maatregelen om hun lot te verbeteren. Een 100 a 120 tal personen waren opgekomen. Ten 12 ure werd de meeting geopend door den bakkersknecht G. W. W., met eene rede, waarin hij deed uitkomen, dat de bakkersknech ten 100 uren per week tegen 8£ cent per uur werken; dat dit loon niet voldoende was, om in hunue behoeften te voorzien, noch in even redigheid met den tijd van hun arbeid en ook bij de loonen van vele andere werklieden achter stond. Hij gaf ten slotte in overweging, om bij dé patronen aan te dringen, om het loon tot 12£ cent per uur op te voeren, zullende zij van hun kant ook niet ongeneigd worden bevonden, om des noods langere beschikking over hun tijd toe te slaan. Dit denkbeeld vond algemeen ingang en bijval, waarop een ander der aanwezigen het woord nam, om dit voorstel nader aan te prijzenmaar tevens aanmaande, om niet over te gaan tot werk- - staking,maar door allergepaste middelen die herziening bij de patronen te verkrijgen. Deze wenk werd met luiden bijval toege juicht en een stem die riep wel werkstaking" werd door alle aanwezingen met »neen" be antwoord. De laatste spreker, die optrad bragt, na een blik op den maatschappelijken toestand van zijne confraters te hebben gesla gen, een voorstel in omvraag, dat de algemeene goedkeuring wegdroeg en strekte, om de pa tronen te verzoeken het brood met 1 cent per pond op te slaan en uit de opbrengst hiervan het loon der knechten te vermeerderen tot 12J cent per uur. Ook deze spreker waarschuwde ten strengste tegen werkstaking met de woor den werkstaking is niet onze leus." Een aanwezige heef, die ten slotte de werkstaking aanbeval, werd niet aangehoord en tot zwijgen gebragt. Er heerschte overigens op die mee ting een goeden geest, zoodat de orde geen oogenblik werd verstoord. BUITENLAND. Bij den Belgischen senaat is een verzoek schrift ingekomen, waarbij verlangd wordt, dat "dè 'regè'éring stappen zal doen om munteenheid tussehen Belgie en Nederland te verkrijgen. Deze wensch werd door verscheidene leden on dersteund, maar daartegen werd aangevoerd, dat Belgie door zijne munt-conventien met andere staten gebonden was. Door de Belgische regeering is aan de post- directien medegedeeld, dat door de afschaffing van de zegelregten op gedrukte stukken in Ne derland, met 1 Julij geen zegelregten in Belgie mogen geheven worden van Nederl. bladen of gedrukte stukken. Insozoncleri. GRAANBERIGTEN. BOEKAANKONDIGING. Kapitein Scheltema. Is de geest van ons leger aan de subalterne officieren te wijten door Anton Boeeen. Te 'sGravenhage bij gebroeders Belinfante.: Humaniteit; de blijde boodschap der 1 Ge Kristen eeuwuitgesproken in het Amsterdam- sche genootschap van dien naam door dr. J. van Veoten. Amsterdam, firma R. C. Meijer- Het kan vreemd schijnen, dat wij deze beidé werkjes, in onze aankondiging, bijeenvoegen. Wie de titels alleen raadpleegt, denkt ligt, dat ze met elkander niets ge inééns kunnen hebben. Todh voegen wij ze bijeen niet omdat liet toeval ons van deze schrijvers, ten tweede maal gelijktijdig, een geschrift in handen gaf, maar omdat er groote zamenstemming tussehen die beiden is, omdat geest en strekking in beider geschrif ten dezelfde is. Terwijl het een strekt, om ons tot erkentenis van onze menschen-roeping optewekken, doet het ander, in een sterk sprekend voorbeeld, zien, hoeveel er in onze maatschappij, aan die erkentenis nog ontbreekt. En mag menigeen „in ons makke va derland en onze tamme maatschappijj' zooals dr. v, VI. spreekt, meenen, dat de eene schrijver wat opgewon den is en de andere wat kras in zijne uitdrukkingen bet zal moeijelijk gaan om te ontkennen, dat beiden den vinger legden op eene maatschappelijke wonde, dat ze daarvoor geeue huismiddeltjes, maar een ra- dikaal geneesmiddel wenschen. De ons bekende heer Boelen, de onvermoeide kam pioen voor de eer en het belang van het Indische leger, treedt hier op met eene nieuwe poging, opdat vorst en volk „een opregter en eerlijker taal zullen vernemen, dan in de laatste jaren omtrent het Neder- landsch-Indisohe leger gevoerd is," hij wil de valsche voorstellingen bestrijden, dio uit eigenbelang en bij 1 oogmerken of uit verouderde stijfhoofdige verwaand heid, door hen, die niet willen meegaan, aan den Indisehen toestand gegeven worden." De uitgave van zijn geschrift, bedoelt eene kleine geldelijke bijdrage te verzamelen, tot verzachting van bet lot der kinderen van eenen op Bali gesneuvelden krijgsmakker. Boelen strijdt