De Voorzitter meent, dat de mindere opbrengst bij verkoop kan veroorzaakt worden door dat de artikelen incourant worden, doch zegt een volledig antwoord toe in de volgende vergadering. Dhr. Verhagen vindt de vraag nog al belangrijk en de zaak van groot gewigt en vraagt of er bezwaar bestaat, om de rekening bij de leden rond te zenden? Dhr. mr. de KnoJcke van der Meuten doet opmerken, dat vroeger is besloten, dat de boekhouder naar zijn beste weten de panden beleent, en dat dus na twee jaren hem niet kan geweten wor den, wanneer die panden bij verkoop minder opbrengen. Dhr. Verhagen is van oordeel, dat eene toelichting op den onderwerpelijken post der rekening alles zou kunnen ophelderen. De Voorzitter zegt, dat aan het verzoek tot rondzending der rekening voldaan en de vraag van dhr. van den Bosch later zal beantwoord worden. Wordt gelezen eene missive van heeren gedeputeerde staten omtrent het raadsbesluit tot verkoop van inschijving op het groot boek der 3 'A nat. werk. schuld, waarin tevens wordt verzocht een raadsbesluit in te zenden tot wijziging, dien overeenkomstig der gemeente begrooting voor 1869. De Voorzitter leest een ontwerp besluit voor dat zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen, waardoor met intrekking van het besluit van 17 Maart jl. no. 4 wordt bepaald. a. Dat zal worden verkocht een gedeelte inschrijving op het 3'/2 grootboek nat. werk. schuld, en wel tot zulk een nominaal bedrag als noodig is om eene som van 1900,te verkrijgen. h. Deze te voegen bij het bedrag van 1100,waarvoor het dempen van een gedeelte der vest minder was aangenomen dan dit werk was begroot, en de zaamgevoegde som van/3000, te besteden voor de vergrooting der school 3de klasse. c. De begrooting van inkomsten en uitgaven voor 1869 te wijzigen door uittrekking van den post der geldleening tot een bedrag van 10,000,en de verkoop der genoemde inschrij ving op 1900,alsmede het brengen eener post van uitgaaf ad. 3000,voor de verbouw der school 3ie klasse en 6000,van die voor de lste klasse. Wordt gelezen een brief van het bestuur van het gasthuis alhierhoudende verzoek om op de dienst van 1868 meerdere uitgaven te mogen doen dan in de begrooting voor dat jaar waren uitgetrokken, ten gevolge van vermeerderde bevolking, de hoo- gere prijzen van sommige levensmiddelen en ontstane reparatien. Welk verzoek zouder eenige discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt ingewilligd. Op de vraag des Voorzitters of een der leden nog iets heeft voor te stellen zegt dhr. mr. de Laat de Kanter dat hij bij de behandeling der gemeente begrooting voor 1869 den wensch heeft geuit dat de aanslag biljetten voor den hoofdelijken omslag vroeger mogten worden uitgegeven dan in 1868, en met het oog op het geen er nog te doen valt vóór die biljetten kunnen worden uit gereikt herhaalt hij dat verzoek en hoopt dat zeer spoedig eene vergadering zal gehouden worden om het kohier vasttestellen. De Voorzitter antwoordtdat bet kohier geheel ontworpen door hem reeds den 33 Februarij jl. verzonden is aan heeren wethou ders en kort daarop aan de commissie benoemd om burg. en weth. behulpzaam te zijn met het ontwerpen van het kohier en heden berigt ontvangen heeft dat die commissie met haar werk is gëeindigd, zoodat eerstdaags eene vergadering var. die com missie met burg. en weth. zal plaats hebben. Dhr. Verhagen verheugt zich er in dat door een raadslid be merkingen gemaakt worden omtrent deze zaak; er is bij de com missie eenige vertraging geweest wijl er een staat ontbrak en een der leden ongesteld is geweest. Nu deze zaak op die wijze aan de orde is gebragt kan hij als lid der commissie verklaren dat door het dagelijksch bestuur meer dan gewone zorg is besteed aan het ontwerp kohier, ook bestaat bij hem de volkomenste overtuiging dat even eens de leden der commissie met de meeste naauwgezetheid de zaak heb ben onderzocht, maar vraagt of er geen middelen te beramen zijn dat, terwijl nu 6 leden reeds met het kohier gemoeid zijn ook de 5 overige raadsleden daaraan gelijke zorg besteden; hij betreurt het, dat de minderheid in deze verstoken is aan het dagelijksch bestuur hunne kennis met de ingezetenen mede te deelen en dienstbaar te maken, en behoudt zich voor hierop later terug te komen. Na dankbetuiging van den heer mr. de Laat de Kanter voor de gegeven inlichtingen wordt de vergadering gesloten. Drukkerij van F. Kleeuwens Zoon, uitgevers der GoesscheCourant.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 6