BIIMIXIENLANDSCHE BERIGTEIM*
Borssele. Van de 51 hebben 26 kiezers stemmen
uitgebragt, waarvan een van onwaarde. De aftre
dende leden Jan Steketee met '16 en Adriaan van
Overbeeke met 15 stemmen zijn herkozen.
Wissekerke C. a. Aantal kiezers 146. Uitgebragte
stemmen 104. Gekozen de aftredende leden M. Mar-
kusse Abrz. met 70, C. de Smit Dz. met 63 en Jo
hannes van Oeveren met 57 sternrn.
strijdigheid bij hen, die zeggen, dat leven te wen-
schen, maar de middelen niet willen, waardoor
het moet worden opgewekt.
Het is duidelijk, dat velen de beweging, die
slechts de vracht van kunstmatige opwinding is,
voor leven willen laten geldenmaar die voor
algeineene ontwikkeling vreezenwel overtuigd,
dat een volk, tot zelfbewustheid ontwaakt, niet
langer aan den leiband van anderen zal gaan en
zich niet in beweging laat brengen om slechts
den wil van de bewegers te dienen.
Waar leven is moet zich ook zelfstandige han
deling openbaren, of het verdient dien naam niet.
En juist die zelfstandigheid, zij is het, die velen
nog duchten en tegenwerken.
Men bedriege zich dan niet, in het oordeel over
de verschijnselen van onzen tijd, en late zich niet
wijs maken, dat er al te veel zou gedaan zijn,
om het volk tot een zelfbewust leven te brengen.
Er is nog veel te doen, eer de beweging, als
teeken van eigen overtuiging en eigen werkzaam
heid, zal kunnen beschouwd worden.
En dat is het handelen, waarvan alles moet
uitgaan, waarop wij, in de eerste plaats, aandrin
gen, dat men het volk dat licht mededeele, waar
door het uit eigen oogen kan leeren zien, waar
door het verwarmd wordt, om zich de algemeene
belangen als eigen belangen aantetrekken.
Wij zijn op den weg dier ontwikkeling. Een
breede stroom komt ons tegen, die terug dringen
wil; het is de roeping van het oogenblik, om
allen te overtuigen, dat die stroom moet gekeerd
worden.
Wij zijn niet bevreesd, dat daarvan verkeerde
gevolgen te wachten zijn, zooals men ons wil wijs
maken. Een volk, dat verstandelijk ontwikkeld
is, geeft, in die eigenschap zelve, den waarborg,
dat het aile onverstandige uitersten zal mijden.
Maar dat is dan ook het werk van ieder bur
ger, om zich tot die hoogte te brengen en ande
ren daartoe de hand te reikenwaar en zooveel
hij kan. Onze belangstelling in enkele oogen-
blikken moet ons niet doen denken, dat wij die
hoogte reeds bereikt hebben. Ook in het oor
deel over ons zeiven bedriegen wij ons ligt en
verwarren beweging en leven.
Met ons zeiven beginnen is daarom noodig.
En hoe meer, langs dien weg, de staat aan dege
lijke burgers wint, des te vruchtbaarder en duur
zamer zal het leven zijn, dat zich niet altijd in
velerlei beweging vertoont, maar alles doordringt
en het geluk van land en volk bestendig doet
toenemen.
GOES, 26 Julij 1869.
De N. Goessche Courant geeftin haar laatste
nommer, eene zoogenaamde Ophelderingom zich te
verdedigen tegen het verwijt van inconsequentie, in
hare houding ten tijde der verkiezing voor den ge
meenteraad. Het ware beter geweest zoo zij die
had terug gehouden, want zij laadt nu ook de schuld
van onwaarheid spreken op zich en releveert zelve
wat beter vergeten ware.
Door een misverstand, zegt zijheeft een inge
zonden stuk den sehijn gekregen van de redactie
zelve afkomstig te zijn. Dat is mogelijk. Maar het
is onjuist, als zij daaruit afleidtdat de redactie bij
de verkiezing geene bepaalde kandidaten aanbeval.
Wij verwijzen haar naar het n°. van 16 Julij 11.,
naar een paar zinsnedenwaarop wij reeds vroeger
wezen. Daar schreef de redactie (bl. 2, kol. 1, reg.
