BUITENLAND. GËtVlENCDE BERIGTEN. Er is gejn nieuws van daag. Dat is en blijft nog maar de klaagtoon van Tóifrriaïiateii en cor respondenten. Eh toch, worden,de couranten ge vuld; en toch gaat den, loop der gebeurtenissen zijn geregelden gang. Dit voordeel is er in de, schaarste aan belangrijke berigten gelegendat men bedaard kan nadenken over cjeja toestand waar in men verkeert. Vele der dagbladen maken daar van gebruik, en hunne beschouwingen geven soms rijke stof tot nadenken. In een der nieuwsbladen leest men het volgende overzigt van den toestand van Éuroea, dat wél de algemeene aandacht verdient. Hijdie bedaard het oog laat gaan over den tegenwoordigen E,uro- peschen toestandzal moeten erkennendat de eeuwenoude strijd tusschen kerk en staat om de heerschappij weder in vollen gang is, maar slechts een anderen vorm heeft aangenonjen. In don Oosten- rijkschen staat, in Italië en Spanje, valt dit het meest op, maar ook in andere, in Proiestantsche landen heeft zij zich een weg weten, te banen. De strijd in Engeland over de Iersche kerkwet was mede een strijd om de heerschappij der Engel- sche kerk in stand te honden. Het begrip, dat de staat verpligt is, vóór goed Onderwijs te zorgen, wint meer en meer veldmen is het echter omtrent de wijze, waarop dit geschieden moet, niet eens. De een wil er godsdienst onderrigt aan verbonden ziende ander niet. 2iijdie hét eerste willen ijveren, misschien velen* zonder hét te wéten, voor de heerschappij der kerk (R. Cath. of Protest, kerk, doet niets ter zake)terwijl zij, die het gods dienstig onderrigt van de school willen weren, voor de heerschappij van den Staat te velde trekken, en onder dezen zullen er mede ve:en zijn, die dit niet begrijpen. Meh. begéve zich pu bij die partij, welke men gelooft, dat het best tot het beoogde doel leidt, maar bedenke daarbij, dat de hevigste vervolgingen bij Christenen, Jodéü en Heidenen' niet uit de godsdienst voortvloeiden, maar dat de oor zaak daarvan altijd is geweest, dat kerk en staat niet gescheiden maar eenzelvig waren. Men seheide dus overal kerk en staat streng van elkander, verdraagzaamheid en eensgezindheid zal daarvan het gevolg zijn. Geen wereldlijk en geestelijk ge- zag kan met elkander gepaard ga annet zijn twee heterogene bestanddeelen, die men nimmer op een goeden voet met elkander zal kunnen véreenigen. Daarom moeten ook kerk en school van elkander gescheiden zijn, want de eerste betreft het boven natuurlijke de laatste het wereldlijke belang van den mensch." In Belgie wordt de indiening verdacht eener wet op de ministerieele verantwoordelijkheid. De Érusselsche correspondent van de Midd, Courant ziet er niet veel heil in en acht ook de wet op de ministerieele verantwoordelijkheid niet zoo noo- cti'g. Hij wijst óp Engeland, het land der consti- tutionaliteit bij uitnemendheidwaar eene derge lijke wet ook niet bestaat. Hij gelooft, dat waar zoovele ambtenaren en andere personen aan de voorbereiding en de uitvoering der wétten en be sluiten werkzaam moeten zijnde verantwoorde lijkheid van den minister welligt ineer nadeel én belemmering, dan voordeel en bevordering van spoed zal uitwerken. Frankrijk heeft weder een minister van Oorlog. Generaal Le Boeuff, opperbevelhebber der zèsdè legerafdeeling, is de opvolger geworden van wijlen maarschalk Niel. Hem wordt eene groote mate van administratieve bekwaamheid toegeschreven, terwijl uit zijne militaire loopbaan dit feit, bekend is, dat hij het Venetiaansehe grondgebied in der tijd namens Frankrijk van Oostèhfijk overgenóiüen en aan Italië overgedragen heeft. Overigens behelzen de berigten uit Frankrijk nog altijd mee ningen over en protesten tegen de amnestie. Ook Roche/ort heeft zich dóen Eooren. Hij is niet te Parijs aangekomen, zooals dezer dagen de bladen gemeld hebben. »be eenige amnestie, zoo schrijft hij, die ik zou kunnen aannemen is zulk eene, welke door het volk zóu verleend zijn. Het volk is de eenige regtbank, het eenige gezag, waarvoor ik gaarne mij buig. Ik zal dus niet naar Frank rijk terugkeeren, vóór den dag waarop het volk, krachtens een bij stemming genomen besluit, mij roept. Ik zal terugkeeren alleen op het bevélende mandaat, om hetwelk ik weldra bij de kiezers in het eerste district zal aanzoek doen. Van