BIJB&AB vm BE G0E88CE1 COVBAHT.
van Dingsdag 13 April 1869. N°. 39.
GEMEENTERAAD TE GOES,
OPENBARE TERG A DERING
VAN DEN
DEN 7 Apkil 1869.
Afwezig dhr. 0. Pilaar wegens ongesteldheid met kennisgeving.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt als ingekomen stukken mede:
a. Verslag der gecommitteerden tot opneming der slot-rekening
van het middel voor straat- en zandwegen in Zuid-Beveland, welk
verslag voor kennisgeving wordt aangenomen onder dankbetuiging
aan de gecommitteerden.
b. Berigt van den uitslag van het overgangs-examen der leer
lingen van de burger-avondschool, waaruit blijkt dat van de
lste tot de 2de klasse zijn bevorderdL. de Beste. C.
de Back. M. C. van Strien. B. J, Elsman en van de
2de tot de 3de klasse geene.
c. Rapport der gezondheids-commissie, omtrent het onderzoek
der tarwebloem, waarvan reeds bekendmaking is geschied.
d. Rapport der vaste commissie voor het finantie-wezen be
trekkelijk de te naamstelling der goederen toebehoorende aan
het burgerlijk armbestuur, welk rapport bij de leden van den
raad zal worden rondgezonden.
e. Van de vaste commissie voor de strafverordeningen twee
ontwerpen, als 1". op de openbare vermakelijkheden en 2''. tot
handhaving der orde op de buitenpleinen van en de toegangen
tot het spoorwegstation, welke bij de raadsleden zuilen worden
rondgezonden.
Verzoek van dr. N. J. P. Verschoor, om herbenoemd te
worden als gemeentegeneesheer; welke benoeming tot de volgende
vergadering wordt aangehouden.
g. Eenige staatsbladen die in de verzameling worden gede
poneerd.
Nog deelt de Foorzitter mede
a. dat de vergrooting der school van de 2de klasse die jl. Za-
turdag behoudens goedkeuring door gedeputeerde staten van een
raadsbesluit tot dekking der kosten, is aanbesteed, aangenomen is
door W. J. van de Weert, voor de som van 2453,
b. Dat in de geldleeniug ad. 10,000,is deelgenomen
vooreen bedrag van 5250,en burg. en weth. met gebruik
making van art. 4 van bet plan, de gelegenheid tot deelneming
nog hebben verlengd tot den 30 April e. k., wordende de leden
verzocht, die deelneming zooveel mogelijk te bevorderen.
Dhr. Verhagen vraagt hoe gehandeld zal worden indien de
leening niet volteekend wordt.
De Voorzitter geeft te kennen, dat dan op andere wijze moet
gehandeld worden, om in de kosten te voorziendaar het hier geldt
de voldoening der verpligting die op de gemeente rust, om aan
de zich aanmeldende kinderen onderwijs te verschaffen.
Aan de orde is de behandeling der ontwerpverordening op het
het doen van benoemingen, die zonder discussie met algemeene
stemmen aangenomen wordt.
Is ingekomen een verzoek van J. van Aerde, om grond der
gemeente op erfpacht nabij de 's Heer Hendrikskinderen-barriere,
ten einde daarop een huis te bouwen.
De Voorzitter stelt voor, namens burg. en weth. de aange
vraagde grond tegen den gewonen prijs aan den adressant in
erfpacht uittegeven, zullende het plan van bouwen later worden
gesteld in banden der openbare gezondheids-commissie om be
rigt en raad.
Dhr. mr. de Laat de Kanter herinnert aan het raadsbesluit van
24 Jnlij 1868 waarbij is bepaald, dat geene gronden meer in
erfpacht zullen worden uitgegeven, dan in de rigting van en in
overeenstemming met het plan tot uitbreiding der stadhij zegt,
dat het hier een exceptioneel geval is, waarom hij zich niet tegen
het voorstel zal verklaren, doch wenscht aangeteekend te zien,
dat die uitgifte is verleend zonder consequentie voor het vervolg.
