BIJBLAD VAM BI G0I88CHB COU&AMT.
van rij dag 30 April 1800. N°. 34.
GEMEENTERAAD TE GOES,
OPENBARE VERGADERING
van den
den 27 April 1869.
Vervolg van No. 34)
De Voorzitter legt over het jaarverslag der gemeente over 1868,
hetwelk gedrukt aan heeren gedeputeerde staten medegedeeld,
aan de leden van den raad gezonden en algemeen verkrijgbaar
gesteld zal worden.
Wordt op nieuw behandeld de rekening der leenbank over 1868,
waarbij de Voorzitter mededeeling doet, van een raadsbesluit van
12 Mei 1852, houdende ontheffing van den boekhouder, van de
verantwoordelijkheid voor de mindere opbrengst der panden, bij
de verkooping, dan waarvoor zij beleend zijn, welk besluit, als
antwoord op de door den heer van den Bosch in de vorige ver
gadering gedane vraag, voor notificatie wordt aangenomen, ter
wijl de rekening, overeenkomstig het advies der fiuantieele com
missie, wordt goedgekeurd.
Wordt gelezen het rapport der finantieele commissie, omtrent
de rekening der gemeente-of armen apotheek over 1868 en de be-
grooting dier instelling voor 1870, concluderende tot goedkeuring.
De Voorzitter brengt eerst in behandeling de rekening over
1868 die zonder discussie of stemming wordt vatsgesteld in
ontvang en uitgaaf, op 1125,terwijl een voorraad van ge
neesmiddelen tot een bedrag van 99,76 op 31 December aan
wezig was, en het getal recepten 5981 bedroeg, welke op circa
184/io cent zijn berekend.
Bij de behandeling der begrooting voor 1870, maakt de Voor
zitter opmerkzaam op het voorstel van de commissie voor de ge
meente apotheek, om de jaarwedde van den apotheker met/100,-
te verhoogen en alzoo te brengen op 600,Hij geeft tevens
te kennen, dat het voorstel hem zeer veel genoegen heeft gedaan,
want dat de apotheker een bijzonder ijverig mensch is, die niet
alleen in zijne betrekking, maar ook in andere opzigten altijd tot
dienstbewijs gereed is. Hij brengt die verhooging vooraf in
behandeling.
Dhr. Verhagen betuigt zijne ingenomenheid met het voorstel
der commissie, want ook hij heeft meer dan gewone reden van
tevredenheid over den ijver van den apotheker.
Zonder stemming wordt tot de verhooging der jaarwedde be
sloten en daarna eveneens de begrooting zonder stemming goed
gekeurd in ontvang en uitgaaf op 1230,
De Voorzitter herinnert, dat in der tijd van het departement dei-
maatschappij van nijverheid is ingekomen, een rapport omtrent het
meer voordeelig maken van de faecale stoffen voor de gemeente:
doch dat burg. en weth. niet in de gelegenheid zijn geweest
zich in meerdere mate op de hoogte te stellen, van het in dat
rapport vervatte voorstel tot aanschaffing van een „Latrinen Rei-
nigungs Machien," noch om met den minister van justitie te cor
responderen, in hoeverre of voor het gebruik van zoodanige ma
chine voor de gevangenis eene subsidie zou kunnen verkregen wor
den; dat de tegenwoordige pachttermijn den 30 Junij a. s., expireert
en dat de verpachting voor een jaarnadeelig is voor de ge
meente. Het is daarom dat burg. en weth. voorstellen, de ver
pachting nu te doen voor vijf jaren, opdat er dan ook gelegen
heid zij, om met het rapport kennis te maken en te beslissenj
omtrent de aanschaffing van het daarin genoemd „Reinigungs
Machien."
