BUITENLAMP. waar hij in den nacht is gearriveerd en in ar rest gezet. Door het bestuur der Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels is aan Z. Ex. den mi nister van financiën het volgende adres aangeboden. DeVereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels, veroorlooft zich, Uwe Excellentie haren dank te betuigen voor het tot stand brengen van de wet tot afschaffing van het zegelregt op gedrukte stuk ken en op de advertentiën in de nieuwspapieren. Mogen van den gewigtigen maatregel heilzame gevolgen voor de algemeene volksbelangen worden verwacht, in het bijzonder acht de Vereeniging zich geroepen, hare erkentelijkheid te betuigen voor de welwillendheid, waarmede Uwe Excellentie de billijke wenschen van den boekhandel in dezen heeft ontvangen en doen gelden. lntusschen, indien de adressante zich verheugt, dat de tot stand gekomen afschaffing, de Nederlandsclie letterkunde en den boekhandel, zoowel als andere takken van nijverheid, van eene eenzijdige belemme ring ontheft, acht zij zich verpligt, Uwe Excellentie met bescheidenheid te wijzen op de omstandigheid dat deze nieuwe toestand aanleiding geeft tot de uit breiding van concurrentie, die, als zij door de re gering wordt gewettigd, onvermijdelijk een hoogst verderfelijken invloed op den geheelen tak van boek handel en die der debitanten, zal uitoefenen. Het is Uwe Excellentie natuurlijk bekend, dat de postkantoren zich door het leveren van tijdschriften en dagbladen, welke per post verzonden worden, altijd eenigermate met den boekhandel hebben inge laten. Hoewel dit handeldrijven van 's lands amb tenaren in het algemeen niet kan gebillijkt worden, heeft de adressante zich daarom tot dusverre niet met dien aandrang, welke thans noodzakelijk wordt, beklaagd, omdat dit handeldrijven, waarschijnlijk het gevolg van de controle op het zegelregt, uit den aard der zaak meer beperkt was. Thans echter is door de afschaffing van het ze gelregt, een geheel nieuwe toestand geboren. Het is te voorzien, dat, nu de contröle aan de postkan toren, te gelijk met de zegelbelasting feitelijk is ver vallen, en daardoor de verzending per post veel ge makkelijker is geworden, boeken en tijdschriften in 't vervolg grootendeels en steeds meer langs dezen weg door den boekhandel zullen worden verzonden, en nu blijkt het, o. a. uit gedrukte stukken, dat de verschillende postkantoren voornemenszijn, dezen nieu wen toestand in hun eigen belang te exploiteren. Mogten deze handelingen door de regering worden toegelaten, dan is het te voorzien, dat de postkan toren, gebruik makende van de vele hulpmiddelen, waarover alleen in het algemeen belang mag- beschikt worden, zich allengs geheel van den kleinhandel in boeken zullen meester maken, en hiertegen" is het, dat de adressante in tijds hare bezwaren meent te moeten doen gelden. Zonder zich te verdiepen in de kwestie, willen zij met vertrouwen aan het onderzoek van Uwe Ex cellentie onderwerpen, of het in het algemeen be lang wenschelijk kan worden geacht, dat staats-amb- tenaren, aan wie de zorg voor eene der belangrijkste afdeelingen van administratie is toevertrouwd, zich in hun eigen belang wijden aan een bijzonderen tak van handel, wenschte zij U opmerkzaam te maken op de onhoudbare positie, waarin de boekverkooper geraakt, wanneer hij, genoodzaakt zich tot eene staatsinstelling te wenden, juist daar zijn concurrentie vindt, die, met den natuurlijken ijver bezield, om hun handelsrelatiën uit te breiden, in de gelegenheid zijn, niet alleen zijne zaken te controleren door het nagaan zijner zendingen, maar die ook, door de re gering gesteund, met een door de regering betaald personeel, en in hun eigen belang gebruik makende van de hulpmiddelen der post-administratie, gemak kelijk in staat zijn om zelfs de groote activiteit van ieder, die niet tot het corps van ambtenaren behoort, nutteloos te maken. Het komt de adressante voor, dat dit handel drij ven