BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
gij uwe s(^tkist',Mie
zulke uitkotp^qj()]^vert3|s de offieieele cijfers
u toonen? 0
Er zullen e^^jff^die^lfeggenwacht maar
het zal wel anders&'ordcn. 2 ij willen dat peg
genmaar kunnen u geenereden geven waarom.
Het zijn de zwartgalligen, de ergdenkenden.
neen! het zijn de vijanden van ons nationaal
belang, van ons stoffelijk welzijn, die met leede
oogen zien, dat onder een vrijzinnig bestuur, de
vooruitgang onmiskenbaar isdie om zelve aan
het bewind te komen voor geene onjuistheden
terugdeinzen, om hunne natuurlijke vijanden,
de voorstanders van licht en ontwikkeling, te be
kladden; het zijn de oneerlijke voorvechters eener
partij, die bij gebrek aan innerlijke levenskracht
haar bestaan zoeken te rekken, door het onna
denkende volk met gevaren te bedreigen, die
grooten schrik aanjagen, maar in werkelijkl
niet bestaan.
Zij spreken van eene berooide schatkist.
Aan welke zijde is dan de misleiding? Bij
hendie zonder klinkende beloften te doen
blijkens de uitkomst, met goed gevolg het schip
van den staat besturen, of bij hen, die, toen zij
aan het bestuur waren, jammerden over hunne
voorgangers en aan hunne opvolgers slechts een
wankelend gebouw kouden overleveren, en die,
nu zij van het bestuur verwijderd zijn zich
hebben voorgenomen alles aftekeuren, zelfs te
gen de overtuigende taal van cijfers en feiten in
De laatste dagen hebben treurige bewijzen ge
geven van die zucht tot misleiding, waardoor de
partij gekenmerkt wordt, die in haren eersten
grondslag de waarheid mist. Het monsterver
bond van aartsvijandenvan ultrainontaneu en
anti-revolutionairen van zoogenaamde conser
vatieven die slechts dien naam aannemen om
door middel eener partij waartoe zij niet be
lmoren hun doel te bereiken dat monster
verbond bewijst reeds dat men het volk een
rad voor de oogen wil draaijen, dat men het
in slaap dompelen wil, zich niet bekommerende
of niet het ontwaken vreeslijk zal wezen.
Van zulk eene zamenvoeging, bedrieglijk en
onhoudbaar kan men niet anders dan mislei
ding verwachten.
Weder werd een der drogredenen dier zaam-
verbondenen weersproken.
De onbeschaamdheid zal er zich niet door
uit het veld laten slaan de woede der teleur-
gestelden zal er door klimmen.
Wij verwachten ons op allerlei nieuwe po
gingen om een verloren terrein te herwinnen.
Maar als men ons weder komt beroeren met
al de akeligheden van afgronden van schul
den van zware lastenvan donkere dagen die
naderenwij willen die allen naar eene nu reeds
verkregen uitkomst wijzen en vragen; waar het
schrikbeeld eener berooide schatkist blijft
De N. Gocssche Courant wijdt een zeer breed
artikel aan onze beschouwing over deu uitslag
der verkiezing. Wij zouden daarmede zeer ver
eerd zijnindien niet door onze jongere zuster
telkens ons toegevoegd werd, dat wij er niets
van weten," dat »wij slecht op de hoogte zijn"
enz. Nu verwondert bet ons, dat zij, bij zulk
een oordeel over ons, het geschrevene nog we
derlegging waardig acht. Wij kunnen ons dan
ook niet voorstellen, dat eene repliek van onze
zijde bij haar eenigen ingang vinden zou en
wij onthouden ons dus. Maar er is meer, waar
om wij, voorshands althans, niet antwoorden.
Tot hiertoe hebben wij het stilzwijgen bewaard
op alle mogelijke insinuatien en persoonlijke
hatelijkheden. Wij willen zaken behandelen
en hebben een afkeer van personenstrijd. Tot
eene' kalme discussieover onze algemeene
belangen, zijn wij altjjd bereid en gaarne ver
dedigen wij ons standpunt tegen eiken loija-
•len aanval. Waar men echter tegenover onze
redeneringen niet anders weet te stellen dan
beschuldigingen van driesten overmoed, gering
schatting onzer lezershet op de mouiv spelden
van onjuistheden, het gebruikmaken van holle klan
ken en dergelijke, daar houden wij een vrucht
baar debat voor onmogelijk. Wie op den voor
grond zet »ik weet het alleen," verwachte niet,
dat men met hem in discussie zal treden.
