VIERING 1809. N°. 20. DINGSDAG 9 MAART. 56*" Jaargang, ZON- EN FEESTDAGEN, BINNENLANDSCHE BERIGTEN. AtSVfJA.-tSs- tiOESSCHE COHRAXT. D'e ultgnve dexer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen PrQe per kwartaal l,!(h fr. p. p. ƒ1,90. wr*.*<5ewone adrertentlCu worden a 15 el. de regel geplaa't. Geboorte-, huwelijkt.- en doodberlgten van 1-6 regels a l,SO behalve het zegelregt. De Inzending ran adrertenttPu kan geschieden tol róór dra: uren dee namiddags op den dag der uitgave BLennlssevlus BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, herinneren bij deze aan de bepalingen der wet van den 1 Maart 1815, (staatsblad no. 21), betrekkelijk de VAN DE hoofdzakelijk inhoudende „dat die dagen geene heroeps-bezigheden mogen „verrigt worden, welke de godsdienst zouden kunnen „storenen geen openbare arbeid zal mogen plaats „hebben, dan in geval van noodzakelijkheid, met schrif telijke toestemming der gemeente-besturen „dat, met uitzondering van geringe eetwaren, geer.e „koopwaren hoegenaamd op markten, straten of open- „bare plaatsen, zullen mogen worden uitgestald of ver docht en dat kooplieden en winkeliers hunne waren „niet mogen uitstallen, noch met openedeuren verkoopen; „dat gedurende den tijd voor de openbare gods dienst bestemd, de deuren der herbergen en andere „plaatsen, alwaar drank verkocht wordt, binnen den „besloten kring der gebouwen liggende, zullen ge floten zijn, en dat gedurende dien tijd geenerhaude „spelen mogeu. plaats hebben; „dat geene openbare vermakelijkheden op die da- „geu zullen,gedoogd worden; blijvende het evenwel „aan de gemeente-besturen vrijgelaten, hieromtrent eene „uitzondering toe te staan, mits niet dan na het vol komen eindigeu van alle godsdienst-oefeningen „en dat de overtredingen tegen deze bepalingen „zullen gestraft worden met eene geldboete van niet „hooger dan 25,of in geval van onvermogen, met „eene gevangenis van niet langer dan drie dagen „te verdubbelen ingeval van herhaalde overtredingen „en daar en boven verbeurdverklaring der te koop ge wiegde of uitgestalde goederen en het sluiten voor „eene maand van herbergen of andere publieke plaatsen. Burgemeester en wethouders hebben den commis saris van politie gelast, op de uitvoering der voren staande verordening te letten tegen de overtreders proces-verbaal op te makén en in bet algemeen zorg- tedragen, dat alle hinderlijke bewegingen en gerucht tnakingen vooral in de nabijheid der gebouwen tot de openbare eeredienst bestemdworden voorgekomen en belet. Goes den 6 Maart 1869. Burgemeester en wethouders voornoemd M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris HARTMAN. EoKetioLmalilng. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter algemeene kennis dat door den raad dezer gemeente bij besluit van 25 Februarij jl„ NIV is vastgesteld: het plan eener te doene geldleening van TIEHTDïUKEBPD K-Wen dat dit plan door Heeren Gedepu teerde Staten dezer provincie bij besluit van 5 Maart daaraanvolgende, N 513/49 B N'. 1324 is goed gekeurd dat volgens dit plan, hetwelk ter secretarie ter inzage ligt, voor de geldleening zullen worden uit gegeven obligatiën groot tweehonderd vijftig guldenrentende vijf ten honderd in het jaar van welke obligatiën jaarlijks minstens één zal wor den afgelost bij uitlbting, in de maand September vari ieder jaar te houder: dat de inschrijving voor die geldleening wordt opengesteld van af bedentot en met Zaturdag den 27 Maart aanstaande, ter secretarie der gemeente; dat de opening der billetten zal plaats hebben op Maandag den 29 Maart daaraanvolgende, des na middags ten een ure in de gewone vergaderkamer ten raadhuize alhier; dat de storting der gelden waarvoor ingeschreven wordt zal moeten geschieden ten kantore van den Gemeente Ontvanger, de helft voor of op den l*<vn April en de wederhelft voor of op den lsten Julij aanstaande. Goes, den 8 Maart 1869. