•S6». N°. 24.
DINGSDAG 23 MAART.
5ö8te Jaargang
V
Op aanstaanden Maandag, 2de Paasch-
dag, wordt de Goessche Courant niet
uitgegeven.
BERIGT
POSTER IJ EN.
mtH AS&S&SMSSs-
GOESSCHE E«! II A.\T.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen-
Prfjs per kwartaal ƒ1,35. fr. p. p. ƒ1,90.
Gewone advertentiëu worden a 15 ct. de regel geplaatst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-6 regels
a ƒ1,89 behalve het zegelregt.
Be inzending van adrerlenliën kan geschieden tol vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
aan onze abonné's op de telegrafische marktberigten
in die gemeenten welke in verband staan met de
post op Ellewoutsdijk.
Volgens kennisgeving van den heer postdirecteur,
zullen wij de Rotterdamsche marktberigten van Maan
dag, dienzelfden dag niet meer kunnen verzenden en
daarmede moeten staken.
Des dingsdags morgens blijven zij steeds verkrijgbaar.
De Uitgevers.
BEKENDMAKINGEN
van het Gemeente-bestuur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter algemeene kennis
dat door den raad dezer gemeente bij besluit van
'25 Februarij jl., N°. IV is vastgesteld: het plan
eener te doene geldleening van TIESTDCIIïEAD
en dat dit plan door Heeren Gedepu
teerde Staten dezer provincie bij besluit van 5 Maart
daaraanvolgende, Nu. 513/40 B N°. 1324 is goed
gekeurd
dat volgens dit plan, hetwelk ter secretarie ter
inzage ligt, voor de geldleening zullen worden uit
gegeven obligatiën groot tweehonderd vijftig
guldenrentende vijf ten honderd in het jaar
van welke obligatiën jaarlijks minstens één zal wor
den afgelost bij uitloting, in de maand September
van ieder jaar te houden;
dat de inschrijving voor die geldleening wordt
opengesteld van af hedentot en met Zaturdag den
27 Maart aanstaande, ter secretarie der gemeente;
dat de opening der billetten zal plaats hebben op
Maandag den 29 Maart daaraanvolgende, des na
middags ten een ure in de gewone vergaderkamer
ten raadhuize alhier;
dat de storting der gelden waarvoor ingeschreven
wordt zal moeten geschieden ten kantore van den
Gemeente Ontvanger, de helft voor of op den lsten
April en de wederhelft voor of op den lsten Julij
aanstaande.
Goes, den 8 Maart 1869.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
gezien hebbende het schriftelijk verzoek aan hun ge
daan door Marinus Ripmeester, landbouwer in deze
gemeente, om op de perceelen sectie B 132 aan den
Cingel een BAKOVEN te stichten.
Gelet op het koninklijk besluit van den 31 Janu
ary 1824, (staatsblad no. 19), mitsgaders op het be
sluit van heeren gedeputeerde staten dezer provincie,
van den 7 October 1842, no. 17, (provinciaal blad
no. 98).
Overwegende dat tot het opmaken van proces-ver
baal de commodo et incommodo, gevorderd bij art.
4 van welgemeld koninklijk besluit, de eigenaars en
bewoners der naastgelegene panden in hunne belan
gen moeten worden gehoord en dat bet tevens nuttig
kan zijn, om een ieder in de gelegenheid te stellen zijne
bezwaren aan het gemeente-bestuur kenbaar te maken.
Brengen bij deze ter kennis van een ieder die daar
bij belang kan hebben dat de adressantbenevens
de eigenaren, bewoners en gebruikers der nabij ge
legene eigendommen zijn opgeroepen om op Zaturdag
den 27 Maart aanstaandedes namiddags ten één
ure, voor burgemeester en wethouders in hunne ge
wone vergaderkamer, ten raadhuize te verschijnen, ten
einde ter zake voorschreven in hun belang te worden
gehoord en dat te gelijkertijd aan een ieder die znlks
mogt verlangen de gelegenheid zal gegeven worden,
om zijne bezwaren daartegen op te geven, ten einde
in het proces-verbaal vermeld te worden.
Goes, den 20 Maart 1869.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
maken bij deze bekend:
Dat door gebrek aan plaatsruimte op de openbare
scholen der le en 2« klasse, ditmaal geen aanneming
van leerlingen voor die scholen kan plaats hebben
doch dat, na verbouwing der localen, daarvoor door
de plaatselijke schoo'commissie eene afzonderlijke zit
ting zal gehouden worden, en noodigen een ieder uit
om aan gemelde commissie, die have zitting zal hou
den in de voorzaal van het raadhuis op Woensdag
den 24 Maakt e. k., des middags ten 12 ure, alleen
aangifte te doen van de kinderen die men na de
Paaschvacantie verlangt op de Bewaarscholen,
de meisjesschool vóoir gewoon en sneer
uitgebreid lager onderwijs en de weezen
en armenschool te zenden, aangezien dit zonder
de toelating der schoolcommissie, niet vermag te ge
schieden.