GOES, den 24 Junij.
De herstemmingen in vijf districten, die wij
reeds gisteren per bulletin mededeelden, hebben
de zegepraal der liberale leden voltooid. In
Haarlemmermeer en Roermond werden de kan
didaten der liberalen met groote meerderheid
gekozen Zuidhorn Vaardigde zijnen liberalen
afgevaardigde op nieuw af. Leiden en Gouda
daarentegen behielden hunne terugwerkende af
gevaardigden en de stemming doet zien, dat de
daar zeer sterke behoudende partij niet stil ge
zeten heeft. Toch blijft het een verblijdend ver
schijnsel, dat in die beide districten een betere
geest is ontwaakt, die zich krachtiger toonde
dan ooit te voren. Er is groote eer in de wijze
waarop in deze twee districten de liberalen het
onderspit dolven; doch zou het ook gezegd kun
nen worden dat de Brauw en Taets er eervol
door gekomen zijn Met het oog op de daar
aangewende middelen moet men medelijden
hebben met de arme kiezers, die tot zulk eenen
prijs moesten zegevieren.
De tweede kamer heeft, in hare zitting van
Dingsdagde octrooiwet aangenomen met 49
tegen 8 stemmen. Daarna was aan de orde het
voorstel van den heer van Kuijk tot wijziging
der armenwet. De heer Storm van 's Gravesande
rigtte de vraag aan den minister, of het waar
heid was. dat er een ontwerp tot wijziging der
armenwet in aantogt was, in welk geval hij
voorstelde, om de behandeling van het voorstel
van Kuijk uittestellen. De minister antwoordde
bevestigend, met bijvoeging, dat hij onmogelijk
bepalen konwanneer dat ontwerp zou kunnen
ingediend worden. De heer van Kuijk deed alle
mogelijke moeite, om zijn broedsel tot ontwik
keling te brengen, maar met 80 tegen 24 stem
men werd besloten overeenkomstig het voorstel
van den heer Storm, zoodat er groote kans
is, dat uit het Delftsehe ei nooit een kuiken
zal worden.
TegeD Woensdag en Donderdag werden (on
derscheidene ontwerpen en conclusien aan de
orde gesteld.; onder de laatsten ook die betref
fende de zaak van den heer Busken Huët.
In de zitting der tweede kamer van Woens
dag heeft de minister van koloniën, in antwoord
op eene vraag van den lieer Blom, gezegd, dat
hij het effect wil afwachtenhetwelk zijne aan
schrijving aan den gouverneur generaal, om de
tinverzendingen te bespoedigenheeft te weeg
gebragt.
Alle aan de orde zijnde conclusien zijn aan
genomen. Ten aanzien van den vrijen overtogt
van den beer Busken Huët heeft de heer Lenting
gezegd, dat hij deze daad beschouwde als eene
laakbare onvoorzigtigheid van den heer Has-
selman.
Omtrent de wetsontwerpen, betrekkelijk de
immigratie in onze West Indische bezittingen,
zeide de minister van koloniëndat hij die terug
ontvangen had en de zaak zou bespoedigen.
Bij gelegenheid van de conclusie van het ver
slag van den toestand van het lager onderwijs,
verklaarde de minister van binnenlandsche zaken
zich bereid, om aan de bestaande grieven zoo
veel mogelijk te gemoet te komen onder ver
zekering nogtbans, dat hij bet kosteloos onder
wijs niet in strijd acht met den geest der wet.
(Per Telegraaf.) Door de tweede kamer zijn heden
al de kleine wets-ontwerpen die aan de orde waren
aangenomen, alsmede na eenige discussie liet ontwerp
tot wijziging der wet voor landverhuizers. De minister
Foclc heeft verklaard veel sympathie te hebben voor
het plan tot bevordering der regtstreeksche vaart op
Amerika.
