ging der gebruikelijke eeden, als leden der lit nier toetelaten, Vervolgens heeft de stemming plaats gehad voor het drietal kandidaten, dat den koning, ter verkie zing van eenen voorzitter, wordt aangeboden. De kamer was geheel voltallig. Er werden 73 stem briefjes ingeleverd en bij de eerste stemming ver kreeg de heer Dullert 40 stemmen. De overige stem men waren verdeeld over de heeren de Brauiv, Storm van sGravesandeHeemskerk Bz. en van Reenen. Voor den tweeden kandidaat hadden twee stemmingen plaats, waarvan de einduitslag was, dat dhr. Storm met 44 stemmen als zoodanig werd aangewezen. Ook voor den derden kandidaat werd tweemalen gestemd en verkreeg de heer Guljé ten slotte 40 stemmen. Nadat de commissie benoemd was, om de nomi natie den koning aantebieden is de vergadering gescheiden. CPer telegraaf.) De heer Dullert, door Z. M. den koning tot voorzitter der tweede kamer benoemd, heeft heden die betrekking aanvaard met eene rede, waarin hij o. a. zeide, dat allen, bij verschil van meening en inzigten slechts één doel bëoogenhet waarachtig belang van koning en vader land. Een aantal wetsontwerpen zijn bij de kamer ingeko men, waaronder de begrooting voor O. Indie 1870, eene wet op de suiker-cultuur, de agrarische wet, die op het hooger onderwijs, het onderwijs in de beeldende kunsten, het armbestuur, de wetboeken van burgerlijke regtsvorde- ring en strafvordering. Reeds morgen zal de aanbieding plaats hebben van de staatsbegrooting voor 1870. (Per telegraaf.) De eerste kamer heeft heden het ontwerp adres van antwoord op de troonrede, na verwerping van eenige amendementenonveranderd aangenomen. De kamer is daarna gescheiden. De heer mr. G. C. J. van Reenenafgevaardigde voor Amsterdam, heeft zijn ontslag als lid der tweede kamer ingediend. De verkiezing ter voorziening in deze vacature is bepaald op dingsdag 12 October e. k. en de zoo noodige herstemming op 26 October. De voorzitter der eerste kamer heeft ditmaal een bijzonder lange rede gehouden. Zij draagt wel eenige sporen, dat de heer Philipse oud wordt. Hij schijnt dat zelf te gevoelen, blijkens het breedsprakig ver zoek om de noodige ondersteuning. Er wordt ove rigens niets bijzonders in gezegd, ten ware men als zoodanig mogt aanmerken de mededeeling, dat de leden het onwaardeerbaar genoegen hadden gehad om Z. M. den koning te zien en te hooren spreken. Jl. Dingsdag zijn ter openbare teregtzetting voor burgerlijke zaken van het provinciaal geregtshof in Zeeland door den heer rar. W. G. de Knokke van der Meulen dê eeden afgelegd als president van de arrondissements-regtbank alhier. De tongblaar breidt zich in de Noordelijke pro vinciën onder het rundvee zoodanig uit, dat door onderscheidene gemeentebesturen de noodige voor zorgsmaatregelen genomen worden, wat aangaat het niet toelaten op de veemarkten, zonder gedekt te zijn door voldoende certificaten van gezondheid door de hoofden der plaatselijke besturen afgegeven. Bij gelegenheid der plegtige opening van de staten generaal, zijn Maandagmorgen, zoo te Rotterdam als te Schiedam, aan den hollandschen spoorweg onge veer 1700 plaatskaartjes uitgegeven. Men verneemt, zegt de A. O., dat bij de staats spoorwegen abonnements-kaarten 3de klasse zijn ingevoerd voor personen, die onderwijs wenschen te gaan genieten in eene andere gemeente. De Arnh. Crt. meldt, dat op een adres van Gel- dersche papierfabriekanten door den min. van binnenl. zaken is toegezegd, dat voor het vervolg, bij aanbestedingen van papier, de voorwaarde, dat sommige soorten Zaansch papier moeten zijn niet meer zal worden gesteld. Men leest in het Ilbl.: De honderdjarige bezoekster van de internati onale tentoonstelling, van wie wij onlangs gewaag den, ontving 