het volk, dat ik ken en liefheb, neem ik gaarne alles aan; maar het bevalt mij niet vérpligting tot dankbaar heid te hebben aan menschen, welke ik nooit ge zien heb en die mij niet voorgestéld zijn." Dat de vorsten der onderscheidene staten in Duitschland, die door de annexatie van Pruissen in 1866 onttroond Wefdën, niet te vredèn waren met dien maatregel, laat zich begrijpen. Vooral de koning van Hannover en de keurvorst van Hes sen protesteerden ten sterkste tegen de handelwijze van Pruissen. Dezer dagen beweerde men, dat de gewezen keurvorst van Hessen besloten had, zich in zijn lot te schikken en maatregelen had genomen om met Pruissen op een goeden voet te komen. Dit wordt thans door de Hessische Volkszeitung verklaard, van het begin tot het einde eene on waarheid te zijn. En dat ook de koning van Han nover nog niet stil zit. althans, dat men dit nog niet van hem verwacht, blijkt o. a. daaruit, dat I een geschrift het licht gezien heeft, ten onderwerp j hebbendé de handelingen der Pruissische regeering öret betrekking tot het vermogen van den koning van* Hannover, én wélk geschrift zoodanig van in houd móét zijn,'dat de politie een onderzoek hééft iffgéstéfd bij de drukkers en uitgevers te Altona. Dé' veeziekte heeft zich ook in Rusland vertoond. Zij heerScht in de gouvernementen Warschau PlockLomza en Suwalki in zulk eene matedat men hare beteugeling binnen de grenzen dier gou vernementen onmogelijk acht. De minister-kanselier van Oostenhijk, graaf von Beüstvindt maar weinig gehoor voor zijne betui gingen van vriendschap en vredelievende gezindheid jegens Pruissen. Men maakt zich vrolijk over zijne woordenmen is van oordeeldat de nakomeling- schap hem zal verheerlijken; men beweert, dat zjjne oneindige; bespraaktheid nog overtroffen wordt door zijne schrijfwoede"; men zegt', dat zijne redevoè- ringen en opstellen een roérend contrast vórmen met de verdorven staatkunde der hedendaagsèhe wereld; maar verder gaat men niet. Intusschen is het opmerkelijk, dat een correspondehtie-artikel in' de Tirties beweert, dat graaf von Beust de vriend- j schap van Frankrijk zoekt (en geenszins die van Pruissen, en dai, ondanks de tegenspraak van eenige bladen, men blijft volhouden, dat Frankrijks minis ter van buitenlandsche zaken eene nota aan Oos tenrijks premier gezonden heeftwaarin hij hem geluk wenscht met de laatst aan Pruissen* gezonden dépeche. Dat men te Weenen ook rijk gezegend ismet honden, bewijst de belasting op.dit voervoetig ge slacht. Op de kohièren voor 1869 komen 24600 voor met een bedrag van 738.00 ftorijnén. Uit Turkije meldt mendat een vreesseïijken brand de stad Janina geteisterd heeft. Er zijn 1300 magazijnen en 300 woningen in den asch gelegd. Betreffende het geschil met den onderkoning van Egypte, verneemt men telkens meer geruststellende berigten. Men verhaalt zelfs, dat een brief van den vasal Ontvangen is, die in zulk een toon is gesteld, en zulke voldoende ophelderingen bevatdat de Porte volkomen tevreden is en zelfs den onder koning heeft uitgenoodigd te Konstantinopel te komen. Intusschen mag het* bevreemdend heeten, dat de uitnoodigingen die dezer dagen aan onder scheidene personen gedaan zijn tot bijwoning van het openen van hét Suez-kanaal, toch geschied zijn van wègé en uit naam van' dén' onderkoning en niet, zoo als men beweerde, dat gebeuren zou, van den Sultan van Turkije. In China worden pogingen aangewendom de regering te bewegen tof dé exploitatie van gronden voor steenkolenmijnen die, naar vermoed wordt in ruime mate in de omstreken van Nanking te vinden zijn. Voorts zou men beproeven eene stoom- bootdienst daar te stellen door het Suez-kanaal. De Chine'scHe regering is echter tot heden nog niet gezind voor beide ondernemingen of voor een van beiden hare toestemming te geven. In Engeland trekt het muntwézen bij voortdu ring de algemeene aandacht, De kanselier der schat kist heeft voorgesteld om tot verbetering daarvan en tevens om tot eene internationale munt te geraken, een muntloonvasttestellenhetwelk met eene ge ringe vermindering Van het gehalte der goudstukken fsoii gepaard gaan. Dit voorstel vindt echter van dé zijde der béstuilrsledeü van de bank veel tegen- kanting. De bisschoppen in Ierland hebbèn andermaal te Dublin eene