voor de waarheid en brengt een wel gemeend offer op het altaar der liefde. Dat is de ware humaniteit, zooals v. Plotendie ook verstaat. „De waarheid," zoo schrijft hij, „is twee derlei. Er is een verstandelijke of wetenschappelijke en er is een zedelijke of practisehe waarheid. Het streven van ieder moet dus wezen, om, naar de ge legenheid hem geschonken door onverdroten studie en navorsching een steeds meer aannemelijke waar heid te verkrijgen en anderen te helpen verkrijgen de zedelijke waarheid is voor ieder, die werkdadige betrachting der met hart en ziel beaamde waarheid des verstands, die hem geheel in overeenstemming met die als waarheid erkende begrippen leven doet. Zij doet, in al zijn handelingen, van zijn volle overtuiging blijken; maar juist,zij .keiaasis het, aan wier dienst wij het steeds bij de meesten zien haperen." De schets die beide schrijvers van onze maatschappij geven is niet vleijend. Denkt echter niet, dat zij met een scherpziend oog gebreken hebben opgespoord, om als pessimisten op te treden zij schetsen de wer kelijkheid die voor ieder naakt en open ligt„de naakte waarheid, door velen niet meer gewild." Maar die waarheid is beschamend. „De Javaan- sehe binnenlander," schrijft Boelen, „kent zijn God be ter dan gij, haatdragende christenen!" En v. Vloten, waar hij aanspoort om niet rugwaarts te schrijden; maar meer en meer mensch te wordenvraagt, met het oog op hetgeen wij dagelijks zien„of men het er niet gerustelijk voor houden mag, dat slechts verwildering, dat slechts verdierlijking en ontaarding, dat slechfs een versnelde rugwaartsschrijding op den eenwen heügenden ontwikkelingsweg van dier tot mensch, het gevolg kan zijn van zooveel ellende en jammers des levens?" Er zullen ongetwijfeld velen zijn, die hier weder van overdrijving spreken en nog meerderen zullen meenen, dat de verbetering van het erkende kwaad, van geheel andere middelen moet worden gewacht dan van die, waaropwij 'hier worden gewezen Dat is hunne bijzondere meening. Hebben de schrij vers het fegt niet, de hunne daartegenover te plaat sen Indien men slechts onderzoeken wil en nadenken en onbevooroordeeld lezen; Wij houden het er voor, dat zelfs de 'tegenstanders'van Boelen en v. Vloten zullen moeten erkennen, dat er waarheid, veel waar heid in hunne verklaring1 ligt. Over den inhoud der beide geschriften zullen wij niet verder uitweiden. Wjj wilden slechts opmerk zaam maken .op een tweetal stemmendie verdienen gehoord te worden wij wilden medewerken, om een goed doel te bevorderen en, laat ons dit er bijvoegen, waar de eerste een blik in hetkrijgsmans-de ander in het kerkelijke leven slaat, daar betreden zij beide een gebied, waarop wij hen, in dit blad, moeijelijk kunnen volgen. Gaarne leggen wij de verklaring af, dat beide schrij vers onze volkomen sympathie hebben, waar zij tot bil lijke den mensch waardige handelingenonze maat schappij opwekken, de een, meer in het algemeen, de ander meer bijzonder met het oog op Indie. Zal de ware menschtlijkheid al meerhet kenmerk van onzen tijd worden, dan dient er veel aan- en veel af geleerd dat hier duidelijk en krachtig aangewezen is. Dan moeten allereerst de vöbroordeelen, ze mogen van kerkelijkengeleerden of fatsoenlijken aard zijn, wij ken ze zijn het verderfelijk onkruid, dat welig in on zen bodem wast en veel goed zaad doet verstikken. Zoolang men niet erkent^-dat menschelijke bescha ving ondenkbaar is, wanneej.die nevelen over ons blij ven hangen, zoo lang zal wel de klagt blijven, dat on der den naam .van mensch, verbazend veel voorkomt, dat den adel van dat woord niet doet zien. Het ontbreekt niet aan schoone voorbeelden, die luide prediken, hoe gelukkig zij waren, hoeveel goeds zij hebben uitgewerktdierziek aan de heerschappij dier vooroordeelen wisten te ontrukken. Teregt wordt daarop, door den heer v. Vloten, <rp- wezen pn indien slechts een enkele door hem gewon nen werd voor de belijdenis, dat waar en mensch te zijn het ideaal is, dat allen steeds voor oogen moet staan, bij zou reeds een goed werk hebben gedaan en krachtig bijgedragen, om „de onveranderbare Belde in helderder licht te doen gloren en haar als het ze delijk rigtsnoer der mensehheid des te weldadiger te doen waarderen." De zamenvoeging der beide geschriften leidt ons onwillekeurig nog tot een wensch, waarin wij ver trouwen, dat velen zich met ons vereenigen. De heer Boelen spreekt herhaaldelijk van „een drijven naar de slachtbank," waar