van lands-ainbtenaren alleen dan zou kunnen worden toegelaten, als het bleek, dat op geen an dere wijze aan de billijke eischen van het publiek kon worden voldaan, en zij ontkent niet dat er vroe ger, toen de middelen van gemeenschap meer te wenschen overlieten, aanleiding kan hebben bestaan, om de postkantoren te magtigen, daarin te gemoet te komen, maar thans zij durft het zonder vrees voor tegenspraak verklaren is er geen enkele grond voor,., de bewering, dat de tusschenkomst der post-administratie noodig, nuttig of zelfs gewenscht zou zijn voor het lezend publiek, daar de boekhan del, door gebruik te maken van het vervoer per post, ruim gelegenheid heeft, om in de behoefte, ook op kleinere plaatsen, te voorzien, indien zijne ont wikkeling althans niet door ambtenaars-concurrentie wordt verlamd. Dat de vrijheid tot dien handel aan de postbeambten zou gegeven zijn met het oog op hunne bezoldiging, is toch wel niet aan te nemen, daar het zeker het eenige voorbeeld hier te lande zou zijn van ambtenaren, in wier behoefte op zoo danige wijze wordt voorzien. Het ligt niet in de bedoeling der adressante, om eenigen blaam te werpen op het personeel der post administratie, zij is overtuigd, dat, voor zooi er daarop gegronde aanmerkingen worden gemaakt, deze het noodlottig gevolg zijn van den tweeslaehtigen toe stand, waarin ambtenaren geplaatst zijn, die, in dienst van den Staat, geroepen om werkzaam te zijn in het belang van allen, genoopt worden zich, tot ver betering van hun flnantieeleu toestand, meer bijzon der te wijden aan het belang van enkelen, wier begunstiging hun verre van onverschillig is. Hierom te meer vvenseht zij voor Uwe Excellentie hare over tuiging uit te spreken, niet alleen dat het onbillijk tegenover den boekhandel zou zijn, om de uitbrei ding eener zoo ongelijke concurrentie door Staats ambtenaren te steunen, inaar vooral ook, dat liet ver trouwen, thans nog door de Nederlandsche post-ad ministratie genoten, noodzakelijk moet verliezen, wan neer hare beambten een deel hunner bezoldiging moeten vinden in een handel, die hen partijdig tegenover den een, afhankelijk van den ander maakt. Op dezen grond vindt de adressante vrijmoedigheid, om Uwe Exellentie eerbiedig- te verzoeken, dat zij besluite, om, zoo spoedig dit zal kunnen geschieden, aan de ambtenaren der post-administratie te verbieden, zich te belasten met den handel en den verkoop van boeken, tijdschriften en dagbladen. 't Welk doende enz. g.-t r t: 1 r.'.ump a. rvr- v -i j.™. wn l uïili Het hoogerhuis in Engeland houdt zich altijd nog bezig met de Iersche kerkwet. De jongste couranten houden het bérigtin, dat zij den 1 Mei 1871 zou in werking treden en niet in 1872 zoo als eerst was bepaald. De conservatieven bereiden zich voor tot een laatsten strijdbij gelegenheid van de laatste lezingdie aanstaanden Donderdag zal plaats hebben eu lord Clancartie heeft bekend gemaakt dat hij een voorstel zal doen tot verwer ping van de wet. Omtrent de ontvangst die de wet bij het lagerhuis zal hebbenals zijzooals zij door het hoogerhuis is gewijzigd, zal worden in gediend, zijn allerlei geruchten in omloop. De Standard gaat zelf zoover, dat zij op een toon van van officieel gezag mededeelt, dat »het ministerie of om juister te spreken, de premier, en de presi dent van het burau van koophandeldie in waar heid het kabinet uitmakenbesloten hebbenaan het lagerhuis te verzoeken, de bill zooals zij ligt te verwerpen en weder terug te brengen in zijn ouden oorspronkelijken vorm." Dit is zeker, dat het lagerhuis de amendementen van het hoogerhuis niet met toejuiching heeft begroet, maar die amen dementen zijn met waardigheid en bezorgdheid bediscusseerd. In het wetgevend ligcliaajn van Frankrijk wordt het onderzoek der verkiezingen steeds voortgezet en men gelooft, dat d - zaak met spoed hare be slissing nadert. Te Parijs zijn allerlei geruchten in omloop, ten aanzien dezer beslissingdoch met zekerheid