In sommige bladen wordt de benoeming van
de heeren Foreest, van Goltstein en de Brauw,
tot voorzitters van afdeelingen in de tweede ka
mer, als een bijzonder opmerkenswaardig feit
aangewezen, waaruit men zou moeten afleiden,
dat de meerderheid der kamer een veelbeteeke-
nend bewijs van sympathie heeft willen geven
aan de twee heeren, die aftreden, en aan den heer
de Brauwdie door de vereenigde hulp van
anti-revolutionairen en ultramontanen, van een
wissen dood is gered. Wij ontnemen niets aan
de persoonlijke achting die genoemde heeren
verdienen, maar kunnen in het bewuste feit niet
veel anders zien dan eene demonstratie der con
servatieven, die door toevallige omstandigheden
mogelijk geworden is. Zoo als men weet be
paalt het lot, wie in de onderscheidene afdee
lingen zitting nemen. Worden door deszelfs
altijd grillige beschikking de conservatieven en
andere tegenstanders der regeering in de onder
scheidene afdeelingen bijeengevoegddan valt
doorgaans de kéus der voorzitters in hun geest
uit. Ditmaal heeft het lot in drie afdeelin
gen vooral die vrienden bijeengebragt en daar
door zijn de genoemde heeren als voorzitters
kunnen gekozen worden. Wij willen het dus
laten gelden als een blijk van hulde, door de
minderheid in de kamer gegeven, maar men kan
niet als demonstratie der tweede kamer beschou
wen, wat de vrucht van een blind toeval is.
Omtrent de laatstgehouden discussien in de
vergadering der provinciale staten van Zeeland,
ontleenen wij nog het volgende aan het ver
slag in de Middelb. Cour.
Nadat de heer de Jonge van Eüemeetals
motie van orde voorgesteld had, om over te gaan
tot de stemming over punt 8 en de daarop
voorgestelde amendementen, en nadat, op voor
stel van den beer Verhagen, in strijd met dat
van den voorzitter besloten wasom eerst over
het amendement Verhagen Mathonals zijnde
van de verste strekking te stemmenwas de
uitslag dat zich 14 stemmen daarvoor en 14
daartegen verklaardenzoodat in eene volgende
vergadering op nieuw moest worden gestemd.
Bij acclamatie besliste de vergadering dat nu
ook de stemming over de andere amendemen
ten zou worden uitgesteldwaarmede de voor
zitter had willen voortgaan.
Als nu werd overgegaan tot de behandeling
van punt 9 van dezen inhoud: Het beheer van
een calamiteusen polder wordtafgescheiden van
zijn inwendig beheer, voor zooveel zijne zeewe
ringen en oeververdediging betreftuitgeoefend
door een bestuur, welks ledèn deels uit den polder,
deels uit de bijdragende poldersbehoudens de
in dit ontwerp vermelde uitzonderingen zijn ge
kozen. Over twee of meer aangrenzende calami-
teuse polderswordt dat beheer door een bestuur
gevoerd.
Dit punt wordt met 18 tegen 10 stemmen
aangenomen.
Het 10e puntdat zonder beraadslagingmet
algemeene steramen, werd aangenomen, luidde:
Het bestuur over eenen calamiteusen polder oefent
zijn beheer uit en doet de werken aan den polder
uitvoeren, onder toezigt van gedeputeerde staten.
Het lie of laatste punt was van dezen inhoud:
Tot vrijverklaring van een calamiteusen polder
wordt een besluit der staten vereischt en de inacht
neming van zekere bepalingen in het ontwerp
omschreven.
Dit laatste punt lokte nog eenige discussie
uitmaar werd aangenomen met 17 tegen
12 stemmen.
Er bleef nu nog over eene nadere zitting te
bepalen voor de herstemming bovengenoemd.
De heer Snijder deed het voorstel, om voor
de leus de vergadering te sluiten en terstond
weder te openenten einde nu dadelijk tot eene
herstemming te kunnen overgaan, welk voor
stel den lach der vergadering opwekte. Na eenige
discussien over de tijdsbepaling, die door den
een een half uur vroegerdoor den ander een
half uur later verlangd werdbesluit eindelijk
de vergadering, om des avonds ten 7 ure weder
bijeen te komen.
In de avondzitting werd het amendement
Verhagen Mathon, met 16 tegen 15 stemmen
aangenomen en alzoo beslist door de meerder-