VRIJDAG 30 FEBRUARIJ. 568te Jaargang Een vaste toelaag van Indië voor Nederland. 8*«9. !N°. 17. ~*sfrJL (.'li sscEit: timsT. De uitgave dezer f'ourant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Pr|fs per kwartaal f 1,95. fr, p. p. ƒ1,90. fiewone advertentie» worden a 15 et. de regel geplaatst. Oeboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-6 regels a j 1.20 behalve het zegelregt. Be in sending van advertenttën kan geschieden lot rüür drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Be Hs.endma Lting. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, brengen ter kennis van de ingezetenen, dat, wegens bet SCHOONMAKEN dek BRUG over de haven, deze op Woensdag den 3 Maart a. s. niet sal Jcunnen gepasseerd worden, en dat de passage met rijtuigen, dien dag zal moeten geschieden langs de begraafplaats. Goes, den 24 Februarij 1869. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAÜBEEN, l)e Secretaris, HARTMAN. Bo 5.0Ï1 "A. E1CL tX 'Ui. 1 XX DE BURGEMEESTER VAN GOES, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat het ko hier van het PERSONEEL no. 5 voor deze gemeente, over het dienstjaar 1868 1869 op heden ter invor dering' aan den ontvanger dier betastingen is uitgereikt Goes, den 24 Februarij 1869. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAÜBEEN. Zoo dikwijls de dagbladen, hier te lande, spre ken over het onregtvaardige, dat er in gele gen is, om van Indie, als eene verpligting te vorderen, dat het geldelijke bijdragen levere, ten einde onze schatkist te stijven en daar uit te bestrijdenwat alleen voor Nederland voordeel oplevert; zoo dikwijls zich daarover stemmen in de kamersof waar ookdoen hoorengaat er niet alleen een kreet van ver ontwaardiging op, uit het kamp der mannen van liet batig slot, maar men beweert ook dat in Indie geheel anders wordt gedacht, al thans dat men daar geen bezwaar maakt om de uitkeering van rijke bijdragen, als een Nederland toekomend regt, te laten voortdu ren, Wij achten het daarom niet ondienstig, om eene stern uit Ja^a te laten hooren en nemen hieronder een aitikel over uit De Loco motief, Samarangsch Handelsbladvan 28 Dec. 11., dat wij zonder eenige commentaar aan de over weging van onze lezers aanbevelen. Jaren laag heeft de Indische drukpers aangedron gen op vervanging van het „Koloniaal batig saldo'' door een vaste toelage uit de Indische kas aau de Nederlandsche schatkist te veileenen Meermalen heeft zij het betoog geleverd dat het thans bestaande stel sel voor kolonie en moederland even verderfelijk was; dat het noodwendig moest leiden tot een strijd van belangen waarvan tweedracht en haat de onvermijd bare gevolgen zouden zijndat het Indië eiken voor uitgang tegenhield, in de Nederlandsche financiën on zekerheid en verwarring teweegbragtdat het een verderfelijke bemoeijing der wetgevende magt met de détails der Indische begvooting tengevolge had; dat met één woord zijn werking zoo slecht mogelijk was en het voor beide betrokken partijen niets dan voor deel opleveren konde dit vicieuse stelsel te verlaten voor een a.ider, waarbij het beheer der Indische finan cien van dat ,der Nederlandsche geheel afgescheiden zoude worden verklaard, en een vaste som bepaald die Indie jaarlijks aan Nederland zoude betalen. Jaren lang is dit betoog der Indische drukpers in Neder land als heethoofdig, revolutionair of dolzinnig ver worpen (nooit met goede argumenten bestreden) ge worden, zelfs door de hoofden en organen der libe rale partij tot eindelijk de tegenwoordige minister van koloniën aan de kamer komt verklaren, dat hij op dit punt met de Indische drukpers van één gevoelen is, en geene oplossing van het koloniale vraagstuk mo gelijk acht dan met aanneming van dit haar voorstel. Voorzeker een bewijs dat de kracht der waarheid ten slotte zelfs den ruwsten tegenstand overwint en dat de les van Pabl Lois Courier; „frapper fort, frap- per juste, mais surtout frapper souventnog altijd door de drukpers in toepassing moet worden gebragt. In Nederland zijn vele van meening dat, indien de zienswijze des ministers bij de kamers ingang vond en de vaststelling eener jnarlijksehe bijdrage uit Indie aan de schatkist van het moederland ten gevolge heb ben mogt, het uiterste verrigt zonde zijn wat uit het oogpunt der regt vaardigheid gevorderd kan worden. In Indie gelooven eenigen dat zulk een maatregel van geringe beteekenis zoude zijn, en dat het weinig afdoet, of Indie onder den naam van „batig saldo" of onder den naam van „vaste bijdrage," in de gel delijke behoefte van Nederland biijve voorzien. Beide gevoelens zijn naar onze overtuiging onjuist. De hervorming in kwestie zal niet voldoen aan de eischen der regtvaardigheid, maar zij zal voor Nederland van wezenlijk nut en voor Ned.