Schutter ij.
1869. I\°. 33.
DINGSDAG 37 APRIL.
56"* Jaargang
OPENBARE VERGADERING
GEMEENTE-RAAD te GOES,
10.
van
BEKENDMAKINGEN
h.et Gemeente-bestuur.
Beschrijving der personele Belasting
AANBESTEDING.
POSTER IJ EN.
-
GOESSCIE COI II WT.
Dc uitgave dezer Courant geschiedt Slaandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen-
Prjjs per kwartaal ƒ1,95. fr. p. p. ƒ1,90.
7
Gewone advertentiën worden a 15 et. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regele
a ƒ1,80, behalve het zegelregt.
9e inzending van adverieniiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
VAN DEN
TEN RAADHUIZE ALDAAR
OP DINGSDAG DEN 27 APRIL 1869,
DES NAMIDDAGS TEN 7 URE.
5.
7.
9.
11.
12.
Punten van Behandelina
tr
Mededeeling van ingekomen stukken.
Aanbieding van het jaarverslag der gemeente,
Rekening der leenbank.
Idem over 1868 en begrooting voor 1870 van
de gemeente-apotheek.
Bepaling van den termijn van verpachting van de
liaardasch, de vuilnis en het nachtwerk.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot ver
plaatsing van de botermarkt naar de korenbeurs.
Idem Idem tot kwijtschelding aan mvr. de-
wed. Vermande der pacht van grond in de ach
terhaven.
Idem Idem tot het verleenen eener gratifica
tie aan den kweekeling L. Beijboer, voor zijne
werkzaamheden in de weezen en armenschool tijdens
de vacature van hoofdonderwijzêr.
Benoeming van een gemeente geneesheer.
Wijziging van het besluit tot uitgifte van grond
in erfpacht aan J. van Aerde (meerdere oppervlakte.)
Verordening op de publieke vermakelijkheden.
Idem tot handhaving der orde op het buiten
plein van het station.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
Gezien hebbende de circulaire van den heer Com
missaris des konings in deze provincie, de dato 19
April 1869, A no. 4789/', le afdeeling, (Provinciaal
blad no. 41) betrekkelijk de
BESCHRIJVING DER PATENTPLIGTIGEN
voor het dienstjaar 18691870;
brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden
1". Ten aanzien der patentpligtigen in de 25 eerste
tabellen der wet van 13 Mei 1819 (Staatsblad no. 34)
omschreven.'
dat, met uitzondering van de patentpligtige slijters,
tappers, kroeghouders en koffijhuishouders, die niet
in de gewone beschrijving zullen worden begrepen,
maar aan Welker huizen, zoodra mogelijk na den in
gang van het dienstjaar, en zonder de gewone be
schrijving aftewachten, een declaratoir zal bezorgd
worden, hetwelk na verloop van drie dagen zal wor
den afgehaald en welke verpligt zijn dadelijk de helft
van hunnen aanslag te voldoen, waarna het patent
op vertoon der kwitantie, alsmede van het bewijs,
dat hun deswegens verschuldigde over het voorgaande
jaar ten volle aangezuiverd is, ter secretarie onmid
dellijk verkrijgbaar zal zijnde verklaringen, ter ver
krijging van palent voor de patentpligtigen, binnen
de provincie worden uitgegeven van den 7 Mei 1869
tot en met den 15 dier maand.
dat die verklaringen behoorlijk ingevuldzullen
moeten zijn ingezameld of bij den ontvanger der di
recte belastingen ingediend, binnen deze gemeente op
den 24 Mei 1869;
dat de registers van gemelde patentpligtigen ge
sloten worden, binDen deze gemeente op den 8 Junij
daaraanvolgende.
2°. Ten aanzien van eigenaars, vaste huurders, of
andere vaste gebruikers van binnenvaartuigenzal
moeten worden gehandeld overeenkomstig de resolutie
van Z. E. den minister van finantien van 23 April
1852, no, 192, (provinciaalblad no. 57 van dat jaar.)
En wordt voor dezen de gelegenheid tot het doen
der aangiften opengesteld van 7 Mei 1869 bij het
gemeente-bestuur der plaats alwaar de belasting ver
schuldigd is, onder overlegging van een aangiftbiljet
daartoe bij de besturen verkrijgbaar.
3°. Ten aanzien van de kramers:
dat zij zullen gehouden zijn, om bij het doen hun
ner aanvrage om patent, op te geven de onderscheidene
goederen welke zij voornemens zijn te koop aan te
bieden. Zoo mede de wijze op welke zij hun beroep
uitoefenen, naar aanleiding der onderscheidingen bij 1
der 7 tabel, gevoegd bij de wet van den 16 Junij 1832
(Staatsblad no, 30), alsmede de gezamenlijke inkoops-
waarde door hen te koop aangeboden wordende goe
deren; zullende dien onverminderd door de patentpligti
gen die hunne goederen in de herbergen of bergplaatsen,
huizen en andere gebouwen van derden uitstallen,
opgave moeten geschieden van den tijd der during van
hun verblijf in de gemeente en door hun die derzelver
waren in openbare veiling, en buiten hunne winkels bij
koopen van doorgaans beneden de ƒ25,ieder, doen
verkoopen, van dien der te houdene verkooping; dewijl,
zoo zij de wijze van dien verkoop veranderen de waarde
hunner waren vermeerderen, of den duur des verblijfs, of
der te houdene verkooping verlengen, daarvan op den
voet van art 13 der wet van den 21 Mei 1819 en
op de boete bij art. 37 bepaald, aangifte zullen doen in
de gemeente alwaar zij zich bevinden, en zoodanig aan-
vullingsregt voldoen, als van hén bij werkelijk toege
nomen belastbaarheid zoude kunnen worden gevorderd.
