1869. «A? Dingsdag 7 September. 56ste jaargang. GEMEENTE-RAAD te GOES, BEKENDMAKINGEN BINNENLANDSCHE BERICTEN. GOESSCHË De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uiigezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal 1,75fr. p. p. 1.90 Afzonderlijke nommers 5 c.met bijblad 10 c. (MANT. Gewone advertentiën worden 15 c. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 16 regels k j 1,- Dienst-aanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 40 c. De inzending van advertentiën kan geschieden op den dag der uitgave tot vóór drie urendes namiddags. Stukken welke men als ingezonden wenscht opgenomenmoeten uiterlijk den vorigen dag aan het bureau bezorgd zijn. OPENBARE VERGADERING van den TEN RAADHITIZE ALDAAR, OP DINGSDAG DEN 7 SEPTEMBER 1869, des namiddags ten 3 ure. Punten van Behandeling 1. Beëediging der nieuwe leden. 2. Verkiezing van een wethouder. 3. id. van een ambtenaar burg. stand. 4. id. van een lid der finantieele commissie. van het Gemeente-bestuur. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente, dat de PATENTEN over het dienstjaar 1869 (loopende van 1 Mei 1869 tot ultimo April 1870)aangevraagd bij de primitive beschrijving, ingevuld gereed liggen en tot hunne afgifte ter secretarie zal gevaceerd worden van Donder dag den 9 tot den 23 September, e, k., uitgenomen des Zondags, dagelijks van des voormiddags negen tot des namiddags twee uren. Wordende de belanghebbende vermaand, om die afhaling in persoon te verrigten en zich den bepaalden tijd ten nutte te maken, ten einde van alle kosten bevrijd te blijvèn, ver mits, vólgens art. 2 van Zijner Majesteits besluit van den 17 October 1820, de onafgehaalde patenten of de afschriften daarvan door eenen deurwaarder der directe belastingen, onverwijld aan de patentpligtigen moeten worden uitgereikt, tegen betaling van tien cent; waartoe dan den 24 September en volgende dagen zal worden overgegaan. Goes, den 4 September 1869. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. De BURGEMEESTER der GEMEENTE GOES, Gelet op de publicatie van heeren Ged. Staten dezer provin cie van den 24 Augustus jl. no. 1 (prov. blad no. 88) tot bekend making, dat de longziekte onder het rundvee in de gemeente Colijnspinat is ontstaan geeft daarvan door deze kennis aan de veehouders in deze gemeente, ihet aanbeveling en waarschuwing, om tegen deze verwoestende ziekte op hnnné hoede te zijn, hun vefe steeds zoo' veel mogelijk afgezonderd en buiten gemeenschap met ander vee te honden, zich vooreerst van den aankoöp van vee te ont houden en geen vee van anderen op hunne stallen of welden toe te laten; Herinnert voorts nan de bepalingen, dat van het ontstaan van eenige ziekte onder het vee, dadelijk door den eigenaar aan hem moet worden kennis gegeven, terwijl tegen de nalatigen proces-verbaal zal worden opgemaakt. Beveelt voorts, dut. het vee, hetwelk uit Noord-Beveland of uit Holland mogt wórden ingevoerd, op de plaats van aankomst moet gekeurd, afzonderlijk gestald en niet zonder consent van politie mag vervoerd worden. Goes, den 4 September 1869. De Burgemeester voornoemd M. P. BLAAUBEEN. Wanneer men dezer dagen hoort van een of ander volksblad, dat, sedert kort ontstaan, reeds door alle weidenkenden, om toon én strekking wordt afgekeurd; of, wanneer een der nieuwe bladen van den jongsten tijd, bij gebrek aan deel neming, ophoudt te bestaan, dan hoort men da delijk een kreet opgaan; „dat zijn nu de gevol gen der zegel afschaffing! Wij hebben het wel gezegd, dat het doel, daarmede beoogd, niet be reikt worden zou; dat de voorstanders slechts te leurstelling zouden oogsten." Aan de zijde der voorstanders van de zegelaf schaffing is echter de teleurstelling over een en ander niet groot. Dat er in den aanvang dei- vrijheid, eenige wilde lóten zouden opschieten, was