37 v. b.) dat zij, om den schijn van personaliteit te
ontgaan, geene bepaalde kandidaten wilde aanbeve
len en t. a. p. reg. 59 schreef zij aan hare vrienden
voor, om de bekende, en in datzelfde nommer ge
noemde, kandidaten van Steunende op den hijbei enz.,
te kiezen.
Dat onloochenbare feitdat zij kandidaten aan
wijst en om hunne rigting aanbeveelt, onder verze
kering van geene personen te willen aanbevelen, is
door de zoogenaamde opheldering niet weersproken,
en het spijt ons, dat wij onze geachte zuster op zulk
eene onjuistheid moeten betrappen die wijals ge
volg van te grooten ijver voor haren kandidaat
zouden willen vergeven maar die dan niet ver
schoond moest wordenmet te verwijzen naar eene
omstandigheid die daarmede niets te maken heeft.
Wij zouden dat niet gewacht hebben van de redactie,
die meermalen zegt zeer naauwgezet van geweten te
zijn en die zich aansluit bij hen die op den bijbel
steunen. Waarom kwam de redactie er maar niet
rond vooruitdat zij de kandidatuur van den heer
J. J. Pompe heeft willen bevorderen zonder later
te spreken van misverstand en van inzenders, die zij
toestond den schijn aantenemen van tot de redactie
te behooren en die zij na gebruik te hebben ge
maakt van hun werk, nu aan de kaak steltnog
wel met bijvoeging, dat zij de verantwoordelijkheid
voor hun geschrijf niet op zich wil nemen. Steu
nende op den bijbel mag het niet vergeten worden,
dat deze nevens zoovele voorschriften van eerlijk
heid opregtheid en goede trouw ook den regel
geeftLiegt niet tegen elkander.
De commissie der (Economische spijsuitdeeling,
deed heden, in tegenwoordigheid van heeren gecom
mitteerden uit den gemeenteraad, rekening en ver
antwoording harer administratie over het jaar 186|,
waeruit bleek, dat gedurende 13 weken tot 3 April
1869 aan een getal van 223 huisgezinnen of eenloo-
pende personen, in 'tgeheel 15720 portien soep zijn
uitgereikt, tot welk einde door de ingezetenen voor
eene som van 1073,62 was ingeschreven. Extra
giften en restitutie bedroegen 154,93, terwijl de
uitgaven hebben bedragen 1184,18'.
De commissie vertrouwt dat de burgerij hare bc-
langelooze bemoeijingen zal blijven op prijs stellen
en hare medewerking schenken wanneer de tijd
weer noopt, om de anders nijvere daglooner die
dan de noodige verdienste mistdoelmatig te ge-
moet te komtn.
Het eindexamen bij de Hoogere burgerschool
in de vorige week afgelegdheeft een zeer be
vredigend resultaat opgeleverd. De vier jonge
lieden die zich daartoe hadden aangemeld zijn
allen geslaagd. Uit Middelbui'g werden geëxami
neerd B. P. Bilheimer en J. A. A. Blankertuit
Goes L. M. van Kampen en J. de Korne.
Te laat om in 't'vorig nommer op te nemen ont
vingen wij betreffende de verkiezing nog berigt uit
Den 23 dezer had in den gemeenteraad te Bath
de plegtige uitreiking plaats van medailles en ge
tuigschriften toegekend aanF. Schweighard kwar
tiermeester M. van Felt, W. van de Vélde, G.
Andrew, L. S. Bor en J. Barendregt sloeproeijers
(de twee laatste waren afwezig) voor het redden van
een Belgisch onderdaan in den nacht van 1 Dec.
1867, toen een hevige storm op zee woedde. Deze
onderscheiding werd hun door het Belgische rijk
toebeschikt door de bemoeijing van den consulairen
agent van dat rijk, de heer FV. de. Grooff. Ook
ter zelfder tjjd werd hunne raenschlievende daad
door ons gouvernement beloond.
Met eene kortekrachtige toespraak werd aan
die vier mannen het eermetaal door den voorzitter
op de borst gehecht, waarna de kwartiermeester een
woord van dank bragt aan allen die hadden mede
gewerkt om hun ten tweeden male zulk eereblijk
te doen erlangen, met de belofte om waar dit in
hun vermogen was voor hunne in nood verkee-
rende natuurgenooten alles te wagen. Ter bijwo
ning der plegtigheid waren eenigen uitgenoodigd
en werd na den afloop in gezelligen kring menige
toast aan koning Leopold LI, Willem III, de red
ders enz. gebragt.
