
een departement van oorlogwaarvan de enkele
naam schrik aanjaagt, dat zoovele millioenen kost...
dat er nog zoovele andere grootelui's uitgaven zijn
doet ons hopendat men de kwaal nog eens in
het hart aantasten en genezen zal.
Maar zoover zijn wij nog niet. Laat ons voor
liet oogenblik tevreden zijn, dat de zaken nog zijn
als ze zijnvooraldat er een blijkbaar streven
is bij deze regeering, om Nederlands schatkist niet
langer van Indie onbepaald te doen afhangen en
dat, zoo er noodzaak tot nieuwe leeningen bestaat,
deze alleen zal voortspruiten uit de kosten voor
groote en buitengewone werken, die direct of in
direct voor de schatkist voordeelen kunnen aan
brengen.
Zeker is het te betreuren, dat de minister geen
uitzigt geven kan op vermindering van lasten en
dat hij met bijzondere zorg de woorden rang
schikken moest, om te dien aanzien voor de naaste
toekomst gerust te stellenmaar nog veel meer
betreuren wij, dat de minister zich buiten de mo
gelijkheid ziet om belangrijke, hervormingen in het
belastingstelsel te brengen. Wij laten daar of eene
zekere vrees voor eene niet populaire belasting,
dan wel een gegrond uitzigt op betere tijden hem
nog weerhoudt, maar de zekerheid, dat wij althans
dit jaar daarvan niets te wachten hebben, achten
wij de donkerste zijde van het tafereel, door den
finantie-minister ons voor oogen gesteld.
Wel spreekt de minister van eenige wijzigin
gen, die zeker nog al ingrijpend kunnen zijn,
maar wat hij daarvan zegt heeft iets onbestemds,
zoodat het veilig is, met oordeelen te wachten,
tot men meer volledig de ministerieele plannen
kennen zal.
Over het algemeen zal ieder onpartijdige moeten
erkennen, dat, alle omstandigheden in aanmerking
genomen, de toestand bevredigender is, dan men
wel gedacht kad en dat het al een bijzonder ge
luk is, als men gerust kan zijn, dat al die akelige
voorspellingen vooreerst niet zullen verwezenlijkt
worden en dat de schatkist, ook in 1870, tot het
voldoen aan alle wettige verpligtingen volkomen
toegerust is.
Dankbaar erkennen wij het goede, zonder daarom
alles even schoon te vinden. Zeker moet het note
anders worden als wij weder van vooruitgang
zullen kunnen spreken, maar even zeker is het,
dat al het geschreeuw, om onrust en tegenstand
te verwekken het middel niet is, om tot beteren
toestand te geraken, en dat zij daarom wel het
best handelen, die aansporen om kalm en ver
trouwend de toekomst tegentegaan enden verderen
gang van zaken, rustig aftewachten.
GOES, den 27 September 1869.
Per telegraaf.) De tweede kamer heeft in hare zitting
van heden het adres van antwoord op de troonrede, onver
anderd. met algemeene stemmen, en zonder veel discussie
aangenomen.
Heden avond om 7 ure gemeenteraads-vergade-
ring, de te behandelen punten deelden wij reeds
per bulletin mede.
Naar wij vernemen, hebben Burgemeester en Wet
houders den dag der verkiezing voor een lid van
den gemeenteraad in plaats van wijlen nar. P.