hij denkt aan den krijg, die door onze legers moet worden gevoerd. De enkele uitdrukking doet ons gruwen. En toch het is waar. De vorsten gebieden den oorlog en wat is dat anders dan een heendrijven naar de slagtbank, waarop dui- zende menschenlëvens worden ten offer gebragt. En waarom En waardoor zal aan dat menschenslagten eens een einde komen? „Reeds de toenemende kennis van 't kwaad: „wij bedienen ons hier nog eens van de woorden van den heer v. Vloten," de belangstelling, om bet met alle kracht te keer te gaanmag ons niet geheel zonder hoop laten.'' De toekomst belooft veelwanneer de humaniteit der negentiende eeuw tot eene nieuwe schepping voert. Door de Distriets-vereeniging Zuid-Beveland van het Nederlandsch Onderwijzers-genootschap is opgericht eene hulpspaarbank als onder afdeeling van de spaarbank van het genootschapgevestigd te Amsterdam. Zij zal in haren kring de belegging van gelden in de hoofdspaarbank trachten te bevorderen, door de plaat sing en teruggave van gelden voor de deelnemers zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Alle hoofd- hulp- en huisonderwijzers en onder— wijzeressen mits leden van het Genootschap zynde r kunnen deelnemers worden. Het bestuur der inrichting zal op eiken 2«n zaterdag der maand zitting houden in een der ioealen van het schoolgebouw van den heer Witte, te Goes, van 12- tot 1 uur. De schriftelijke aanvragen tot plaatsing of terug— betaÜDg van gelden kunnen bezorgd worden bij den boekhouder, den heer C. J. Witte, hoofdonderwijzer te Goes, vóór gemeiden zittingsdag, of op dien dag gedurende de zitting. Het reglement is gedrukt achter de spaarboekjes,., die den deelnemers zullen worden verstrekt, en bevat alle bepalingen, die strekken kunnen, om het richtig" beheer te verzekeren, en den deelnemers zooveel moge lijk gemak en voordeel te bezorgen. Moge deze spruit van de zoozeer bloeijende hoofd-- spaarbank van het N. O. G. eveneens een voerspoe— digen wasdom genieten! Namens het Bestuur, De Secretaris der Districts-Vereeniging Zuid-Beveland van bet Ned. Ond. Gen.,, J. KOUSEMAKER Pz. Nisse, 14 Juni 1869. KERKELIJKE ZAKEN. De heer J. P. P. Clinge Doorenbotpredikant te- Hoofdplaat heeft het beroep naar Wilhelminadorp aangenomen. Ellewoutsdijk, den 15 Junij 1869. Mijnheer de Redacteur. In uw courant van vrijdag 28 jl., komt voor een be- rigt uit deze gemeente, later overgenomen in de Middel- burgsche courant, voor, waarin o-, a. wordt medegedeeld,, dat kerkvoogden alhier mij ongevraagd ontslag hebben, gegeven uit mijne betrekking van kerkelijk ontvanger, en in mijn plaats hebben benoemd den heer F. W. Frumers. Dit berigt is geheel overeenkomstig de waarheid, maar ik heb tot mijn spijt bemerkt, dat niet weinigen hieruit aanleiding hebben genomen om te denken, dat kerkvoog den alhier eenigen achterdocht koesteren omtrent de eer lijkheid mijner administratie of iets dergelijks. Dat dit voor mij in de hoogste mate grievend is, zal ik niet be hoeven te zeggen. Het zou mij daarom zeer aangenaam zijn, deze rege len in uw blad wierden opgenomen. Waarin ik bij deze de verklaring afleg, welker waar heid ik voor ieder, die zulks verlangen mogt, met de dui delijkste bewijzen zou kunnen staven, dat hier van eeni gen achterdocht in het een- of ander, geen de minste sprake is geweest, maar dat wij hier te doen hebben met een daad van loutere willekeur met eigen belang, ge- lijk die in onze plattelandsche gemeenten helaas nog maar al te dikwijls plaats vinden. Hoogachtend heb de eer te teekenen A. POSTMUS. 16 Junij. Sedert de laatste opgave in deze courant is nog ontvangen voor het fonds ten behoeve der nood lijdende kerken en personenhet gecollecteerde te 'sHeer Hendrikskinderen c. a. 1,85; te 's Heer Arendskerke c. a. 6,te Katteudijke f 2,en te Wilhelmi- uadorp '1,64. Voorts, ten behoeve voor het Ned. bijbelgenootschap, het gecollecteerde te 'sHeer Abts- kerkec. a. ƒ1,te Kattendijke 2,34"'» en te Wil- helminadorp 1,60. VERKOOPINGEN. 14 Junij 1869, 4 perc. ambacht, gelegen in Batb„ Rilland en Schoudee, aankomende dhr. C. A. van Ren ter g hem te Goesvoor 9650,aan de Engelschei maatschappij van landaanwinning te Bath. GOES, 15 Junij 1869. Tabwe f 9,75 5 10,10. Rogge 7,80 5/8,—. Zomer Gerst f 6,5 f 6,40. Haveb f 4,50 a f 5,—. paas den boonen 7,25 f 7,50. Meekeap. Blijft onveranderd. BOTER f 0,98 a f l',02 het Ned. ffi. KIJEIÏS ƒ2,60 a 2,80 de 100 stuk».

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 3