vergadering gehouden tot bespre king dèf belangen van de protestantsche kerk waarin óp éenë geheele reorganisatie is aangedron gen. Ook werd de .Vraag behandeld, of, nu dé Iersche kerk geen staatskerk meer is, then nog moest voortgaan met de gebeden voor het konink lijke huis. Algemeen was men van oordeel, dat die gebeden in 1871, als de kerkwet in werking komt, dienden gewijzigd te worden. Dit is waar lijk Wel een bewijs voor de opregtheid, waarmede tot nü toe die gebeden gedaan werden. Uit Spanje zijn geene bijzondere berigten. De carlisten verdwijnen meer eh méér; en men zegt zelfs dat don Carlos van verdere pogingen, althans vooreerst, heeft .afgezien en zich naar Frankrijk heeft .teruggetrokken. De effectenbeurs te Madrid, zoowel als de diplomatie, reikhalst naar den tijd, dat de troon weder door een vorst bezet zal zijn. P. van jSTplüriderqp, te Renesge, hèfeft een aardappelplant ge rooid waaraan niet minder dijn 64 gr.po'te aardappelen wa ren behalve, 8 10 klejne. Allqs wat tot heden vernomen js van dé buitensporigheden dié pit dweperij ontstaan kun nen, wórdt overtroffen dóór hetgeen nu uit de Russische pro vincie Saratow gemeld wordt. Daar hebben dë profeten eener nieuwe leer verkondigd dat dë eenige weg ter zaligheid be staat, in zelfs verbranding, en zulk een geestdrift onder de domme, en biigeloovige boeren opgewekt, dat in één dorp meel dan 1700 mensenen zich in houten huizen vereenigden en na deuren en vensters dichtgestopt te hebben, de gebou wen ih brand staken en zoo in de vlammen omkwamen. De autoriteiten, doen alles wat zij kunnen om deze enor miteiten tegen te gaandoch zonder veel gevolg. In Frank rijk zijn er 6,000,000 boerenwoningen, en nemen wij aan, dat er minstens ééne kat in Iedere woning wordt gehouden,,dan komt men tót e.en aantal van zes millioen katten. Aange nomen dat iedere kat zich jaarlijks ééns vergast op een paar jonge konijntjes en even zooveel haasjes, geeft dit een totaal van 24,000,000. Voor ieder een twaalftal patrijzen, en dit is zeer weinig, derhalve 72 millioen in 't geheel en wanneer we voor de zwaluwen, veldleéiiwerikken en ortolanen ón derstellen, dat zij er één per dag oppeuzelen, komt men tot het fabelachtige cijfer van 2 milliard 190 millioen. Een Amerikaansch tijdgenoot zegt, dat tandpijn in een oogen- blik kan genezen worden door een schoon stukje katoeuwol met eene sterke oplossing van ammonia te verzadigen en dit naauwlettend op de goed gereinigde "aangédane tand te leggen. „Het aangename gevoel," zegt. men, „hierdoor eens klaps teweeggebragt, brengt deii patiënt aan het lagchen." Wij betreuren' het haast, dat we, nadat wij met dit eerivou» digc middel bekend weidengeen tandpijn haddenanders zouden we er zeker de proef mode genomen hebben. Bij de aanlegplaats der stoombó'otén te Vénlo, zijn door de m'od- dermolen een menigte Spaanschc gouden en zilveren mun ten opgemalen. Reeds zijn een honderdtal bijeen, waarvan het oudste stuk het jaartal 1337 draagt. Te Tilburg heb ben eenige ingezetenen bet plan ontworpen om bij gelegen heid der kermis eene internationale tentoonstelling te hou den van hoeden uit vroegeren tijd. Er is eene regelings- commissie benoemd en er zijn premien uitgeloofd. Ingezonden. Aan de redactie der Goesiche Courant. Naar aanleiding eener advertentie namens de vereeni- ging van volksbelangen, geplaatst in uw noinmer van 24 dezer, en in verband met hetgeen door anderen geschréven is, verzoeken wij u het volgènde in uw eerstvolgend nom- mèr op te nemen. In genoemde advertentie wordt uitdrukkelijk melding gemaakt van eene bewering, dat in Goes geene bekwame Werklieden zouden gevonden worden, die met vrucht de in ternationale tentoonstelling te Amsterdam zonden kunnen bezoeken, en aan welke bewering men de oorzaak schijnt toe te' schrijven, dat van hieruit door de plaatselijke com missie geene gelegenheid is geopend voor werklieden uit Goes, om daarvan gebrü'i'k te* maken, terwijl tevens van andere zijden blijkt, dat iéts dergelijks wordt verspreid met de duidelijke strekking ter verdachtmaking der plaat selijke eont)iiiss\e, alè o£ éoortgeKj'ke bewering van ons of één ohier zoude' zijn uitgegaan. Hij die goedvindt eene foor den werkenden stand, in ons midden zoo grievende en kwetsende verklaring