Jit* V iaJiil Jmj& 0X88 CHE COURAHT, t HTYHY Aii tram i\t? i van Dingsdag 3 Aut OPENBAKE VERGADERING VAN DEN O E M E E N T E-R A A D TE GO E S den 31 Jnlij 1809. Afwezig, wegens ongesteldheid, de heeren C Pilaar, mr. P. J. van Voorst Vader en mr. J. 11. de Laat de Kanter en wegens afwezigheid buiten de gemeente de heeren mr. \Y. G. de Knolcke van der Meulen en C. C. van den Bosch, allen met kennisgeving. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. De Foor Tater deelt als ingekomen stukken mede: a. Brief van heeren Gedeputeerde Staten houdende goedkeu ring van het raadsbesluit van 22 Junij tot hot doen van af- en overschrijvingen op de begrooting van 1868. b. Brief als boven houdende goedkeuring van het raadsbesluit van den 7 April tot wijziging van de begrooting voor 1869. c. Brief als boren, mede goedkeurende het raadsbesluit van 22 Junijtot uitgifte in erfpacht der wegeling iu de Voorstad aan M. van Zweeden. d. lo. van den heer H. G. Hartman Jz. een preBent-exemplaar der wetten betreffende de maten en gewigten enz. 2o. van den heer J. van der Baan een present-exemplaar zijner Bijdrage over de Lansbergen, in der tijd predikanten te Goes; en 3o. van de heeren F. Kleeuwens Zoon een present-exemplaar van het werkje, getiteldLotgevallen van een Zuid-Bevelandschen weeswelke boekwerken allen in de bibliotheek zullen worden geplaatst rn waarvoor aan de inzenders bereids dauk is gezegd. e. Van den commissaris des konings het verslag van den land bouw in Nederland over 1867, mede geplaatst in de bibliotheek. Van burg en weth. van Delft een exemplaar van het ver slag dier gemeente over 1868. ff. Van den schuttersraad de rekening over 1868 en de begroo ting voor 1870 der dienstdoende schutterijwelke ten fine van onderzoek en voorstel aan de vaste commissie voor bet finantie- wezen zullen worden toegezonden. li. Een adres van David van den Bergh koopman te Dord recht, om toestemming tot oprigting van een magazijn voor been deren lompen en ijzer in wijk A. no. 55. De Voorzitter stelt voor dit adres, als niet behoorende tot de competentie van den raadte renvoijeren aan het collegie van burg. en weth.ten einde daarmede overeenkomstig de wet te handelen welk voorstel wordt aangenomen. i. Missive van mr. J. H. de Laat de Kanter, houdende ken nisgeving van zijn te nemen ontslag als lid der commissie voor het finantiewezen. De Voorzitter betuigt daarover zijn leedwezenvermits gedu rende het praesidium van mr. de Laat de Kanter dier commissie, de finantiele zaken der gemeente flink werden behartigd. Hij hoopt dat mr. de Laat de Kanter van zijn voornemen terug te brengen zal zijn; zoo niet, dan zal in de volgende vergadering tot benoe ming van een lid in zijne plaats worden overgegaan. k. Brief van den heer directeur van het postkantoor alhier houdende kennisgeving dat het lokaal voor postkantoorhoewel zijn eigendomvoor zijne bestemming geheel ongeschikt is ver klaard met verzoek zoo mogelijk een geschikt lokaal voor post kantoor en directeurswoning interigten. De Voorzitter zegt, dat daarop door burg en weth. is geant woord, dat in der tijd bij verkoop der voormalige fransche school de aandacht van Z. E. den minister van finantien gevestigd is geworden en tevens het aanbod is gedaan, om aan den raad een voorstel te doen dit gebouw tegen tauxatie van deskundigen aan het rijk in eigendom overtedragen, doch toen in dat aanbod niet getreden kon wordenen de gemeente thans geene panden in eigendom heeft, die voor de inrigting van een postkantoor en directeurswoning kunnen dienen en ook geene fondsen voorhanden heeft om op de eene of andere wijze in het bezwaar te gemcet te komen. Dat de directeur van het postkantoor in antwoord op zijnen brief een raadsbesluit had verlangd, ten einde het besluit aan den minister van finantien te kunnen doen toekomenaan welk ver langen de Voorzitter wenscht te voldoen en vraagt of de leden zich met het gezondene antwoord kunnen vereenigenwaarvan dan een besluit van den raad in dien geest zal worden opge maakt en verzonden. Niemand daartegen eenige bedenking hebbendewordt dien overeenkomstig besloten. en l. Eenige Staatsbladen, die bij de overige worden gevoegd. De Voorzitter legt over de gemeente rekening over 1S68, met de verantwoording van burg. en weth., die zal worden gedrukt, rondgezonden aan de leden van den raad, en gesteld in handen der finantiele commissie ten fine van onderzoek, rapport en voorstel. De Voorzitter zegt, dat van de commissie tot de oeconomische spijsuitdeeling is ingekomen een brief, houdende uitnoodiging om eene commissie te willen benoemen om bij het opnemen der rekening dienst 1868/9 te willen adsisteren. ustus I860. N°. (lil. Hij zegt dat door hem tot letKn dier commissie benoemd zijn de heeren: G. H. K'ikebeeke, O G van den