4'1. En eindelijk, dat de bedoelde kramers benevens
de debitanten van loterij-briefjes, krachtens Zr. Ms.
besluit van den 17 October 1820 (Staatsblad no. 22)
op de boete van 1 en 2, var. art. 32 der wet van den
21 Mei 1819 bepaald, verpligt zijn steeds hun patent
met zich te voeren.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES.
Gezien de circulaire van den heer commissaris des
konings in de provincie, van den 19 April 1869
A. no. 4789/', le afdeeling, (provincieaal blad n».
41) betrekkelijk de
VOOR HET DIENSTJAAR 18691870.
Brengen bij deze ter kennis van alle ingezetenen
dat met het primitief beschrijvingswerk voor de be
lasting op het personeelvastgesteld bij de wetten
van den 29 Maart 1833(staatsblad no. 4) 29 De
cember 1835 (staatsblad no. 43) en 24 April 1843
(staatsblad no. 15) in deze gemeente, een aanvang zal
worden gemaakt op Vrijdag den 7 Mei aanstaande
en dat de alzoo aan de ingezetenen uittereiken beschrij-
vings-biljetten, met den achtsten dag daarna, van wege
den ontvanger, opvolgelijk zullen worden opgehaald.
Wordende de belanghebbenden tevens verwittigd,
dat om als legenschatters van de zijde der belasting
schuldigen te dieDen in geval van herziening, achter-
volgens het bepaalde bij art. 29 2 der wet van 20
Maart 1833, (staatsblad no. 5) van het aangegeven be
drag der huurwaarde of aantal deuren en vensters of
haardsteden, door burgemeester en wethouders weder
zijn benoemd de vier volgende personen, als Johannes
Dekker Lz., Hulertus le Cl erg, Willem. Jan van de
Weert en Willem, de Beste.
Goes, den 24 April 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
zullen op Zaturdag den 8 Mei a. s. des namiddags
ten één ureten raadhuize aanbesteden behoudens
latere toewijzing:
Met vergrooten der openbare school
van de ts<e klasse, en daaruit voort-
vloeijende ïverfcen.
Bestek en teekening liggen van af heden dagelijks,
uitgezonderd des Zondagster inzage op de secretarie
der gemeenteterwijl aanwijzing in loco zal geschie
den, op Woensdag den 5 Mei des namiddags ten
half twee ure.
Goes den 24 April 1869.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
HARTMAN.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GOES
Gezien de wet van den 11 April 1827 (Staats
blad no. 17) betrekkelijk de OPRIGTING van SCHUT
TERIJEN en speciaal de artikels 1, 2, 7, 8 en 9
luidende als volgt
„Art. 1. Ieder ingezeten van bet rijk, die op den
1 Januarij van elk jaar zijn 25ste jaar zal zijn in
getreden en zijn 34ste niet voleindigd zal hebben
zal ingevolge de bepalingen dezer wetdaartoe op
geroepen zijnde, verpligtwezen de sehutterlijke dienst
uitteoefenen.
„Art. 2. Als ingezetenen worden met betrekking
tot de toepassing dezer wet beschouwdenz.
Wordt vervolgd.)
Opgave van brievengeadresseerd aan onbekenden,
verzonden door het postkantoor Goesgedurende de
tweede helft van de maand Maart 1869.
Kraeger en Bach, Amsterdam
II. R. BorgersDordrecht.
J. BertEede.
Wed. J. van Oosten 's Heer Arendskerke.
Mej. van Asperen, Philipsland.
Van de hulpkantoren
Bath P. Mouthaan Botterdam.
Heinkenszand, J. de Meulemeester, Culemhorg.
Kruiningen, P. MouthaanBotterdam.
Scherpenisse, Joh. van den Berg, Colijnsplaat.
Wissekerke, S. Veen, Amsterdam.
Tersekendam, A. Smallegange, Nieutoediep.
De tweede kamer heeft de wet tot herzie
ning der kiestabel aangenomen en men zou
nn de discussie over dat onderwerp gesloten
kunnen achten. Toch kan eene nalezing daarop
nuttig zijn. Niet alleen, omdat de eerste ka
mer hare goedkeuring nog aan het wetsont
werp moet schenken, maar ook, omdat daarin
een en ander voorgekomen is, dat van de zijde
der districten zelveeene nadere toelichting
noodig heeft.
Waar de afgevaardigden der staten generaals
optreden als vertegenwoordigers van hunne dis
tricten, en als die daarmede naauwkeurig be
kend zijn, zou men mogen verwachtendat
zij naauwkeurig uitdrukkenwelke de geest