Dhr. Verhagen doet opmerken, dat de afvoer van faecale stof
fen de belangstelling van vele gemeente-besturen opwekt. Als
lid van het bestuur van het departement van nijverheid, heeft hij
zich bovendien daarmede bezig gehouden. Ter zijner kennis was
gekomen, dat in de gemeente Leeuwarden, door eene commissie
waarbij ook de directeur, belast met de inzameling der faecale stoffen te
Groningen een rapport ingediend. Dit rapport is hem op zijn verzoek
toegezonden en hij heeft daarin vele wenken gevonden, die ook voor
Goes nuttig zouden kunnen zijn. Hij wenscht dat de leden van
den raad met dat rapport kennis zullen maken en gelooft, dat
al ware het, dat eene verpachting voor korteren termijn eenig
nadeel voor de gemeente zoude opleveren, dit nadeel niet in
aanmerking mag komen, bij de groote voordeelen die het rap
port iu de toekomst aanwijst.
De Voorzitter toont aan, dat er slechts weinig tijd meer ver
loopt voor de exjiiratie van den tegeuwoordigen pachttermijn
dat de volgende vergadering geheel gewijd zal zijn, aan de be
handeling van het kohier van den hoofdelijken omslag en vraagt
of het niet beter is, nu voor vijf jaren te verpachten en gedu
rende dien termiju een onderzoek omtrent de in het rapport aan
gevoerde gronden te doen.
Dhr. Verhagen is zoo zeker, dat burg. en weth. na kennis
neming van dit rapport een gunstig voorstel zullen doen dat
hij bezwaar maakt, om de vraag van den voorzitter bevesti
gend te beantwoorden en voorstelt de verpachting te bepalen
voor den tijd van één jaar.
Na de mededeeling van den voorzitter dat hij dit voorstel in
rondvraag zal brengenzegt dhr. Verhagen, dat hij niet weet hoe
te moeten opnemen het zwijgen der leden van den raad en daarom
nog opmerkzaam maakt, dat, indien de raad besluit tot verpach
ting voor één jaar, hij bij de goedkeuring aan zich kan voorbe
houden, om later den pachttermijn te verlengen.
Dhr. Fransen van de Putte geeft te kennen dat hij na het gea
vanceerde door dhr. Verbagengaarne diens amendement zal
ondersteunen.
Het voorstel van den heer Verhagen, om de verpachting voor
één jaar te bepalen wordt daarna met algemeene stemmen aan
genomen.
De Voorzitter deelt mededat meermalen en te regt is ge
klaagd over het minder geschikte der plaats voor het houden dei-
botermarkt, waarom burg. en weth. voorstellen met aanvang van 1
Mei e. k. die markt te doen houden in het benedenlokaal der koren
beurs en magtiging vragen om zoo noodig eenige banken en tafels
ten dienste der kooplieden te doen vervaardigen.
Na 't geven van eene inlichting aan dhr. Verhagen, dat geene
recognitie voor het gebruik der plaats zal gevorderd worden
wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter geeft te kennen dat mevr. de wed. Vermande
Pilaar over het afgeloopen jaar niet alleen geen genotmaar
integendeel veel last heeft gehad van het door haar in pacht be
zeten perceel grond in de voormalige achterhaven en wel door
den afloop van faecale stoffen enz. uit liet huis van mr. C. de
Witt Hamer.
Hij deelt verder mede, dat alle pogingen, die bij dien heer zijn
aangewend, om hem te bewegen eene afleiding van die stoffen in
het overdekte riool der gemeente te geven, niet gelukt zijn.
Burg. en weth. vermeenen dat de gemeente het regt heeft dit
van dhr. Hamer te vorderen, doch zullen later omtrent de huns
inziens noodige maatregelen een voorstel aan den raad doen; hij
zal dan ook dat punt nu niet in behandeling brengen en stelt
alleen voor om op grond van art. 139 der gemeentewet aan mevr.
de wed. Vermande, kwijtschelding te verleenen der pachtsom ad
3,voor gemeld perceel grond over 1868.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Alsnu deelt de Voorzitter mede dat de kweekeling L. Heijboer
gedurende de vacature van hoofd-onderwijzer aan de weezen- en
armenschool is werkzaam geweest en burg. en weth. gemeend heb
ben na overleg van het schooltoezigt, dien kweekeling eene gra
tificatie te geven van 50,
Dhr. Verhagen heeft gelezen dat burg. en weth. wilden voor-