-Indie van den heilrijk sten invloed zijn. Volgens zuivere vegtsbeginselen is een kolonie aan het moederland geene toelage, hoegenaamd, verschul digd Zij moet natuurlijk de kosten voldoen van haar eigeii beheer, van hare bescherming door zee- en land- inagt, zij moet alles terugbetalen wat ten haren be hoeve in het moederland besteed geworden is, maar verder gaan hare verpligtingen niet. Wat meer dan dit van de kolonie gevorderd wordt, is een heffing, in vorm, doch niet in aard, verschillend van de hef fingen, welke ten laste der vreemde koopvaardijsche pen in Algiers gebruikelijk waren, vóór het aan de Fransche heerschappij onderworpen werd. Er is geen reden denkbaar, waarom de ingezetenen eener kolo nie geneigd of gehouden zouden zijn een schatting te betalen aan de ingezetenen van het moederland Indien ons evenwel de geschiedenis leert, dat zulk een schatting zeer dikwijls gevorderd geworden is dan leert zij ons alleen, dat de magt van deu sterk - sten zeer dikwijs het regt ter zijde heeft gesteld. In onzen tijd zijn de beschaafde natiën, met uitzonde ring van Spanje en Nederland, tot de overtuiging gekomen, dat hare eer niet dulde, van hare koloniën gelden te ontvangen, waarop-zij erkenden, regtens hoegenaamd geen aanspraak te kunnen maken. Noch Engeland, noch Frankrijk, trekken eenig ander voor deel uit hun overzeesche bezittingendan het zeer helangiijke, maar indirecte, volkomen regtmatige en wederzijdse/ie voordeel van het handelsverkeer. Ten laste van Britsch-Indie worden geene andere uitga ven gebragt, dan die inderdaad gedaan zijn. ten voor- deete van dat rijk, en de geringste afwijking van dien regel vindt (gelijk onlangs bij gelegenheid der expe ditie naar Abyssinië), de heftigste afkeuring in de Engelsche dagbladpers en in het parlement; Austra lië, Canada betalen evenmin één shilling toelage aan de Engelsche schatkist En zoo behoort het te zijn. Zóó zal het echter niet zijn wat aangaat de finan- cieele verhouding tusschen Indie en Nederland, ook bij aanneming van de zienswijze des ministers. Im mers, de vaste bijdrage waarvan sprake, zal niet strekken tot voldoening van de kosten der zee- en landmagt, tot vergoeding van uitgaven in Nederland, ten behoeve van Indie gedaan, maar zal buiten en boven deze kosten en uitgaven worden geheven. Zij zal dus zijn een extra-voordeel, bedongen voor het moeder land ten laste der kolonie. En dit extra-voordeel vindt geen regtvaardiging in de beweerde schuld van Indie aan Nederland, waarvan vroeger een som van ongeveer tien millioeu als renten op de Indische be- grootiDg uitgetrokken werd, omdat herhaalde malen zonneklaar is aangetoond1". dat de bedoelde schuld nooit heeft bestaan, althans dat het bedrag daarvan geheel willekeurig en hoogst overdreven vastgesteld geworden is; 2<>. dat, al had die schuld werkelijk vroeger bestaan, zij door de balige saldo's der laatste veertig jaren meer dan tienvoud zoude afgelost gewor den zijn. De regeering zelve heeft dit erkend, door den post voor rentenbetaling niet meer op het In dische budget te doen voorkomen Is Indie nog iets aan Nederland schuldig, dan is het zeker geen geld, maar liefde en dankbaarheid of iets dergelijks. Hieruit volgt, dat bij de bepaling der vaste toelage in kwestie van rechtvaardigheid geen sprake kan zijn. Zij zal haar grond vinden in edelmoedigheid, hetzij dan van Java dat gaarne zóóveel geven, hetzij van Ne derland dat niet meer vragen wil. Zij zal blijven een ondersteuning, door de rijke kolonie aan bet hulpbe hoevende moederland verstrekt. Maar welke voovdeelen zullen uit die gewijzigde verhouding voor de betrokken partijen voortvloeijen? Zeer groote en zoo dikwijls in het licht gestelde voor- deelen, dat de enkele aanwijzing van eenigen hunner voor het geheugen onzer lezers wel voldoende zal zijn. De Nederlandsche finantien zullen niet langer van den goeden of slechten afloop eener speculatie in koffij en suiker afhankelijk zijn; een vaste inkomst zal de hoogst wisselvallige baten vervangen waarop de be grooting van het moederland voor een aanzienlijk gedeelte gegrondvest was. Indie zalna met de behoeften van het moederland ééns per jaar te heb ben afgerekend, vrij en onbelemmerd kunnen zorgen voor de voldoening van eigen behoeften, waarin thans zoo schaars en slecht mogelijk voorzien wordt, opdat vooral niet te weinig moge overblijven. De dwangcultures en alle daarmede in verband staande misbruiken, alleen uitgevonden tot leniging van Nederland's nood zullen weldra plaats maken voor een stelsel van vrijen arbeid en vrijen landbouw, dat voor de Indische schatkist veel meer winstgevend en tevens een bron van welvaart voor Javaansche arbeiders en Europesche oudernemers zal zijn. De ellendige toestand van onzekerheid en weifeling, waar onder Java thans te gronde gaat, zal ophouden, om dat de wetgevende magt in Nederland geen vermeend belang meer hebben zal, in het tegenhouden van el- ken vooruitgang en elke hervorming en niet langer bij het onmogelijke stelsel zal volharden om Indie uit Neder.and te regeeren. Indie zal zelf de mees ter worden zijner toekomst; er zal geen enkele reden meer bestaau om de vraag wat hier nuttig en noo- dig is, te onderwerpen aan de behoeften der Neder landsche schatkist. Op deze gronden zagen wij met groot genoegen dat de tegenwoordige minister van koloniën aan het „revolutionaire" stelsel der Indische drukpers de ver vanging van het batig saldo door een vaste toelage van Indie aan Nederland zijn zegel beeft gehecht en hopen wij van harte dat hetzelfde stelsel door de wetgevende magt aangenomen en in toepassing gebragt worden zal. H. De uitvoerigheid van bovenstaand artikel be let ons in nadere beschouwingen te treden over het al of niet wenschelijke eener vaste bijdrage, door Indie te geven. Wij hebben al leen het bewijs willen leveren, dat men het publiek bier misleidtwanneer men volhoudt dat in Indie geheel andere denkbeelden heer-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 1