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN, De Secretaris, HARTMAN. De discussien in de kamer ever de Indische spoorwegwet zouden stof genoeg geven, tot bree de beschouwingen, maar onze beperkte ruimte belet ons beden, ons daarmede bezig te houden. Eene opmerking echter kunnen wij niet na laten bier nederteschrijven. Zij betreft eene vrij hatelijke insinuatie door den beer de Casem- broot gedaan. Indien namelijk het verslag van de kamer zitting van Vrijdag, voorkomende in het Dag blad, juist isdan heeft dit lid gezegddat juist een liberaal ministerie toonen moet, dat het eerlijkheid en voorzigtigheid op den voorgrond stelt. Wat geeft den heer de Cusembroot de gegronde aanleidinghet regtom zoo te spre ken en een liberaal kabinet zóó voortestellen» alsof het van nature moet worden verdacht van oneerlijkheiden on voorzigtigheidalsof het een smet uittewisschen had, alsof het eene an dere roeping had, dan een kabinet van an dere politieke kleur? Het zou den heer de Casembroot moeijelijk vallen, het bewijs te le veren, dat deze waarschuwing gegrond is in feiten, en zijne woorden kunnen geene andere strekking hebbendan om bij de menigteop bedekte wijzewantrouwen te wekken in eene liberale regering. Wanneer echter het zeer con servatieve kamerlid, zulke hatelijkheden tegen een liberaal kabinet meent te moeten uiten mag hem wel eens in herinnering worden ge- bragtde geschiedenis van het kabinet Meijer van Zuijlen en de benoeming van eerstgenoem- den, tot gouverneur generaal van Indie. Of het conservatief ministerie daarbij eerlijkheid en voorzigtigheid op den voorgrond stelde? Mis schien zal de heer de C. zeggenwel zeker die woorden werden door het toenmalige ka biDet herhaaldelijk op den voorgrond gezet. Maar of men eerlijkheid en voorzigtigheid be trachtte? Dat is eene andere zaak. Onwil lekeurig komt men tot de conclusie, dat, zoo de woorden door den heer de C. gesproken geene hatelijkheid bevattendaarin welligtuit conservatief beginsel, de raad opgesloten lag, om, mogt er al in het wezen der zaak daar aan iets ontbrekendan toch de woorden eer lijkheid en voorzigtigheid op den voorgrond te stellen en te toonen, dat men zoo goed als een conservatief kabinet, zoo als bijv. het Meijervan Zuijlensche, met die woorden scher men kan. Wij twijfelen dan echter of het liberale kabinet dien raad zal opvolgen. GOES, 8 Maart 1869. Vrijdag heeft de kamer beraadslaagd over de wet betreffende den Samarangschen spoorweg. De wetdoor de beide ministers, van kolo niën en van finantien krachtig verdedigd is door vele ledeu aangevallen en de onderschei dene rigtingen in de kamer telden bare hevige tegenstanders van deze wet, zoodat door meer dan een met uitvoerigheid de noodzakelijkheid is aangetoond, om de voordragt te verwerpen. De discussie over de wijziging van de con cessie voor den spoorweg Samarang Vorsten landen is jl. zaturdag voortgezet. De heer Rochusscn verklaarde zich voor het ontwerp dat door de ministers van koloniën en van finan tien breedvoerig verdedigd werd. De heeren Blussé. W. v. GolsteinHeemskerk Az., Storm v. 's Gravezande en de Casembroot bleven hun ne bezwaren handhaven of verklaarden zich be paald tegen. De heer Fokker willende, dat bij waarschijnlijke verwerping zou blijken hoe de Kamer de maatschappij wil tegemoet komen, stelde eene motie van orde voor, houdende dat de Kamer voor het tekortkomende ter voltooijng uitsluitend van de lijn Samarang Vorsten landen eene leening of een voorschot uit de schatkist zou wenschen, en derhalve tot een bedrag van 5 milioen. Maandag zou daarover beraadslaagd worden. (Per telegraaf.) De motie van den heer Fokker ieniettegenstaande deze door hem vereenvoudigd was, met 52 tegen 11 stemmen verworpen. Daarna zijn de algemeene discussien over den Samarangschen spoorweg voortgezet. De heer van de Putte heeft in eene uitvoerige rede de concessie, de maatschappij en het ontwerp verdedigd. De heer Pijnappel blijft zich daartegen verklaren. Morgen voortzetting. Het is ons aangenaam aan onze lezers me- dedeeling te kunnen doen van het adres, dat, reeds van vele handteekeningen voorzien, alhier circuleert, om zoodra mogelijk aan de tweede kamer te worden opgezonden betrekkelijk het wetsontwerp tot verandering van de kiestabel. Wij geven het adres in zijn geheel, ten einde ieder in staat te stellen daarvan rustig kennis te nemen, en tevens, om het bewijs te geven, dat waar zijdie dit en alle wetsontwerpen van deze regering bestrijden en zouden wen schen verworpen te zien, dikwjjls ja het ver-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 1