In de Volkszeitung leest men het volgende oor
deel over ons land ten opzigte zijner scholen»Het
koningrijk der Nederlanden is sedert eenigen tijd
van het geluk verstoken, om volksscholen te be
zitten, die oüder den invloed van de geestelijken
van het een of ander kerkgenootschap staan. Het
behoort tot de weinige landen die geen staats
godsdienst kennen en waarin de onafhankelijkheid
der burgerlijke en staatsburgerlijke regten van de
kerkelijke belijdenis, niet slechts in de grondwet
geschreven ismaar ook in de praktijk bestaat.
De volksschool wordt er niet door kerkelijke ver
ordeningen gereglementeerd; zij is in de eigenlijke
beteekenis des woords Konfessionelosdat ishet
godsdienst-onderwijs wordt als eene zaak der ouders
beschouwd en is daarom van het programma der
volksschool uitgesloten.
Evenwel kan men niet zeggen, dat Nederland
uit een zedelijk oogpunt beschouwdbij de andere
staten achter staat. De statistiek, die met duidelijke
cijfers den zedelijken toestand van een land het
sprekendst uitwijst, toont veel meer aan, dat on
danks het gemis van kerkelijk godsdienstig onder
wijs op de volksschool, het koningrijk der Neder
landen uit een zedelijk oogpuntwat bij voorbeeld
het aantal misdaden, dat der buiten huwelijk ge
borenen enz. aangaattot voorbeeld zou kunnen
dienen voo'r andere landen waar staat en kerk voor
het heil der zielen van de bevolking zorgen. Maar
ook in Nederland is er eene partij, in wier oog
deze toestand een gruwel is; eene partijdie gaarne
de godsdiensttwisten weder in de school zou willen
terugbrengen. Deze partij, die uit piëtistische pro
testanten en ultramontanen bestaat, even als bij
ons (Duitschland), die de school weer onder de voog
dij der kerk zou willen brengen en sedert jaren
de vrijzinnige onderwijswet krachteloos poogt te
maken, heeft bij de verkiezingen (voor de tweede
kamer) eene gevoelige nederlaag geleden, daar de
groote meerderheid der kiezers zich voor de neutrale
volksschool verklaard heeft. Deze overwinningdoor
de voorstanders van het vrije volksonderwijs behaald,
begroeten wij als een gunstig voorteeken van het
zelfde streven in ons vaderland (Pruissen) waar even
wel nog menige schrede op den weg van vooruit-
gaug moet gedaan wordenom een voorregt te
verwervendat het Nederlandsche volk zoo dapper
weet te verdedigen."
Het Dagblad bevat in zijn nommer van jl. Zatur-
dag een berigt, dat Dr. Matthiesen een middel heeft
gevonden om papier uit krullen en houtzaagsel te
bereidendoor deze in water te laten rottenten
gevolge waarvan de bestanddeelen van het hout
ontbonden en de vezels afgezonderd worden, welke,
gebleekt en gekookt zijnde, tot bereiding van de
papierpap dienen. Wij hebben de eer niet ge
noemde uitvinder te kennen, maar het spijt ons,
dat wij hem zijne uitvindings-illusie moeten ont
nemen.
In het bezit van onze uitgevers i3 een werkje,
gedrukt in 1770 en getiteld: Proefnemingen en
monsterbladen om papier te maaken zonder lompen,
of met een gering bijvoegsel dier zeiven: door Jacob
Cliristiaan Schcifer. Daarin komen niet minder dan
zes monsters van papier voorvervaardigd uit
zaagsel, krullen of hout, ongeacht de papiermon
sters van hop- of wijngaardranken, van mos of
koolstronken enz. gemaakt
Gelukkigdat de octrooijen afgeschaft zijn, want
daardoor wordt Dr. Matthiesen het halen van een
langen n bespaard. Onze uitgevers willen het
werkje en de bijgevoegde monsters gaarne op hun
kantoor ter inzage van belangstellende stellen.