te voorzien; dat niet alle 'nieuwe bladen, die met de afschaffing in het leven kwamen, zouden blij ven bestaanwas gemakkelijk te berekenen en dat de weldadige vrucht, die men van den lang gewensehten maatregel wacht, zoo spoedig zou rijpen, welk verstandig mensch liad zich dat ooit voorgesteld. Al was ook onze landaard tot snelle overgan gen en haastig aannemen geneigd, wat niemand ons zal te laste leggen, dan was het tocli natuur lijk, dat door de afschaffing van het zegel op de dagbladen, deze niet plotseling volmaakt zouden worden en dat ons publiek eerst langzamerhand rijpen moest, om van eene verbeterde journalistiek het bedoelde genot te hebben. Over het algemeen en wij betreuren dat in zeker opzigt zijn de dagbladen niet goed- kooper geworden en is dus een der grootste strui kelblokken voor algemeene belangstelling geble ven; maar men zal toch niet willen beweeren, dat, zelfs bij de meest uitgebreide prijsvermindering, de menigte onmiddellijk tot couranten-lectnur zou gebragt zijn, zooals dat in andere landen wordt ge zien. Wij hebben ons geene illusie gemaakt van een zoo ras opgewekt politiek leven bij onze natie, en wisten zeer goed, dat er nog heel wat tijd zou verloopen, nog heel wat phases zouden moeten doorworsteld worden, alvorens de vrucht van de vrijmaking der dagbladpers zich openbaren zou. Maar juist daarom streden wij daarvoor. Als men weet, dat een werk lang duren zal, dan is het redelijk, dat men er spoedig mede beginne. Alles wat zich nu voordoet zou later eveneens gezien worden; om het hoe eerder hoe beter te boven te komen, moest de hand aan het werk geslagen. Er valt dus nog niet te oordeelen. En het is bepaald onzin om, bij welk verschijnsel ook, nu reeds uitteroepen: de maatregel is mislukt. En zij zal niet mislukken. Slechts geduld, misschien veel geduld, maar dan ook zal het blijken, dat er iets goeds gedaan werd. Alleen men begrijpe, dat men niet het volk tot de dagbladen trekken moet, dat men de dag bladen aanhet volk moet brengen. Men moet den weg zoeken te vinden tot de menigte, door haar smakelijke kost voor te zetten en vertrouwen dat langzamerhand de begeerte ontwaken zal, om eindelijk een wensch te worden, die zich luide uitspreekt. Daarvoor is tijd, uitspanning en opoffering noo- dig, zoowel als geduld; de toekomst onzer jour nalistiek berust grootendeels in hare eigene handen. 't Is niet noodig, dat wij omschrijven welke hare roeping is. Maar zij worde vervuld met eerlijk heid en naauwgezetheid en het publiek zelf zal bewijs gevendat het niet alle luchtkasteelen wa ren, die de afschaffers zich bouwden. Er is gesproken van een congres van dagblad schrijvers. Gelijk gewoonlijk vindt de een het een voortreffelijk denkbeeld en de ander ziet er niet het minste heil in. Indien wij ons vermeten mo gen ook een oordeel uittesprekendan houden wij het voor tamelijk nutteloos, tenzij men de redac teurs eens in gezelligen kring wil vereenigen en den waarborg geven kan, dat men zich dan beter verdragen zal, dan nu wel eens het geval schijnt te zijn. Maar liefst vereenigen wij ons met het advies van de Arnliemsclie Courant, die het voorstel deed om, aannemende dat zoodanig congres tot meer dere humaniteit bij de journalisten zou leiden en den vaak scherpen toon van velen hunner een weinig verzachtenvan stonden aan het er maar voor te houdendat wij zoodanig congres hadden bijgewoond en ons verbonden hadden om deszelfs hesluiten nateleven. GOES, 6 September 1869. De Arnhemsche Courant bevat een schrijven uit 'sHage, waarin o. a. het volgende voorkomt: Langzamerhand beginnen de voorteekenen van nieuw leven op politiek gebied zich te vertoonen. De verschillende ministers dievoor een gedeelte, zich ook eenige, welverdiende, ontspanning hebben gegund, zijn weer allen op hun post. Het is zelfs niet