BUITENLAND.
meenteraad van Sevilla heeft aau de protestanten
toegestaan hunne godsdienstoefening te houden in
eene oude Jezuïtenkerk, die meer dan 1000 plaat-
sen bevat. In een groot aantal steden van Spanje
wordt eiken Zondag eene protestantse he godedienst-
oefening gehouden. (fork. Ct.)
Uit Hoogkeppel wordt gemeld: dat in vele jaren
liet jagtveld niet zoo ruim voorzien is geweest van
hazen en konijnen als tegenwoordig, zoodat zij bij
dozijnen vvorden te zaam gevonden. Patrijzen wor
den er minder gezien en zelden in troepen.
Uit Overschie wordt berigt dat ook aldaar de tong-
blaar onder het vee en wel op twee stallen, is
uitgebroken.
Bij beschikking van den minister van koloniën
van den 31 Augustus 1869, is H. C. Schilperoort,
werkman 2de klasse (smid) bij de artillerie-stapel
en constructie-magazijnen te Delft, gesteld ter beschik
king van den gouverneur-generaal van Nedlndie,
om te worden geplaatst als opziener over de sme
derij en den koper- en blikslagerswinkel bij den
artillerie-constructie winkel te Soerabaya.
Met betrekking tot deze benoeming is misschien
het volgendé niet onbelangrijk: Nu vijf jaren ge
leden gaven zich voor de burgeravondschool aan
twee aspiranteneen van 29 en een van 30jarigen
leeftijd. Eerst vermoedde de directeur eene verbis-
sing, maar het bleek dat de opgaven juist waren.
Beiden hebben zich getroost onder knapen van 12
tot 16 jaren het onderwijs te genieten; twee jaren
lang waren zij ijverige leerlingen. Na verloop- van
dien tijd werd'te een opzigter aan de kogeMe-
terij de andere is Schilperoort.
Benoemingen enz.
Benoemd bij den rijkstelegraaf met ingang- van 1 Oct.: tot-
directeur te Bruimsse L. F. Smeltzer-, tot telegrafist te Goes F
ai Illl"artvan het postkantoor te Amsterdam
r °."d®rscheit5V1g Is aan F. SchweighardnW. van de Velde
Ll» ae',alto te BatI?' ^'-gunning verleend, tot het
aannemen en dragen van de medaille der 2e klasse voor
Burgerlijke Verdiensten, aan ieder hunner door de Belgische
regering geschonken; g j
UIT1REKSEL uit liet Verslag van den toe
stand der-provincie Zeeland, door-Gedeputeerde
staten uitgehragt aan de Provinciale Staten, ip
de zomervergadering van 1869.
Vervolg.
II. De Staten als kiescollegie.
Het getal der hoogstaangeslagenen, opgenomen in
,P,m, 1867' naal' art- 8li der kieswet, opgemaakte
lijst, bedraagt vijf en vijjtig. De hoogste op die lijst
voorkomende aalïslag is 3502,87 en de .laagste
De heer J. Fransen van de Putte, die in 1868
als hd van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
moest aftreden, werd op den 14d™ Julij van dat jaar
op nieuw als zóódanig' benoemd.
Wij meenen -hier te moeten -vermelden dat Zijne
Excellentie de Minister van Binnenlandsche Zaken o-is
ten voorgaanden jare heeft medegedeeld, bereid te
zijn om gevolg te geven aan het vroeger door ons
aangegeven denkbeeld, om de beide hoofd-kiesdis-
tricten Goes en Zierikzee voor de benoeming van
leden van de Tweede Kamer der Staten-Genenaal
te vereenigen, indien de verwezenlijking daarvan ons
raadzaam voorkwam-.
Wij- hebben gemeend daarop bevestigend te moe
ten antwoorden, en daarbij tevens in -overweging te
moeten geven om-bij het vooruitzigt dat de bevol-
g a oT„ Provincie °P het einde des jaars het cijfer
an 180000 zou bereiken, de provincie in twee lioofd-
kiesdis neten te verdeelen, zonder bijvoeging van een
gedeelte van Zuid-Holland, aangezien de provincie
ook zonder die bijvoeging, naar art. 77 der Grond
wet, regt op de benoeming van vier leden der Tweede
Kamer zoude hebben.