Goes, den 20 Maart 1869.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De secretaris
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
maken bekend, dat in hunne publicatie, voorkomende
in de Goessche Courant van den 19 dezer, betreffende
het onderzoek van bloemeen der leveranciers abu
sief is genoemd; van Ravenswaay C<>. te Kra
lingen terwijl dit moet wezenuit de Stoommeel-
fabriek van FIRULIJ RAFENSfF.AJIJ te Kra-
nabij Rotterdam.
Goes, den 22 Maart 1869.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De secretaris
HARTMAN.
De BURGEMEESTER van GOES, brengt bij deze,
ter openbare kennisdat het kohier van het PA-
TEN TREGT van het 3e kwartaal voor deze gemeente,
voor het dienstjaar 18681869, op heden ter invor
dering is gesteld in handen van den ontvanger dier
belastingen binnen deze gemeente.
Goesden 22 Maart 1869.
De Burgemeester voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De DIRECTEUR van bet Postkantoor te Goes
brengt ter kennisse van het publiek, dat van af 20
Maart ten B.B. ure 30 minuten 'smorgens in
plaats van 2 uur des avondshet postrit naar Elle
woutsdijk zal vertrekken en de brieven nu des morgens
ten 11 ure in de bus moeten bezorgd zijn, voor de
navolgende gemeentenals met dit rit verzonden
wordende:
Baarland c. a., Driewegen c. a., Ellewoutsdijk c.
's Gravenpolder, 's Heer Abtskerke, SinoutskerkeHoe-
dekenskerkeNisseOudelande, Ovezand Neuzen en
verder gelegen plaatsen daarover verzonden wordende.
Goes, 19 Maart 1869.
De Directeur van het Postkantoor te Goes,
ME IJ LINK.
De laatste oogenblikken van de zitting der
tweede kamer zijn door de anti-ministerieele
mannen nog eens gebruikt, om de ministers
eenige speldeprikjes te geven, ten einde wel te
laten eonstateeren (Catwijksche stijl) dat de re
gering toch niet denken moetdat zij steun
vinden zou bij de party, door wier medewerking
zij, volgens het orgaan, de laatste overwinnin
gen behaald heeft.
De wet op de zeebrieven werd op zijde gezet,
waarschijnlijk wel meest omdat de kamer lust
had, om naar huis te gaan, en het was kennelijk,
dat eenige liefhebbers profiteerden van de gele
genheid, om door interpellatien niet alleen den
tijd aantevullen, maar ook hun hart lucht te
geven in vragen, die wel meest dienen moesten,
om daaraan zoo een en ander vast te knoopen,
dat misschien in langen tijd niet gezegd was.
Wij hadden toch drie interpellatien van con
servatieve, beter gezegd van anti-regeerings zijde.
De heer Sypestein, met innerlijke bewegingen
voor de goudkust aangedaan rigtte aan den
minister van koloniën een drietal vragen, waarop,
zoo hij zeker berekenen kon, de minister moei-
jelijk nu reeds een positief antwoord kon geven.
Zeer verstandig bepaalde de minister zich
tot een kort antwoord en zeide zooveel als hij
meende te mogen en te moeten zeggen, waarna
de heer Sypestein met aanhaling van een bijbel
woordverklaarde dat hij minder vernomen
had, dan hij gemeend had van een constitutio
neel minister te zullen vernemen. Het geachte
lid der kamer bleef echter in gebreke, om aan
te wijzen, volgens welk artikel der grondwet
de ministers geroepen zijn mededeelingen te
doen, waarvan de openbaarmaking voorshands
niet in 's lands belang zou wezen.
Wij meenen het dan ook daarvoor te mo
gen houden, dat de redekaveling meest ten
doel had, om dat eens te luchtenwant ieder
kon begrijpendat het bezwaarlijk zou gaan,
opening te doen omtrent zakendie nog in
vollen gang zijn en dat de heer Sypestein, des
verkiezende, alleen had moeten vragen: kan
de minister Jreeds mededeeling doen Maar hij
had den ook de genotrijke gelegenheid ge
mist, om implicite te verklaren, dat de heer
de Waal geen constitutioneel minister is.
De heer Wassenaer was met zijn collega we
derom één, in het stellen van drie vragen die
wij zouden kunnen kwalificeerenhet vragen
naar den bekenden weg; ten ware men wil
aannemen, dat het kamerlid bedoelde eens voor
de zijnen duidelijk te makenwat door den
minister van finantien geschreven en bedoeld
isin zake de regeling van het beheer der ker
kelijke goederen. Ook deze interpellatie ken
merkte zich door vele verzekeringen omtrent
dingen, die de interpellant niet zeggen wilde,