onwaarschijnlijk, dat ze reeds in eenzaamheid peinzen op de fragmenten, die ieder van hen tot de troonrede leveren zal. Dat men daarin iets ver nemen zal van de finantieele plannen van den mi nister van finantienspreekt van zelf. Maar tot nu toe is nog niet uitgelekt, welke die plannen zijn. En ik wil de verschillende geruchten, die men daar omtrent verspreidt, niet vermeerderen. Vrij waar schijnlijk zullen bij de opening der kamers ver schillende wetten uit het arsenaal van justitie wor den geanonceerd. Wijziging van de regtsvordering en regterlijke indeeling zijn twee zaken die, met de afschaffing van de doodstraf aan de spits, reeds de tournee gemaakt hebben of nog maken, die ze moeten afleggen, voordat ze de tweede kamer kun nen bereiken. Die regterlijke indeeling, waarbij o. a. een groote verwoesting onder de kantongeregten zal worden aangerigt, zal, 'tspreekt van zelf, tot menigen locaal-storm aanleiding geven. Als maar die verschillende kleine cyclonen zich niet tot eene groote vereenigen en 't ontwerp in de dwarreling doen verdwijnen. Per TelegraafDe minister van binn. zaken heeft heden het nationaal statistiek congres met eene rede ge opend en den welkorasgroet aan de leden en gedelegeerden gebragt. De eere-voorzitter Z. K. H. de prins van Oranje was verhinderd tegenwoordig te zijn. Dhr. Vissering heeft verder de werkzaamheden geleid en is het provisioneel bestuur definitief gemaakt. Onder de mededeelingen is ook het berigt ontvaDgen dat de koningin voornemens is het congres te bezoeken. Z. K. H. prins Frcderik was door afwezigheid in de bijwoning belet. Voorts werd hulde gebragt aan de nagedachtenis der overledenen. De eerstvolgende vergadering is bepaald op a. s. vrijdag. De koning, koningin en de prins van Oranje ontvangen heden en morgen de officieele gedelegeerden. De 29ste verjaardag van Z. K, H. den Prins van Oranje werd jl. Zaturdag alhier op de gebrui kelijke wijze herdacht. Heden morgen vertrokken van hier een 17tal handwerkslieden, om, gelijk wij vroeger mededeel den, onder geleide van dhr. D. de Koningaan de internationale tentoonstelling in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam een bezoek te brengen. De uitslag van de verkiezing van een raadslid te Bath isdat van de 29 kiezers elf hebben ge stemd. en van deze verkregen Jan van Koeveringen 9, P. Boone en W. G. van Baaien, ieder ééne stem. Men schrijft ons uit Yerseke dat aldaar sedert den 16 Julij 1868 geen huwelijk is voltrokken en sedert den 16 Junij jl. geen enkel sterfgeval heeft plaats gehad. Het haagsche Dagblad noemt de berigtenver spreid omtrent eene aanstaande echtverbintenis van prinses Maria alleszins voorbarig. Een groot aantal israëlitische gemeenten heb ben aan den minister van eeredienst het verzoek gericht, dat de israëlietische godsdienst-onderwijs moge opgenomen worden onder de verpligte leer vakken in inrigtingen van middelbaar onderwijs. Uit Amsterdam wordt gemeld, dat men ver neemt, dat de firma Paul van Vlissingen c.a. met het oog op de opening van den waterweg door de landengte van Suezzes groote stoomschepen op stapel heeft gezet, bestemd voor de vaart op Indie. Te Middelburg loopt het gerucht, dat de heer Lamb het voornemen heeft met zijne familie, al thans voorloopig, daar te komen wonen. Er wordt ten minste voor hen naar eene woning uitgezien. Als een blijk, hoeveel sympathie in Spanje bij het meer ontwikkelde gedeelte der bevolking het denkbeeld der vrijheid van godsdienst vindt, moge dienen, dat de heer Castalar, die in de Cor tes het beroemde pleidooi voor de vrijheid heeft uitgesproken, naar aanleiding daarvan heeft ont vangen 800 telegrammen en 7000 brieven van ge- lukwensching, terwijl meer dan honderd steden hem eereburgerschap hebben aangeboden. De ge-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 1