1869. N°. 46. VRIJDAG 18 JUNIJ. 56"e Jaargang. DE BETEEKEN1S VAN DEN UITSLAG. EXTRACT uit het VERSLAG van den toestand der gemeente GOES over 1868. GOESSCHE COURANT. Oe uitgave dexer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen. Prys per kwartaal l,ï». fr. p. p. ƒ1,90. Geivoue advertentlEn worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelgks- en doodberigten van 1-6 regels s ƒ1,20 behalve het zegelregt. Be inzending ran adrertenttën kan geschieden tot rbbr drie uren des namiddags op den dag der uitgave De uitslag van den verkiezingsstrijd is ver blijdend niet maar om de herkiezing van zoo vele uitnemende leden en de aanwinst van waar dige medestanders; niet maar om de zedelijke overwinning, door het toenemen van het liberaal element onder de kiezersmaar vooral, omdat een groot, een nationaal belang werd gered: de neutrale school. Wel wordt nu van zekere zijde beweerd, dat er geen gevaar bestond, dat de meesten der con servatieve kandidatendie dringend aanbevolen werden, vol eerbied waren voor de neutrale school en haar tot geenen prijs zouden hebben willen opofferenmaar. Hebben niet velen dier aangeprezen kandida ten zich bekend gemaakt, als vijanden van de staats school, zooals die nu ingerigt is, of al thans hunne adhaesie geschonken aan zooge naamde wijzigingen in de wet, waardoor die school feitelijk zou opgeruimd worden? Waren niet anderen er reeds voor uitgeko men, dat zij zelfs wijziging der grondwet wilden, of stonden zij niet onder den invloed dier mag- ten, die den eisch daartoe in hunne banier voeren Eindelijkhield niet elke aanbeveling der te genstanders van deze regeering, de verzekering in, dat zij aan de grieven omtrent het onder wijs een eind zouden maken; grieven die niet opteruimen zijn, zonder aan hen toe te geven, die de secte-seholen, onder den naam van ge- previligieerd bijzonder onderwijs verlangen? Laat ons de zaak nemen zoo als zij is. Eene zamenstemming van zeer verschillende bestanddeelen, op het punt van onderwijs, heeft reeds lang eene magt in den staat gevormd, die voor den staat te vreezen is. Op de neutrale school wordt te veel neutrali teit geleerd; dat is de wensch niet van de veelkleurige bende, die gaarne ziet, dat men op godsdienstig terrein partij kiest en zich krach tig laat gelden. Op de neutrale school wordt te veel licht ver spreid; en dat kunnen zij niet verdragen die eene onverlichte menigte noodig hebben om daarmede naar welgevallen te kunnen handelen. De duisternis is hun element, hun wensch, hun streven. Op de neutrale school wordt verdraagzaam heid geleerd, die de meening van anderen eer biedigt met den andersdenkenden in vrede leven doet en gaarne zamenwerkt met ieder die het goede wil, welken naam hij overigens moge dragen. Die school wilde men ons ontnemen, om in hare plaats overal scholen en schooltjes, zonder tal, te doen verrijzen, waarin haat tegen ieder andersdenkenden wordt gekweekt; waar men de kinderen leert godsdienstvormen voor het wezen der godsdienstkerkelijke leerbegrippen voor hoofdzaak in het godsdienstig leven te houden. Men zij toch niet dwaas genoeg, om zich te laten vangen door de verzekering, dat van dit alles niets gebeuren zou, als maar het bijzonder onderwijs regel, het staats-onderwijs uitzonde ring werd. Er is geen bijzonder onderwijs, in onzen, op kerkelijk gebied zoo verdeelden, staat denkbaar, dat aan de voorstanders zou kunnen voldoen, tenzij men aan elke godsdienstige sekte hare scholen geve, liefst met subsidie van den staat. Hoe vele concessien er gedaan worden, hoe vele wijzigingen men in de wet brenge, als er geene vrijheid komt, om in elke school de ker kelijke leerbegrippen te leeren, die hare voor standers zijn toegedaan, dan zal de klagt niet ophouden. De vraag staat niet op den voorgrond, wat moet aan de jeugd onderwezen wordenom goede, nuttige staatsburgers te vormen? maar: hoe kunnen wij het best gedaan krijgen, om onze kinderen die godsdienstbegrippen in te prenten, die wij voor de ware houden, hoe kunnen wij ze best leeren, andere begrippen te verfoeijen? In zulk een toestand laat het zich immers den- Vervolg Het lager onderwijs in deze gemeente is geheel geregeld overeenkomstig de wet van 13 Augustus 1857 bij de in vorige verslagen aangehaalde verordeningen. Het aantal scholen acht de commissie, behoudens het hierboven, omtrent de plaatsruimte op de open bare scholen der le en 2e klasse gezegde, voldoende voor het getal schoolgaande kinderen. Hoewel minder dan in vorige jaren werd door kin deren uit andere gemeenten de fransche meisjesschool bezocht, waarschijnlijk, omdat in