1869. (N°. 48.
VRIJDAG 25 JUNIJ.
56'" Jaargang.
BEKENDMAKINGEN
van h.et Gemeente-bestuur.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van GOES
doen te weten, dat door den raad dier gemeente in zijne
vergader, van 17 Maart 1869 is vastgesteld de volgende
VEROHDillVl]S6regelende de ge
vallen waarin Persoonlijke diens
ten van de ingezetenen tijdelijk
kunnen worden gevorderd, alsmede
den aard en duur der diensten.
üMSSCHË COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen-
Pr(j8 per kwartaal f 1,96, fr. p, p. J~t,90.
■jmzix Gewone advertentiën worden a 15 et. de regel geplaatst,
Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-6 regels
a /'l,SO, behalve het zegelregt.
*'Lz-
De Inzending ran adrerlenllfn kan geschieden lol róór drie uren des namiddags op den dag der uitgave-
Tot dit nominer behoort een Bijvoeg
sel houdende eene verordening van het
bestuurbetreffende de bediening der
brandspuiten en een gedeelte van het
verslag van het verhandelde in de open
bare raadsvergadering van 32 dezer.
Art. 1. De gevallen, waarin de ingezetenen tot
liet doen van persoonlijke diensten kunnen worden
geroepen zijn:
a. Voorkoming en blussing van brand
b. Handhaving der orde, wanneer die op ernstige
wijze is verstoord.
Art. 2. Ieder mannelijke ingezeten en ook hij, die
gedurende meer dan 3 maanden in de gemeente tijde
lijk verblijf heeft gehad, tusschen de 30 en HO jaren
oud, is tot vervulling der diensten in het vorig artikel
litt. a. vermeld verpligt.
Behoorlijk bewezen ziekte, hinderende ligehaams-
gebreken en wettige reden van afwezigheid verschoonen
Van deze diensten.
Art. 3. Ieder door Burgemeesters en Wethouders
bij de middelen tot brandweer aangewezene is ver
pligt zijne dienst te verleenen bij de beproeving dier
middelen of bij de oefeningen in de behandeliug der-
zelve, echter niet langer dan drie achtereenvolgende
uien en niet meer dan viermaal 'sjaars
Art 4. Plaatsvervanging of afkoop dezer diensten
worden toegelaten.
De vereischten van een plaatsvervanger zijn dat de
als zoodanig gestelde den bepaalden leeftijd en geené
lïgchaamsgebreken heeft.
Art 5. Voor de diensten bij de brandspuiten en
verdere brandbluschmiddelen, buiten het werkelijk
geval van brand, wordt als afkoop betaald 6,
'sjaars, zulks ten kantore van den gemeente-ontvanger
binnen veertien dagen na de toelating van afkoop.
Art 6. Burgemeester en Wethouders zorgen of doen
zorgen dat de taak van hen, die hunne dienstpligtig-
heid hebben afgekochtvoor rekening der gemeente
verrigt wordt en niet komt tot bezwaar van hen, die
niet afkochten.
Art. 7. Wanneer de handhaving der openbare orde
zulks onvermijdelijk vordert, zal ieder zijne diensten,
bij art. 1 litt. b bedoeld, verleenen, zoo dikwerf en
zoo lang, als dit door de daartoe bevoegde magt no.i-
dig geoordeeld zal worden.
Art. 8. Nadere voorschriften omtrent de bijzondere
pligten op de tot de persoonlijke diensten geroepenen
rustende omtrent de verdeeling en vervulling der taak
en de wijze van oproeping zullen worden gegeven.
a. Bij eene verordening op de brandweer,
b. Bij tijdelijke voorschriften door den burgemees -
ter aftekondigen, wanneer de openbare orde verstoord
wordt, overeenkomstig art. 184 tot en met 187 der
wet van 29 Junij 1861 (Staatsblad no. 85.)
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten
van Zeeland medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het be
hoort, den 19 Junij 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
II A R T M A N.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen ter kennis van daarbij belanghebbenden:
dat door MARINUS van ZWEDEN, winkelier alhier,
bij den gemeenteraad aanvrage is gedaantot het be
komen in erfpacht van eenigen grond in de Voorstad,
beoosten perceel sectie C. no. 524, ter grootte van 1 are
45 meters.
Zij noodigen een ieder uit, die tegen die uitgifte
eenig bezwaar mogt hebben, om daarvan, binnen acht
dagen na heden, schriftelijk opgave aan hun collegie
te doen.
Goes, den 24 Junij 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
VACCINE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
herinneren hiermede de belanghebbendendat de heeren
Verschoor en Kooman nog slechts eene zitting zullen
houden tot het gratis vaccineren en hervacci
neren, en wel op Woensdag den 30 Junij a. s. des na
middags ten een ure, in het lokaal der Soepkokerij alhier.