De Voorzitter en dhr. Verhagen wijzen er op, dat dit besluit
genomen is, voor hen die weuschteu te bouwen in de rigting van
het spoorwegstation, en liet verzoek vau van Aerde grond betreft
aan het andere gedeelte der gemeentewaarna het voorstel door
B. en W. aangenomen is.
Wordt gelezen een verzoek van Jacobus de Blok, om als niet
ingekomen te beschouwen, zijn adres van 9 April 1867 waarbij
hij gronden nabij het tegenwoordige station in erfpacht heeft
aangevraagd, en waarop bij raadsbesluit van 24 Julij 1868 gun
stig was beschikt: dit verzoek wordt zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming ingewilligd.
De Voorzitter deelt mede: dat een lid van den raad eenige
bedenkingen heeft medegedeeld tegen het ter vorige vergadering
ingediend ontwerp-adres, om de tweede kamer te verzoeken het
voorstel van den heer van Kuijktot wijziging der armenwet,
niet aantenemen; en dat burg. en weth. het ontwerp daarnaar
hebben gewijzigd en thans op nieuw iu behandeling brengen.
Dhr. Ferhagen zegt met leedwezen te moeten verklaren, dat
hij zich niet met het ontwerp kan vereenigen, en heeft zich af
gevraagd wat zijn pligt was als lid van dezen raad, maar daar tegen
overgesteld het algemeen belang, en hij is tot de overtuiging ge
komen dat het voorstel van den heer van Kuijk strekt in het
algemeen belang. Immers zullen 1200 plattelands gemeenten
door aanneming van het voorstel worden gebaat tegenover enkele
grootere gemeenten die van ziekeninrigtingen zijn voorzien.
Als lid der tweede kamer zou hij volmondig zijne stem aan
de wijziging der armenwet naar het onderwerpelijke voorstel
geven, als lid van den raad gelooft hij zich [tiet te mogen plaat
sen tegenover de volksvertegenwoordiging, het belang van deze
gemeente mag niet gaan boven dat van zoovele andere en daar
om zal hij, al stond hij ook alleen tegen het ontwerp adres
stemmen.
Dhr. Fransen van de Tutte verklaart zich met het aangevoerde
door den vorigen spreker niet te kunnen vereenigen; hij wijster
op hoevelen, wanneer zij minder geschikt worden voor het veld.
werk, zich naar de grootere gemeenten verplaatsen en al neemt,
men nu aan, dat de groote meerderheid der gemeenten door de
voorgestelde wijziging der armenwet zullen worden gebaat, mag
dit voor de leden van den raad eener gemeente die er schade
door zoude lijden geen reden zijn om zich voor de wijziging
te verklaren
De Voorzitter zegt, dat de strekking van dit adres geene an
dere is dan om aantetoonen dat de wijziging der armenwet niet
zal zijn in 't algemeen belang, voornamelijk niet van de grootere
gemeenten of van die waar, zoo als te Goes inrigtingen worden
gevonden tot verpleging van zieken.
Dhr. Verhagen herhaalt dat de wijziging der armenwet zal
zijn in het algemeen belang en dat als hij lid was van de 2de
kamer hij het voorstel van den heer van Kuijk zou aannemen.
Als lid van den raad kan hij er niet tegen wezen evenmin als
hij in zijn.particulier levende belangen van het algemeen kan
verwaarloozen, evenmin kan hij als lid van dezen raad de be
langen van 1200 plattelands gemeenten over het hoofd zien.
Het ontwerp-adres wordt daarna in hoofdelijke stemming gebragt
en aangenomen met 9 steramen tegen 1 die van dhr. Terhagen.
Aan de orde is de vaststelling van de rekening der Leenbank
over 1868 waaromtrent de finantieele commissie adviseert.
Die vasttestellen in ontvang op14,013,43s
n uitgaaf - 1,389,97
zoodat het saldo op 31 December aanwezig, bedroeg 12,623,46=.
Dat het kapitaal heeft bedragen12,500,
en alzoo met een goed slot overgebragt ten kantore
van den gemeente ontvanger, ad123,46s.
Dhr. C. C. van den Bosch vraagt eenige inlichtingen (betrek
kelijk een paar panden, die bij verkoop minder hebben opgebragt
dan waarvoor zij beleend waren,) in hoeverre de directeur verant
woordelijk is voor die mindere opbrengst.