Op de vraag des Ministers om welke redenen wil
de vereemging van de districten Goes en Zierikzee
bleven wenschenhebben wij gewezen op 'tgeen
door ons dienaangaande reeds in 1855 is te kennen
gegeven, namelijk; „dat wij aan grootere kiesdistric
ten de voorkeur gaven, uithoofde de invloed van
„plaatselijke belangen en die van enkele personen
„onzes inziens daar minder op de verkiezingen kun-
„nen werken.
III. Huishouding der provineie
1°. Provinciale verordeningen.
In uwe laatste zomervergadering werd vastgested
eene aanvulling der instructie voor Gedeputeerde Sta
ten betrekkelijk de behandeling der geschillen van
bestuur. Bij Zijner Majesteits besluit van den 5d«>:
Augustus 1868, no. 58, werd daaraan de vereischte
goedkeuring verleend.
In die zelfde vergadering werd vastgesteld een regle
ment op het beheer der gemeenschappelijke uitwa
tering van de polders Willem, Geersdijk, Wissen-
ker/ee, loom, Sopha en Maria in het eiland Noord-
Beveland Op dB reglement vervolgens Zijner Majes
teits goedkeuring gevraagd 'zijndeis de besiissino-
daaromtrent, ten gevolge van gerezene bedenkingen0
bij het Koninklijk besluit van den 5d<« September
1868, no. 12, verdaagd. Hetzelve maakt thans het
onderwerp van nadere overwegingen uit.
2°. Provinciale werken.
De bijzonderheden, zoo omtrent de uitvoering, den
aanleg en het onderhoud; als die betreffende de gel
delijke aangelegenheden, der provinciale werken welke
alweder uitsluitend den Waterstaat en de wegen be-
10 en, worden U onder de hoofdstukken Xl en XII
medegedeeld.
3°. Provinciale archievenbibliotheken en verza
melingen.
Oud Archief.
Ten aanzien van de voortgaande rangschikking en
catalogisering dezer verzameling kunnen wij mede-
deelen, dat in het afgeloopen jaar door den Archivaris
is ten einde gebragt, de zamenvoeging tot één chro
nologisch geheel van de oorkonden over het tijdvak
der grafelijke regering, breeder omschreven in de
inventarissen van 13 verschillende seriën bij vroegere
rapporten overgelegd, van den aanvang van welken
arbeid reeds ten vorige jare door ons is gesproken.
Bij liet rapport dat wij hieromtrent van dien amb
tenaar ontvingen, is gevoegd eene verkorte chronolo
gische tafel waarin de besprokene oorkonden zijn
opgenomen, welk stuk over bet geheele tijdvak van
11181574 een volledig overzigt geeft.
Is reeds in vorige jaren bij de behandeling der
inventarissen van de afzonderlijke seriën op de histo
rische belangrijkheid van onderscheidene oorkonden
gewezen, zoo behoeft daarbij nu niet in het bijzonder
te worden stilgestaan, maar meer uitsluitend te wor
den gelet op andere resultaten, welke door den thans
voltooiden en in de daad niet weinig onivattenden
arbeid worden verkregen,
Daaromtrent wordt doQr den Archivaris opgemerkt,
dat de besprokene tijdrekenkundige tafel de leiddraad
zal kunnen zijn voor de uitgave van eenen berede
neerden inventaris van het gewestelijk archief, en
tevens de toezegging gedaan daaromtrent binnen kort
een voorstel te zullen doen.
Onder de eischeii voor zoodanige uitgaven behoort
de toegeving aan den inventaris van alphabetisehe
registers der namen van personen, plaatsen en zaken
welke in de oorkonden voorkomen, waarmede echter
niet vóór het afdrukken van den inventaris zelf een
aanvang kan worden gemaakt, doch na afwerking
waarvan eerst de geschiedkundige waarde van de
oorkonden, in haar onderling verband, zal kunnen
worden aangewezen.
Verder hebben wij te berigten dat de verzameling-
in het afgeloopen jaar wevd verrijkt met eene uit
gebreide coilectie van registers, rekeningen, kaarten
en andere papieren, uitmakende het archief der voor
malige ambachtsheerlijkheid Zaamslag c. a. welke
stukken door jhr. mr. J. W- M. Schorer te Middel
burg uit naam van zijne medègeregtigden tot die
heerlijkheid, zijn afgestaan, onder voorwaarde dat die
collectie als afzonderlijk archief der heerlijkheid Zaam
slag c. a. worden gehouden; terwijl nog op eene
boekverkooping te Brussel werd aangekocht een op
perkament geschreven eommissiebrief van Prins Wil
lem I van Oranje, gegeven te Delft 24 Febiuarij 1573,
de aanstelling inhoudende van Johan Junius de Jonge
als Overste Commissaris Zeeland, welk stuk daar
om niet onbelangerijk is, ómdat van hem bij de ge
schiedschrijvers wel als Gouverneur van Ve^e, maar
niet in de aangegevene hoedanigheid wordt gewaagd.