11. zondag 12 Sept., den dag, dat zij eene eeuw oud werd, namens commissarissen en directeur van het paleis voor volksvlijt een prachtigen, gemakkelijken stoel uit de fabriek van J. H. W. Kemman te Amsterdam. Diep getroffen dankte zij met een dankbaren traan voor die haar bewezen attentie. Eene ligte ongesteldheid en het stormweder beletteden haar dien dag aan haar voor nemen, op haren verjaardag het volkspaleis te be zoeken, gevolg te geven. Een 13jarige kantoorklerk stond ter correctio nele teregtzitting der regtbank te Rotterdam teregt. Tijdens hij als volontair in dienst was van de expe diteurs van Gent 4" Loos aldaar, had hij een doosje van Lokkerbol, bestemd voor 's Bosch, verzegeld met lakken, waarin zich een gouden oorbel bevond, weg genomen den volgenden dag heeft hij zich meester gemaakt van een met veel cachetten verzegeld doosje, van Romeinbestemd naar Breda, waarin 15 gou den ringen zich bevonden. Bij vonnis van heden is de beklaagde schuldig verklaard aan de misdaad van diefstal, door den bediende eens voermans van goederen, hem als zoodanig toevertrouwd en ver oordeeld tot gevangenzetting in een verbeterhuis gedurende zes maanden. Men leest in het Weekblad van liet Regt Er schijnt een blad te bestaan, de Gelderlander genaamd, dat de geestige opmerking maakt, dat er zeer vele liberalen zijn, die natuurlijk de dood straf willen afschaffen, »wien, als de wetten van hun land streng op hen waren toegepast, de levens draad reeds lang zou zijn afgeknipt." B. v. Vreedel de Bosch Kemper? Wintgens? LaurillardDus de doodstraf moet behouden worden. Het is klaar. Maar het schijnt moeite en inspanning te kosten die kostelijke zaak tegen die ondeugende liberalen te verdedigen; en het kon wel eens gebeuren, dat toch het treurig einde werd, dat wij, niet de li beralen de Bosch Kemper en Vreede c. s.maar de galg zagen afknippen.De Gelderlander zal er ons, hopen wij, voor bewaren. Maar hij zie toe, en wake! Laatstleden Donderdag heeft de Generaal Knoop afscheid genomen van de officieren van het garni zoen te 's Bosch, om zijn nieuwen werkkring als lid van de Tweede Kamer te gemoet te gaan. Hij sprak de aanwezigen hartelijk toe en beloofde hunne belangen even zorgvuldig te blijven behartigen als hij dit tot heden gedaan heeft. De eerstaanwezende officier van gezondheid Baam dankte den aftreden den bevelhebber voor de kameraadschappelijke wijze, waarop hij zijne functiën als bevelhebber in deze militaire afdeeling had uitgeoefend. Voorzeker is er alle reden voor den, militairen stand, om van de bezadigdheid en het doorzigt van den Generaal Knoop alles goeds te verwachten, zoodat het leedwezen, hem als kommandant te verliezen, ruimschoots wordt opgewogen door het bewustzijn dat hem meer eigen aardige en nuttiger werkzaamheden wachten en dat hij zal kunnen medewerken, om menige verbetering tot stand te brengen, die zich nog steeds liet wachten. De nieuw benoemde bevelhebber heeft 18 dezer alle officieren van dit garnizoen vereenigd in eene der zalen van de Sociëteit Casinoom hen aan zich te laten voorstellen- Het kermisvermaak te Amsterdam heeft in den laten avond van 21 dezer nog een slagtoffer ge- eischt. Van een der schommels op de Wester- markt brak het touw, tengevolge waarvan een 15 jarig meisje van eene merkelijke hoogte naar be neden stortte het nekbeen brak en op de plaats dood bleef; een ander werd het been gebroken, een derde mogt er heelhuids afkomen. Te Eecloo, is een verbeteringsstelsel aan de melk- karnen toegebragt. Deze verbetering is een toe stel in blik gemaakt, welke men in de karn stelt en dat met eene pijp er boven uitkomt. Deze pijp, die men eene luchtpijp zou mogen noemen, pompt de lucht en een soort van gaz, dat door den