aan ons of één onzer ten laste' te leggen, kan dit alléén doen met een doel, dat wij Kever niet omschrijven, en boven dien zonder eenigen schijn van grónd, want nimmer is dit op iets dergeltjlfs door een onzer gezegd op ge daan, aan wie ook en wij sommeren daarom ieder wien hef mogelijk is, liet tegendeel fan deze verklaring aan té toónen. Gaarne geven wij; naar aanleiding van cén en ander, opheldering van onzè afwachtènde liöirdilig in dezen. Nadat door eenige' leden der provinciale' staten, tijdens de buitengewoné vergadering, gehóuden in Mei jl. offi cieus aan den commissaris des konings de toezegging was gedaan, bij de behandeling der provinciale begrooting in julij tè zullen goedkeuren, dat ceife som van 1000, op die begrooting werd gebragt." jjwor de internationale tentoonstelling te Amsterdam j' zonder bepaalde aanduiding waartoe die gelden zouden worden bestemd, het zij, ter voldoèning aan de verzoeken Van het hoofdbestuur der ten toonstelling om in de kosten daara'an verbonden te wor den onderstenïid, en waartoe destijds vooral van de zijde van dat bestuur zulke dringende aanzoeken werden ge daan ook bij de plaatselijke commissien -zoo zelfs dat Zij verlanéije dat dezen bij de werklieden zelve kleine gel delijke bijdragen zouden vragen, om de kosten dezer, zoo genaamd ten hunnen behoeve ingerigte tentoonstelling te helpen dragen hetzij tot eetiig ander doél. Aan het verzoek óm ook dén minderen burger en werkman, geldelijke bijdragen te vragen, hebben wij geen gevolg gegeven, voo-.pl ook daqrom niét omdat dé meer- gegoeden in Ons midden getoond hadden düt zij geene gel delijke offers over ha'ddeh öm' 'de kosten eëner tentoonstel ling te helpen dragen immers meer dan 60 uitnoodi gingen zajn door Ons tót dat einde rondgezondenen 14 dagén later zonder éenig bewijs van deelneming weder opgehaald en terug ontvangen later is echter door drie personen samen voor lo déelgèhom'èh. Genoeg echter zij het hier te vermelden, dat eerst op den 9 Julij, bij het behandelen der proVinciale begrooting werd beslotenom de bewuste 1000;daarin op te nemen „als toelage aan de provinciale commissie voor de in 1869 te hoyden tentoonstelling pan handicerksnijverkeid." Door dit besluit werd aan het jprfvuioiaal subsidiereen meer bepaalde bestemming gegelèh blijkbaar naar het dénk beeld van die sprekers, dié deze uitgaaf verdedigden (men zie bet bijblad der zitting van de provinciale Staten van 9 Julij) met het hoofddoel om daaruit de kosten te be strijden om éénige onzer Zeetiwsclie werklieden de tentoon stelling te laten bezoeken. Na het bekend worden van dit besluit, moest het pu bliek wel denken, dat die gelden uitsluitend bestemd zou den worden, ter bestrijding der kosten, om geschikte Zeeuw- sche werklitden de tentoonstelling te doen bezoeken, ter wijl het al spoedig bleek, dat door andere provinciale com missien, met name in Zuid-Höllandsoortgelijke bijdra gen „uit de provinciale .fondsen tot dat einde verstrekt, districts gewijze zijn verdeeld -en ter beschikking Aoïplaat selijke commissien in ieder distriet werden gesteld. Doch eene zoodanige verdeeling of beschikbaarstelling van gelden aan plaatselijke comth'fesieh in Zeekind schijnt niette hebben kunnen plaats hebben,.en van daar dan ook dat buiten de provinciale commissie, dqor geen enkele plaatselijke commissie in Zeeland werklieden opgeroepen kónden wor den om van die provinciale toelage te profiteren. Het bleek dan ook kort na dëti 9 Julij reeds, toen er geinformeerd werd hoedanig het met die fondsen stond, dat er geene gelden bij de provinciale commissien meer beschikbaar waren voor dat DOEL. Dat aan het grootste gedeelte van die 1000,.dooi de provinciale commissie eene andere bestemming is ge geven, als voor vergoeding der reiskosten voor werk lieden, schijnt dan ook voldoende te blijken, daaruit, dat slechts een betrekkelijk gering getal werklieden (grooten- deels uit Walcheren,) van die gelden, in den vorm van reiskosten heeft knnnen profiteren De plaatselijke commissie in Goes kan dus door niets geacht worden oorzaak te zijn dat tot nog toe door haar geene aanbiedingen zjn of konden worden gedaan aan den werkende stand in ons midden, om haar kosteloos de ten-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 3