Eindelijk zij vermeld, dat bij voortduring wordt
gezorgd voor de goede bewaring en instandhouding
zoowel van deze verzameling als van het -.
Nieuw Archief.
Waaromtrent wij weder geene bijzonderheden heb
ben op te geven.
Bibliotheek.
Het is ons aangenaam te mogen vermelden dat de
provinciale bibliotheek steeds meer aan hare bestem
ming voldoet, blijkbaar ook uit het toenemend ge
bruik 't welk er van gemaakt wordt.
Terwijl zij toch in 1867 82 malen door verschil
lende personen werd bezocht tot het doen van weten
schappelijke nasporingen, was dit getal in 1868 50
pCt. grooter, daar in dat jaar 118 malen van de
bibliotheek tot dat einde werd gebruik gemaakt, en
drie andere personen haar uit belangstelling bezochten.
Het getal der aangekochte boekdeelen bedroeg 396,
dat der ten geschenke ontvangen 113.
Onder de aankoopen mag die van een compleet
exemplaar van de Konst- en letterbode, 17841846,
als belangrijk worden aangemerkt, daar, zooveel ons
bekend is, geen ander dergelijk exemplaar van dit
voor kunst en letteren veelzins belangrijk tijdschrift
in Zeeland aanwezig is.
Behalve van sommige Departementen van algemeen
bastuur, van gewestelijke en plaatselijke besturen en
van geleerde genootschappen, ontving de bibliotheek
geschenken van de heeren H. Q. Jansen te St. Anna
ter Muiden, van jhr. mr. J. W. M. Schorer, mr.
G. A. Fokker, dr. L. J. de Marrée en mr. H. C.
A. Thieme te Middelburg.
Aan onderscheidene personen werden, in 181 uit
giften, boekwerken ter lezing afgestaan, die behoor
lijk werden terug bezorgd.
Over het voor de biblitheek en het archief ver
leend crediet van 800 werd tot een bedrag van
798,91 beschikt.
4». Provineie financiën.
Jaarwedden; Commissaris des konings 7000,00;
zes leden van gedeputeerde staten 9000,00; Griffier
der staten 2500,00; ambtenaren en bediendenƒ19 7 9 9,8 6
schrijfloonen ƒ799,16.
Verzameling; Jaarwedden 39099,02; bureau-en
locaalbehoeften 7226,93 reis- en verblijikosten
ƒ653,42 idem van de leden der staten 2259,90.
De rekening van den betaalmeester te Middelburg,
wegens de enkel provinciale en huishoudelijke in
komsten en uitgaven over de dienst 1866, sluit met
een batig overschot van 9953,95; ze is door de
Algemeene Rekenkamer opgenomen en bij besluit van
den 29sten Junij 1868, no. 92, tot dat bedrag vast-
g' steld blijkens liet in uwe vergadering van den
3dea November 1868 door ons overgelegd quadru-
plieaat. Gedachte rekening in overigens in overeen
stemming met de door ons ingevolge art. 119 der
provinciale wet opgemaakte, en door genoemde kamer,
voor vooveel de cijfers betreft, onder dagteekening van
den 7den April 1868 deugdelijk verklaarde rekening.
Het besluit uwer vergadering van den 10den Julij
1868, no. 10, waarbij onze zoo even bedoelde reke
ning en verantwoording over 1866 werd goedgekeurd,
is bij Koninklijk besluit van den 19den Augustur 1868,
no. 37, bekrachtigd, vervolgens met de rekening onder
no. 92 in het Provinciaal blad van 1868 geplaatst
en te gelijk algemeen verkrijgbaar gesteld.
De inkomsten en middelen van de dienst 1867
bedragen 346065,18* en de uitgaven en behoeften
slechts 258955,07, alzoo levert de dienst 1867 een
voordeelig slot van 87101,11*.
Vermoedelijke uitkomst van de dienst 1868.