Goes, den 24 Junij 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen bij deze ter kennis van een ieder, die het aan
gaat, dat het KOHIER VAN DE PLAATSELIJKE
BELASTING OP DEHONDEN, over het loopende dienst
jaar, vastgesteld door den gemeenteraad den 5 Mei en
8 Junij II., en door heeren gedeputeerde staten van
Zeeland goedgekeurd, blijkens hunne missive van 17
dezer, no. 1511/60, B no. 3145, aan den gemeente-ont
vanger ter invordering toegezonden is, en dat ieder
belastingschuldige verpligt is zijnen aanslag ten kantore
van voornoemden ontvanger te voldoen.
Goes, den 24 Junij 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
DE BEROOIDE SCHATKIST.
Hoort ge die hartverscheurende klagten wel,
die nog dag aan dag worden aangeheven over
deu ellendigen toestand, waarin onze finantien
verkeeren, over den achteruitgang die zoo dui
delijk is, dat ze iedereen in het oog springen
moetover den afgrond die aan onze voeten
gaaptover die stikdonkere toekomst, die het
eenmaal zoo krachtige Nederland blind en ver
metel tegemoet snelt?
Het hart van eiken vaderlander krimpt ineen,
als hij denkt aan de mogelijkheid dat slechts
een deel der wee-profecijen vervuld zal worden.
Dat is het werk der gehate radikalen. Zij heb
ben het land van noodige inkomsten beroofd
belastingen, die immers niet drukkend waren
afgeschaft. Zij hebben het finantieele gebouw
op zijne grondvesten doen wankelen en, ondanks
elke trouwhartige waarschuwing, het werkffer
ondermijning, der slooping voortgezet.
In plaats van op alle mogelijke wijzen nieuwe
bronnen voor de schatkist te openen, heeft men
die onbeschaamd voortdurend geplunderd. Nog
maar weinige maanden geleden pleegde men een
nieuwen roof, door de afschaffing der zegelbelas
ting. Tonnen gouds werden daarmede aan de
berooide schatkist ontzegd, om niet te spreken
van de onzedelijkheid van den maatregel, die
strekken moet, om het publiek uitgebreider en
goedkooper beschouwingen tot misleiding en
verblinding, ook omtrent onzen finantieelen toe
stand, te geven.
Vergeefs was het, dat men op het gevaar wees;
vergeefs werden nog bij de laatste verkiezingen,
zoovele behoudende kandidaten als redders van
onze finantien aangewezen.
Het volk hoorde nietde kamers zagen niet,
het ongeluk moest voltooid en Nederland wordt
te gronde gerigt.
't Is in waarheid akelig en met schrik ziet men
iederen dag uit, naar de berigten van het minis
terie van finantien die de treurige waarheid
verkondigen zullen, dat dag aan dag de uitgaven
de inkomsten overtreffen en dat dus de toestand
onhoudbaar is.
De minister van finantien laat naar zijne be
rigten niet wachten, hij deelt ons de cijfers mede
die den toestand naar waarheid blootleggen.
Wij hebben voor ons liggen een staat der ont
vangsten over de eerste vijf maanden van dit
jaar, die de volgende uitkomst aanwijzen. Wij
bedienen ons daarbij van ronde cijfers, met ver
wijzing voor de juiste opgave naar het medege
deelde in ons vorig nommer.
De behoeften waren geraamd op ruim 29 mil-
lioen en de opbrengst heeft ruim 30 millioen
bedragen, zoodat meer dan één milliöen meer
ontvangen is dan geraamd en tot voorziening
in de staatsuitgaven noodig was.
Wanneer wij verder het cijfer van ontvangsten,
in de vijf eerste maanden des vorigen jaars, tegen
over een gelijk tijdperk van dit jaar stellen, dan
zien wij, dat toen ruim 17 tonnen gouds min
der ontvangen werden.
Wat blijkt uit dat alles?'Dat, schoon voor vele
en velerlei zaken groote sommen gevorderd en
geraamd werden; schoon de uitgaven toenamen;
de inkomsten een en ander niet alleen volko
men hebben gedekt, maar dat zelfs een zeer aan
zienlijk hooger cijfer door de laatsten is bereikt.
De raming was dus niet te hoog opgevoerd.
De verwachtingen der regeering omtrent onze
finantien waren dus niet-op lossen grond ge
bouwd.
De enorme schade, die de schatkist lijden zou,
door de afschaffing van het dagbladzegel, is dus
reeds verhoed. De berooide schatkist schijnt
dus de voorgespiegelde gevaren en bezwaren
tamelijk wel te ontworstelen.
Hoort ge die jammerkreten, die de bestrijders
onzer regeering blijven aanheffen over de sloo-
pers-politiek die de Nederlandsche finantien
geheel verderft en ons met een staatsbankroet
bedreigt
En wat dunkt u van die zwarte tafereelen als