die gemeenten geene gelegenheid tot het ontvangen van meer uitgebreid onderwijs bestaat. Ook op de bijzondere scholen was daarin vermin dering merkbaar, tengevolge van het sluiten der bij zondere school „Nathanaël;" het bezoeken der bijzon dere school door kinderen uit andere gemeenten vindt zeer zeker zijnen oorsprong in godsdienstige begrippen. Nog steeds moet de commissie blijven aandringen op het benoemen van een' tweeden hulponderwijzer op de openbare school 2e klasse, het toenemend getal leerlingen waarvan hierboven melding is gemaakt doet niet alleen de behoefte daaraan dringend gevoe lenmaar zal weldra naar de bepaling van art. 18 der wetde verpligling tot het aanstellen van een 2e hulponderwijzer doen ontstaan. Geene gevallen hebben zich voorgedaan, waarin voor ontslag of schorsing de tusschenkomst van gede puteerde staten is noodig geweest, of waarin de ont slagenen zijn vervallen verklaard van de bevoegdheid tot het geven van onderwijs. Het onderwijs op alle de scholen wordt, zooveel de commissie heeft kunnen nagaan, gegeven overeen komstig het voorschift van art. 23 der wet; een enkele maal was de commissie genoodzaakt, om de naleving van het 2e lid van dat artikel aantebevelen. Van geen der localen van de openbare scholen werd gebruik gemaakt tot het geven van godsdienstig onderwijs. Door de hoofdonderwijzers Swart en van den Berge, wordt het ambt van voorzanger in de Nederduitsch hervormde gemeente bekleeddoor eerstgenoemde benevens door den hoofdonderwijzer Witte en den hulp onderwijzer Ittman, de betrekking van leeraar aan de inrigting voor middelbaar onderwijs voor zooveel de burger-avondschool betreft, waargenomen. Tot waarneming dier betrekkingen is door heeren gedeputeerde staten de vereischte magtiging verleend De schoolmeubelen verkeeren, met uitzondering van die op de weezen en armenschool, doch waarin verbe tering te gemoet gezien wordt, in voldoenden toestand. Het schoolgeld, dat in 1868 geheven werd, volgens raadsbesluit van 5 Junij 1856, heeft opgebragt/2790,50. Het hooger cijfer, dan hetwelk 1867 aangeeft, ont staat uit het vermeerderd getal leerlingen op de open bare school le klasse. Aan alle de leerlingen op de weezen- en armen school, alsmede op de armenbewaarschool, werd koste loos onderwijs verstrektop de school voor minver mogenden (openbare school 2e klasse) gemiddeld aan 147 leerlingen. Even als vorige jaren werd het schoolgaan van kinderen van bedeelden en onvermoge.nden krachtdadig bevorderd, door dit als voorwaarde te stellen tot het bekomen van onderstand, welke maatregel bovendien wordt gesteund door de commissie, die zich heeft ge constitueerd met het doel, om het schoolverzuim tegen te gaan. Ofschoon op de bijzondere school onderwijs wordt gegeven aan kinderen van verschillende godsdienstige gezindten, acht de commissie echter, dat het onderwijs I op die scholen eene bepaalde kerkelijke rigting heeft. Geen der huisonderwijzers maakte gebruik van de bevoegdheid hem bij het le lid van art. 61 der wet toegekendook van de toepassing van het 2e lid van dat art. werd geen gebruik gemaakt. De plaatselijke schoolcommissie was zamengesteld uit vijf leden, alsJ. A. A. Fransen van de Putte, voorzitter, J. Kooman Az., Mr. J. G. de Witt Hamer, M. Leopold en H. K. Dominicus van den Bussche, secretaris. Door haar zijn geene overtredingen ontdekt, waar van proces-verbaal is opgemaakt. De toepassing van art. 63 gaf tot geenerlei moei- jelijkheden aanleiding. De commisssie bezocht, in commissiën uit haar mid den, op ongeregelde tijdstippen de verschillende scholen. De gewone prijsuitdeeling op de fransche meisjesschool heeft dit jaar geen plaats gehad, omdat de commissie van oordeel was, dat in de wijze, waarop die vroeger geschiedde, verandering moet gebragt worden en welke verandering dan ook bij haar in overweging is en voorbereid wordt. Aan de schoolbibliotheek, daargesteld om aan ver dienstelijke leerlingen der lagere scholen, ter belooning, boekjes ter lezing naar huis mede to gevenwerd zooverre de financieele krachten dit toelieten, meerdere i uitbreiding gegeven Sedert het in werking komen der wet op het mid delbaar onderwijs en het invoeren van dit onderwijs in deze gemeente is het onderwijs, bedoeld bij art. 72 der wet van 1857 aan die inrigting overgebragt. De commissie aan de haar bij de wet opgelegde verpligtingen tot het leveren van dit verslag meenende te hebben voldaan neemt andermaal de vrijheid de belangen van het lager onderwijs in deze gemeente aan uwe voortdurende zorgen aan te bevelen. {Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 1