De INKOMSTEN van het dienstjaar worden gere
kend werkelijk te zullen opbrengen 244,601,87*
En de UITGAVEN van dat dienstjaar
zullen waarschijnlijk niet meer ver-
eischen dan- 203,937,98*
Zoodat het dienstjaar 1868 vermoe
delijk een GOED SLOT zal ople
veren van- 40,663,89"
Waarvan bij besluit der Staten van den
5 November 1868, no. 7 op de
DIENST 1869 is OVERGESCHRE
VEN - 26,943,00
Blijft, ongeacht het mogelijk meerder
bedrag der inkomsten en het min
der bedrag der uitgaven, van enkele
artikelen, NOG BESCHIKBAAR
VAN DE DIENST 1868 13,720,89
Wordt vervolgd).
Het is eene schoone daad, als de vorst afstand
doende van eene persoonlijke regering zich tot een
constitutioneel monarch wil maken. Keizer Napo
leon van Frankrijk heeft door zijne toegezegde
hervormingen daartoe den eersten stap gedaan, en
al is men, door hetgeen thans zal verkregen worden,
nog niet verre gevorderd op de bane van ontwik
keling der constitutionele regten des volks, al ver
dienen de woorden van prins Napoleondezer dagen
in den senaat uitgesproken nog de ernstige over
weging des keizers, toch kunnen de Franschen zich
verblijden, en getuigt de ijver, waarmede het ont-
werp-consult in den senaat behandeld wordt, dat
men het ernstig opneemt met de beloften, die Na
poleon zijn volk heeft gedaan. Maar bedroevend
moet men het heeten, als de volksvertegenwoordiger
zelf, het ontwakende volksleven met leede oogeu
aanziet, en den edelen strijder voor de vrijheid des,
volks, en de ontwikkeling van het constitutioneel
volksbestaan, tot zwijgen tracht te brengen, of al
thans zijne woorden bestempelt met de kwalificatie
van treurigbedroevendschandalig Neen die
volksvertegenwoordiger verdient den naam nietdie
hij draagt. Zulk een strijd, als wij bedoelen, is in
een der zittingen van den senaat gestreden. Prins
Napoleon had gesproken, dat men niet ter halver
weg moest blijven staan, maar dat, om met vrucht
de beloofde hervormingen in te voeren, ook de ver
kiezing van de maires door de gemeenteraden, enz.
en bovenal de verantwoording der ministers door
de wet moest ingevoerd worden. De graaf de Ségur
d' Ag.sseauheeft daar tegen geprotesteerd, omdat
het keizerschap dan zou worden in gevaar gebragt,
omdat men het »roode spook" zou inhalen, en der
gelijke redenen meer. Leden van beider aanhang
voerden nog het woord, doch de prins en de zijnen
hebben de zaal verlaten. Al is de afloop voorshands
niet zegerijktoch is de zaadkorrel geworpen en
zal die zeker vruchten dragen. Dat is ook het ge
voelen van alle bladen, die 's prinsen rede bespre
ken, en de liberalen rekenen op eene belangrijke
versterking van hunne gelederen, aangezien het
denkbeeld, dat hervormingen dringend noodig zijn
om de rust te behouden, meer en meer wortel schiet
in de harten der groote massa.
Datzelfde merkt men ook op bij de pauselijke
regering, die eene tentoonstelling te Rome voor
bereidt. De wereldtentoonstellingen van Londen en
Parijs beschouwden zij als brandpunten voor revo
lutionaire woelingen, en zij heeft van beiden dan
ook niets willen weten. Toen de advocaat Peri-
cole die veroordeelen in eene brochure weerlegde
mogt zij niet gedrukt worden maar zou de schrij
ver vervolgd zijn en de drukker in hechtenis geno
men, indien niet invloedrijke personen ten hunnen
gunste gesproken hadden. En nu, wat ten vorigen
jare nog politieke ketterij was, wordt nu door de
pauselijke regering zelf in het leven geroepen, ja
zij laat daartoe het Karthuizer klooster inrigten.
Ook in Spanje wordt het streven naar de volks
vrijheid met eiken dag grooter. De candidatuur
van Serrano voor den troon wordt populair en in
gelijke mate neemt de sympathie voor den zich
opdringenden Karei 111 ai. De correspondent
van 'llndépendance meldt daaromtrent: »De Carlisten
beweging schijnt nu voor goed geëindigd te zijn;
en het laat zich voorzien, dat don Carlos, die thans
weet, hoe de Spanjaarden jegens hem gezind zijn,
geen lust meer zal gevoelen, om een min of meer
aanzienlijk getal ongelukkigen voor zijne hopelooze
zaak te doen dooden."
Portugal mag zich, volgens de rede, door den
koning tot sluiting der wetgevende kamers uitge-