De Purmerender Courant Hrevat in haar nommer
van 25 Julij een hoofd artikel: Iets voor bestuur
ders en bestuur der essen, voor onderwijzers en onder-
wezenen, waarin zij wijst op den beklagenswaar-
digen toestand waarin nog vele onderwijzers ver-
keeren. Zij herinnert zich o. a. nog voor een
paar maanden in de Haarl. Courant eene oproeping
gelezen te hebben van sollicitanten naar eene va
cerende hoofdonderwijzers plaats, waaraan verbonden
was eene bezoldiging van 400 en 25 voor
gemis van vrije woning. Het blad geeft den raad
om op het vergelijkend examen dit voorstel voor
de rekenkunde te doen oplossen: Gegeven: eene
maag, die nog al gezond is; eene vrouw, die 'thare
goed wil gebruiken; vier spruiien, die tamelijk
innemend sijn in den regten zin des woords: Yrage:
Hoe zult gij, met vierhonderd gulden 'sjaars,
waar eerst nog wat afgaat, voorzien in de behoeften
van die allen, en dan bij 't einde misschien ook
bij den aanvang des jaars van harte kunnen
zingen: Schept vreugde in 't leven?" De Purm.
Courant gelooft dat de heeren sollicitantenal
zijn zij zelfs geexamineerd in de wiskunde, wel
een poosje daarover zullen zitten suffen.
De lage prijzendie men in Engeland' voor de
boter besteed, hebben op de markten in Friesland
zulk een invloed uitgeoefenddat de prijzen dei-
boter aanmerkelijk gedaald zijn en hoogst waar
schijnlijk nog meer zullen dalen.
In de laatste jaren is uit genoemde provincie voor
21 millioen gulden aan boter en kaas en voor 5
millioen aan rundvee, schapen en varkens gevoerd.
Als eene bijzonderheid wordt uit Wouw gemeld
dat men aan die verkiezing grijsaards van 80
82 en 86 jaren zag deelnemen.
De raad dier gemeente telt vijf leden diedoor
elkander genomen, 80 jaar oud zijn en zeer gere
geld aan alle beraadslagingen deelnemen; een
dier leden, tevens wethouder, heeft bijna 50 jaren
zitting in de gemeenteraad en ziet eerstdaags met
belangstelling de viering van zijn jubelfeest te gemoet.
De Keulsche dom werd in de vorige week
door een zelfmoord ontheiligd, 's Namiddags tus-
schen 2 en 3 ure maakte een man, blijkbaar tot
den arbeidenden stand behoorende, door een pistool
schot aldaar een einde aan zijn leven vlak voor
het hoogaltaar. Thans vernemen wij dat, dadelijk
nadat men het lijk had verwijderd, de kerk gesloten
werd, tot dat zij alsvorens weder godsdienst
oefening er in uiogt gehouden worden, op nieuw
was gewijd geworden. De bisschop van Keulen
heeft zich gehaast, deze wijding te verrigten.
Napoleons tweede ik. Iemand, die met den per
soon, van wien in deze regelen sprake is, in één
regiment gediend had, verhaalt het volgende:
Kort na den veldtogt in Rusland, toen Napoleon
te Parijs was teruggekeerdwerd hem verhaald
dat zich daar een man bevond, die zoowel in ge
stalte als in gelaatstrekken sprekend op hem geleek.
De keizer, nieuwsgierig zijn evenbeeld te zien, liet
den persoon ontbieden, die spoedig daarna voor
hem verscheen.
Napoleon vond de gelijkenis mede zeer groot
liet den man eene uniform aantrekken gelijk hij
zelf droeg, plaatste zich met zijn tweede ik voor
den spiegel en lachte hartelijk.'
Hij vraagde naar de betrekking en de omstan
digheden van zijn bezoeker, die iets jonger was dan
hij en vernam, dat hij bediende was bij een han
delshuis te Parijs, doch niet veel lust in dit werk
had. Gedurende dit gesprek bespeurde Napoleon,
dat de man, die hem naar 't ligchaatn zoo zeer ge
leek, in gaven des geestes niet de minste overeen
komst met hem had en eer dom dan schrander
kon heeten. Zijne eenvoudigheid vermaakte den
keizer eene poos, en toen deze geen lust meer had
zich met hem bezig te houden, gaf hij hem ver
lof een verzoek te doen. Mr. La Touche zoo
heette de tweede ligchamelijke Napoleon ant
woordde, dat hij wel iets te verzoeken had, doch
vreesde dat aan zijn verlangen niet zou vol'daan
worden. De keizer gaf hem daarop echter zijn