is nog niets te zeggen. Er was voor jl. Zaturdag een voorstel aan de orde, om tegen heden de kamers te constitueren. De regering had zich tegen dit voorstel niet verzeten daarin werd een blijk gezien, dat zij de interpellation en discus- sien ook in deze buitengewone zitting, niet wenscht te ontwijken. Een aardig incident deed zich in de zitting van Vrijdag voor. De minister Rouher sprak van »een dijk die tegen de revolut e moest opgeworpen worden." De heer Picard antwoordde, op de regterzijde wijzende: »Daar zetelt de revolutie!" waarop de markies de Prié uitriepliet zal u niet gelukken de regering op uwe hand te goochelen!" Een ander incident is dat de heer Pelletan die van den 2 December sprekende, deze eene crime noemde, tot de orde geroepen werd. Uit Spanje meldt men dat don Carlos een ma nifest heeft openbaar gemaakt in den vorm van een brief aan zijn broeder, waarin hij te kennen geeftzich niet als pretendent naar de kroon te kunnen aangevendewijl hij gelooft de kroon reeds op het hoofd te voelenzoo overtuigd is hij van zijn goed regt. X' lndependance van gisteren be vat twee telegrammen uit Madrid, waarvan de eerste melddedat de rust te Barcelona was vei stoord de andere dat de graaf de Chesteofschoon dit ontkend, de hulp van keizer Napoleon III zou hebben ingeroepen, tot herstel van koningin Isabella op den Spaansehen troon. Verschillende dagbladen bespreken op nieuw de zaak van Rome. De Frawpiis meent dat eene con ventie gesloten is tusschenFrankrijk, Oostenrijken Italië en dat om de laatste mogendheid tot die overeenkomst te brengen Napoleonmet verzaking der September-couventiede terugroeping zijner troepen uit Rome zon toegezegd hebben I.a Patrie weerspreekt dit gerucht en meentdat, juist inte gendeel, een dervoorwaarden van het verb.ond is, dat het status quo gehandhaafd blijft. »Italie, zegt dit blad, en zijne tnagfige vrienden, hebben te veel belang bij het laten rusten der kwestiedie zonder eenig voordeelgeheel de katholieke wereld in rep eu roer zou brengen. De omstandigheiddat eenige afgezanten bij het hof van Italië te Mont-Catini de baden gebruiken waar ook de president van het Italiaanscbe ministerie en de chef' van het huis des keizers van Oostenrijk vertoeven brengt de Wiener Presse tot de mede- deeling dat werkelijk eene overeenkomst gesloten is, met betrekking tot de wijze van bandelen op of tegenover het aanstaand kerkelijk concilieen dat ook de gezanten van Beijeren eu Rusland daar aan toegetreden zijn. Het zal echter voorzigtig zijnom niet te spoedig geloof aan deze mede- deelingen te slaan, want het laat zich naauwelijks denken dat eene zoo ernstige zaak onder ot tijdens eene onschuldige badkuur zou besproken en af gedaan worden. De sultan van Turkije heeft eene diplomatiek nota aan zijne gezanten in de verschillende rji- ken gezonden waarbij hij de onragtmatige hou ding van den onderkoning van Egypte laakt en liet voornemen te kennen ge ftzelf hel kanaal van Suez te zullen openen. Dat bij daarbij zijn Egyptische onderdanen een indruk zal trachten te geven, van zijne magt en zijn aanzien, spreekt van zelf'. De onderkoning van Egypte heeft daarop aan zijn suzerein eene missive gerigt, tot veront schuldiging van en inlichtingen omtrent zijne Euro pese lie reis. Dat hij echter zijne plannen toch zal doorzetten, meent men daaruit te bespeuren dat hij sir Bakereen Engelschman, die eene reis in de binnenlanden van Afrika wil ondernemen, tot pacha heeft benoemd en hem een geleide van 4000 man mede geeft, waarover hij vrij beschikken kan. Rusland gaat voort met de vernedering van Po- l..n. De keizer heeft weder eene ukase afgekon digd, waarbij 245 Poolsche steden, voortaan slechs den naam van dorpen zullen dragen. Een 200tal Chinezen, die bij de veivolging van eene bende Kirgisen de Russische grenzen waren overgetrokken zijn niet groote verliezen terugge drongen. Overigens deelt men uit China mede, dat de regering concessie zou