slag der melk in de kern oprijst, naar boven, veroorzaakt een zoo groot gemak en spoedige wer king dat alles in minder dan een half uur is af gedaan, zonder arbeid. Daarbij bekomt men eene meerdere hoeveelheid boter. Een dronken bakkersknecht werd te Antwerpen bestolen door eenige kleine bengels, die hij gelast had zijne kar te voeren, omdat zijne beenen het niet meer toelieten. Onnoodig ishet te zeggen.dat zijn brood van oogenblik tot oogenblik verminderde, en dat eindelijk de kleine schelmen den bakkers- gast met zijne kar in den brand lieten en de vlugt namen met een of twee brooden onder den arm. De bakkersgast stond te gapej., maar hij was toch nog zoo slim, dat hij de ledige kar met eenen com- missionnaris liet naar huis voeren, terwijl hg er stil van door trok. UITTREKSEL uit het Verslag van den toe stand der provincie Zeeland, door Gedeputeerde Staten uitgebragt aan de Provinciale Staten, in de zomervergadering Van 1869. Vervolg. HOOFDSTUK IV. Andere epidemische ziekten. Ofschoon reeds in 1866 begonnen en, op het einde van 1867 nog heerschendeheeft de kinkhoest ge durende den gansehen lóóp van het jaar 1868 nog flaauw aan haar bestaan blijven herinneren. Zeer waarschijnlijk mag de ziekte thans beschouwd worden uit Zeeland geweken te zijn. Aan croup zijn in 25 gemeenten 44 kinderen be zweken, zonder dat zij eenige meldingwaardige bij zonderheid heeft opgeleverd. Even als elders in ons land, heeft de buitenge woon langdurige zomerwarmte, een aantal jonggebo renen en kinderen aan diarrhaea doen omkomen. In het begin van de maand Junij hebben zich bij het garnizoen te Vlissingen weder enkele gevallen (18 in de binnendienst,) voorgedaan van granileuze oog ontsteking, zonder dat deze ziekte eenige nadere uit breiding schijnt te hebben aangenomen. Van meerdere beteekenis zijn de oogziekten ge weest die zich hebben voorgedaan bij werklieden aan het gegraven wordende kanaal door Walcheren en aan den aanteleggen spoorweg. De naam van Lepra wordt slechts vermeld, ter zake van de mededeeling dat een, sedert de laatste jaren in de gemeente Zierikzee verblijf gehouden heb bende lijder aan die ziekte, in de maand Junij van daar met er woon vertrokken is naar Gent (pro vincie Gelderland). Het berigt op den 3 Maart ingekomen, dat aan 42 van de ongeveer 120 schoolgaande kinderen te Nieuw- en St. Joosland, den toegang tot de gemeente school was ontzegd, wegens een verdachten uitslag, bij onderzoek tot de ontdekking geleid hebbende niet alleen van eene zeer verbreide scabies besmet ting aldaar, maar ook van de omstandigheid dat deze uitstralende was van den hoofdonderwijzer zelf en van zijn gezin, zoo is eene sluiting van de school gedurende acht dagen en de uitröeijing van de be- smettingsaard door middel van eene snelkuur, vol doende geweest om den bedenkelijken toestand aldaar spoedig en geheel te doen ophouden. 3". Plaatselijke toestanden, welke geacht worden nadeelig te zijn voor de volksgezondheid. a. Algemeene. In den loop van het jaar werden door het ge neeskundig Staats-toezigt 33 gemeenten bezocht en gaven de toestanden, in sommige van dezelven, aan leiding tot het voorstellen van daartoe strekkende verbeteringen. Te Borsselen deed de bestaande gewoonte van het uitstorten van fosses mobilles in twee Oost- en West waarts in het dorp geplaatste openbare putten zonder bedekking, bij het gemeente-bestuiir eeni' voorstel uit lokken, tot regeling van den vervoer en van het tijdelijk bewaren der fsecale stoffen, door die op bepaalde uren terstond buiten de gemeente op de landerijen te doen brengen, of in eenen op een ge legen punt van den zoom der gemeente te stellen, uitsluitend daarvoor bestemden overdekten put ter tijdelijke bewaring te