4 Men vindt in dat kohier ieders naam: 1». Zijnen aanslag in den hoofdelijken omslag. 2°. De hoofdsom der personele belasting, zonder de 20 rijks opeenten door ieder hunner betaald wordende, en eindelijk 3o. het bedrag, dat door ieder betaald zou moeten worden in de 60 opcenten, als het voorstel van burgm. en weth. mogt worden aangenomen. Bij de zamenstelling van dit stuk heb ik het klassikaal in- gerigt kohier van den hoofdelijken omslag, als uitgangspunt ge nomen, doch rekende dit alléén niet voldoende, om staande deze vergaderinghet gewenschte resultaat te verkrijgen. Dit stuk toch, vordert eene eenigsints bedaarde inzageom de groote en vele onbillijkheden optemaken, aan de heffing der voorgestelde opcen ten verbonden en daar het mij te doen isom dit laatste namelijk om staande deze vergadering mijne medeleden te over tuigen, dat zij het gedane voorstel, om de opcenten der personele belasting te verhoogen, niet mogten aannemen zouder alle begin selen van regtvaardigheid en billijkheid met voeten te treden, en dus om het gevaar aftewendendat onze ingezetenen boven het hoofd hing, aan een zoodanig besluit verbonden, heb ik een tweede kohier, insgelijks klassikaal ingerigt, opgemaakt, waarin zij, die een gelijk bedrag zouden betalen in de 60 opeenten der personele belasting bij elkander in dezelfde klasse zijn geplaatst, met bijvoe ging achter ieders naam wat door hem in den hoofdelijken omslag wordt betaald en uit dat stuk vooral, is met een oogopslag te zien, tot welke schreeuwende onbillijkheden deze belastingheffing leidt. Ik ben uitgegaan van de stelling dat ons kohier van den hoof delijken omslag, als de beste maatstaf kan worden beschouwd van het belastbaar vermogen en inkomen onzer ingezetenen, en ik vrees geen tegenspraak op dat punt: het heeft reeds 15jaren gewerkt en wordt door ons ieder jaar zooveel mogelijk gezuiverd van de gebreken die daarin gevonden worden. Het beste be wijs voor deze stelling vinden wij daarin, dat er jaarlijks be trekkelijk zeer weinige reclames inkomen, en dat van diegenen die er inkomen, de meesten worden ingewilligd, (zoo werden er dit jaar bij eene verhooging van 4000,van dien hoofdelijken omslag, van de 13 reclames, 9 als billijk erkend en toegestaan.) Voor ik u op eenige dier resultaten ga wijzen moet ik u verklaren, dat het bezwaar waar de fiuantiele commissie van spreekt, dat wij om in eene behoefte van ruim 3000,voor 1869 te voorzien door eene verhoogde heffing van 30 opcenten op het personeel, verpligt zouden zijn om de ingezetenen eene

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1869 | | pagina 8