hebben verleend, tot eene telegrafische verbinding van de havens iu dat rijk, met San Francisco, en dat deze concessie ook aan den senaat te Washington is aangevraagd. De afstand tusschen San Francisco en China be draagt 7000 engelsche mijlen, terwijl die tusschen Ierland en New-Foundland (de atlantische telegraaf) slechts 1900 mijlen is. Men kan zich daaruit een denkbeeld maken van dit reusachtig werk. In Noord-Amerika sluiten zich de Ieren meer aan elkander, hetgeen voor geene goede gevolgen doet vreezen. Men gelooft dat het teniauismus we der met vernieuwd leven wordt bezield, waartoe de zaak der Iersche kerkwet in Engeland, ook het hare zou bijdragen. Dit wekt te meer argwaan, daar de fenian IVarrezeen onderhoud heeft ge had met den president der Vereenigde Staten, welke laatste een onderzoek heeft bevolen naar don toe stand der door de Engelsche gevangen genomen Iersche onderdanen van Amerika. Overigens meldt men van daar, dat New-Foundland is opgenomen in den statenbond van Engelsch-Amerika, en dat de regering van Canada is gemagtigd, om ook te onderhandelen over de opname van Prins Edu- ards eiland. Uit Havana meldt men, dat de Pruissisehe con sul-generaal eene circulaire heeft gezonden aan alle Duitsche consuls in de Vereenigde staten waarin hij deze opwekt, zich niet in te laten met de schepen der vrijbuiters, die naar Cuba bestemd zijn, Het regeringsblad van Pruissen bevat de wet tot gelijkheid van alle godsdiensten voor den staat. Zij heeft slechts een artikel, inhoudende dat alle onderscheid van burgerlijke en politieke rigting, ge grond op het verschil van godsdienstige belijdenis, is afgeschaft, en dat voortaan iedereen, onverschil lig tot welke gezinte hij behoore, tot openbare be trekkingen kan benoemd worden. De nieuwsbladen uit Belgie, bevatten allen be- rigten van de zitting der provinciale radendie dezer dagen gehouden zijn. Die van den raad van Antwerpen heeft zich door een zonderling in- cedent gekenmerkt. In een der couranten leest men daaromtrent het volgende. De blikken zijn thans op Antwerpen gevestigd. De gouverneur van deze provincie is bij de opening der zitting van de provinciale staten, door de ka tholieke meerderheid dier vergadering zeer hevig aangevallen geworden. De voorzitter zelf, advocaat Blondclvroeg hem opheldering van de woorden, door hein gesproken tot een deputatie der Association liberaleen waarin de gouverneur de meerderheid der prov. staten zou hebben voorgesteld, als offerde zij alles op aan het verlangen om de jezuiten te be schermen. De heer Pijcke, de gouverneur, weigerde de gevraagde ophelderingen en zijne zeer fiere taal werd door het publiek toegejuicht, dat weg met de Jezuitenbegon te roepen. De voorzitter liet daarop de tribunes docr het publiek ontruimen. De menigte, op de binnenplaats teruggedreven, liet daar hare de meerderheid vijandige kreten nog lang hoo- ren. De gouverneur, uitgenoodigd de politie te doen ontbieden, gaf ook hieraan geen gevolg en toen hij bij herhaling geweigerd had opheldering zijner bo venbedoelde woorden te geven werd eene motie voorgesteld, luidende als volgt: »De provinciale staten van Antwerpen verklaren dat zjj niet ver diend hebben de beschuldiging door den gouverneur tegen hen ingebragt." Met 37 (katholieken) tegen 6 (liberalen) stemmen werd deze motie aangenomen; 8 leden (gemengden) hielden zich buiten stemming. De heer Goris, lid der staten en die altoos de juzui- ten het ijverigst ondersteund heeft, verklaarde, dat hij gewaarschuwd was geworden legen een voorge nomen moordpoging op hem en daarom de zaal niet durfde verlaten. De gouverneur beloofde den heer Goris hem te zullen beschermen en ging naar de binnenplaats, alwaar hij het publiek toe sprak, tengevolge waarvan dit zich dadelijk ver wijderde. Toen de heer Goris en zijne vrienden heengingen, werden zij wel uitgejouwd, niaar men deed hun niets kwaads.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 3