verzamelen. Te Ovezande gaf het nog bestaande gebruik van het begraven van lijken op het kerkhof, midden in de kom der gemeente, aanleiding om op den aanleg van eene begraafplaats buiten de gemeente aan te dringen. Aan de gemeentebesturen van Hoedekenskerke Kapelle, Poortvliet, Ritthem, Waarde, Yerseke en Zoutelande is de opmerking gemaakt, dat op verschei dene plaatsen gier van mestvaalten in openbare goten, zelfs in de eerstgenoemde gemeente, op eene plaats dwars over de straat wegvloeit. Te Kloetinge gaven op nieuw de afwatering van mestvaalten, de onoverdekte gesteldheid van eenen buiten het dorp aan den achterweg aanwezigen put tot tijdelijke verzameling van fsecale stoffen en het begraven van lijken in de kom der gemeente, aan leiding tot verbeterings-voorstellen. Het gemeentebestuur van Rilland is gewezen op den verwaarloosden toestand van een tweetal gemeente- slooten en aan hetzelve is voorziening voorgesteld. Verreweg het grootste gedeelte van de gemeente besturen heeft gevolg gegeven aan de gedane wen ken, of althans de gezindheid te, kennen geggven, om er aan te gemoet te komen. b. Bijzondere. In de gemeente MiddelburgGoes en Zierikzee werden de gestichten van liefdadigheid sanitair ge ïnspecteerd, en de toestand daarvan voor het meeren- deel bevredigend bevonden. 4°. Ziekenhuizen en krankzinnigen-gestichten. Het gasthuis te Middelburg verkeert in eenen zeer bevredigenden toestand. De aldaar verpleegd zijnde personen, ook zij, die tegen een verhoogd tarief wer den opgenomen, verklaren zich steeds over de aldaar genoten verpleging en oppassing hoogst te vreden. De genees- en heelkundigen in het gesticht vervul len voortdurend met den meesten ijver hunne taak. Van de in dat gesticht aanwezige badinrigting werd, bij wijze van proefneming, het gebruik ook aan per sonen, ^die niet in het gesticht verpleegd worden, toegestaan. Zoodra het zal zijn gebleken dat deze gelegenheid door het publiek op prijs wordt gesteld en daardoor in eene werkelijk bestaande behoefte wordt voorzien, stelt het bestuur over de godshuizen zich voor, deze zaak nader te regelen en daaraan zoo veel mogelijk uitbreiding te geven. Het gasthuis te Sluis bevindt zich in goeden staat en is aldaar, door de daarstelling van een locaal voor de vergaderingen van regenten, in eene lange gevoelde behoefte voorzien. Het godshuis te Veere, is tevens als gasthuis ingerigt. Het gasthuis te Vlissingen, deelmakende van de instelling bekend onder den naam van «Arm-, Gast en Weeshuisen behalve voor de verpleging van ouden en gebrekkigen, tevens ingerigt ter opneming en verpleging van zieken, voldoet aan de behoeften en bevindt zich in gunstigen staat. III. Handelingen ter bevordering der volksgezondheid. Het aanwezig zijn van hondsdolheid in België, gaf aan den heer Inspecteur aanleiding om de aandacht van den heer Commissarris des Konings hierop te vestigen, en de maatregelen aan te geven welke tegen de overplanting in de grens-gemeenten van het zoo genaamde Zeeuwsch-VIaanderen van die ziekte zouden kunnen worden genomen. Door ZHEG. is van die wenken gebruik gemaakt en de provincie is van hondsdolheid verschoond gebleven. In de maand Julij klagten gerezen zijnde omtrent den hinder, dien de lagen waterstand eener kreek in den omtrek van de genmeente Graauw, door stank ontwikkeling te weeg bragt, zijn door den heer Inspecteur aan de dijksdirectie van den Willem Hen- deriks en Klein Kieldreeht-polder voorstellen gedaan om daarin te voorzien. Het noodige tot verbetering van dien toestand is tot stand gekomen, doch eerst in de maand September. De gemeente Graaw heeft intusschen in haren gezondheidstoestand geene nadeelige

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 2