Boscli en II G. llartinan Jz., v:m welke commissie een schriftelijk rapport is ingekomen en substantie inhoudende lo. dat de ontvangsten hebben bedingen 1294,837 de uitgaven- 1193,187 zoodat de rekening sloot wet een goed slot ad. f 101,65 2°. dat gedurende 13 weken aan een opvolgend toenemend getal van 223 huisgezinnen en eenloopende personen zijn uitge deeld 15 7 20 portien soep, zoodat iedere portie ongeveer op 7 'J{ cent te staan- is gekomen en 3°. dat het belangrijke en weldadige dier instelling bij het onderzoek der rekening in ruime malen en bij vernieuwing ge bleken zijnde, de commissie niet geaarzeld heelt de rekening namens den raad goed te keuren en den dank aan die commis sie betuigd heeft voor hare verrigtingen, onder aanbeveling, om bij den volgenden winter weder hare diensten aan die nuttige instelling te willen wijden. tiet voorstel van den Voorzitter om liet rapport in het archief te deponeren onder dankbetuiging aan de commissie voor hare bemoeijingen, wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. De Voorzitter zegt dat op de begrooting van uitgaven voor het loopende jaar geen post voorkomt tot voldoening der rente van de geldleening ad. 10000,en stelt namens burg. en weth. voor, hen te magtigen tot afschrijving eener som van 334,van de post voor onvoorziene uitgaven op een nieuw onderdeel van art. 1, Afd. 1 Hoofstuk V, te weten: d rente der geldleening van 10000,ad. 5% aangegaan in 1879, zulks behoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten. Waartoe zonder discussie wordt besloten. De Voorzitter zegt dat van heeren de Koek en Uyt den Bo gaard te Amsterdam berigt is ontvangen, dat in het raadsbesluit van 7 April door het Grootboek eene aanvulling wordt verlangd, door achter de woorden: om eene som van 1900,te ver krijgen, nog te voegen: waartoe een nominaal kapitaal van 3400,wordt vereischt. Dat burg. en weth. die bijvulling hebben gedaan en aan heeren Gedep. Staten ter goedkeuring beb- ken toegezondendoch daarop berigt ontvangen dat dat collegie bezwaar maakt in die goedkeuringomdat eene verandering in een door dat collegie goedgekeurd raadsbesluit door hen niet kan worden goedgekeurd en dat om het bedoelde oogmerk te berei ken het noodig zal zijn, een nieuw raadsbesluit aan hunne goed keuring te onderwerpen. Hij stelt namens burg. en weth. voor het besluit van 7 April met bijvoeging van waartoe een nominaal kapitaal van 34U0, wordt vereischt, andermaal ter goedkeuring optezendrn, waartoe zonder discussie wordt besloten De Voorzitter doet voorlezing van een rapport van buig. en wetb., omtrent de punten die bij de behandeling der begrooting voor 1869 tot opmerking geleid hebben en in substantie inhou dende 1». dat de zaak over bet wederzijds gebruik van de klok en de bergplaats voor brandspuiten nog aanhangig is eu het ant woord van heeren kerkvoogden nog wordt ingewacht 2°. dat de opdragt vau het keurmeesterschap van vee, vleesch en spek meermalen met den veearts van Mervennee is besproken en hij gisteren verklaard heeft, dat het met zijne praktijk ondoenlijk was het keuraieesterschap op zich te nemen. De Voorzitter zegt dat hij de keurmeesters uitgenoodigd heeft bij het minste verdachte geval den veearts te ontbieden, en hij verklaart niet genoeg te kunnen prijzen de welwillendheid zoowel van de veearts als de keurmeesters waarmede aan zijn verzoek is en wordt gevolg gegeven. Nu de veearts bepaald verklaard heeft het keurmeesterschap niet op zich te kunnen nemen, komt het hen voor het best te zijn op den bestaande voet voort te gaan; de dien ten gevolge noodige wijziging in de instructien hoopt hij later ter tafel te brengen. Dhr. Verhagen vraagt het woord omdat hij bij de behandeling dezer aangelegenheid sterk heeft aangedrongen om een weten schappelijk keurmeester te benoemen; hij verklaart volkomen ge noegen te nemen roet de gegeven inlichtingen en alhoewel hij het wenschelijk acht de keuring aan een wetenschappelijk man op te dragen ziet hij geen bezwaar in, en zal hij zijne goedkeuring hechten aan de bestendiging van de tegenwoordige titularissen. 3o. dat tot het geven van gelegenheid, tot bezigtiging van het gemeente archief, den 22 Januarij jl. publicatie is gedaan. Dhr. Verhagen zegt, dat hij onlangs dringend behoefte heeft gehad, aan inzage van een stuk uit het archief, en die inzage na veel moeite heeft verkregen; hij wijst daar alleen op, om te vragen, of in die publicatie niet een uur is aangewezen. De Voorzitter antwoordt, dat daartoe gelegenheid is gegeven, des Vrijdags middags van 12 uur. 4o. dat met de vergrooting der tafel voor de raadsvergade ringen beter is te wachten, tot na de bekendmaking der offici- eele uitkomsten van de aanstaande tienjarige volkstelling.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 5