15
ƒ811,04 en dus op te vopren tot 5188,64, mij is het on
mogelijk om daartoe mede te werken.
Men denke er na deze mededeelingen aan, dat thans reeds
door de gezamelijke ingezetenen in deze gemeente jaarlijks
27,884,31 worden betaald op deze onbillijke wijze waaronder
reeds ruim f 5000,ten gevolge van een besluit van dezen raad.
Die som 27,284,31) wordt betaald en opgebragt zonder dat
ergens een noemenswaarde klagt wordt vernomen, en eene heffing
van 24000,in den vorm van hoofdei, omslag, waaraan door
ieder bijgedragen wordt in billijke verhouding van zijn belastbaar
inkomen en vermogen, hooren wij door sommigen afschilderen als
te drukkend voor de burgerij.
Neen M. de V.l het is de burgerij niet, die over het beginsel
van dien hoofdelijken omslag zoo bijzonder klaagt en zij zoude
dit zeker niet doen als zij daartoe niet door anderen werd aan
gezet! Maar zij zijn het, die vroeger niets noemenswaard bij
droegen in de kosten van het gemeente huishouden, en die nu
moeten betalen in verhouding van hun bezit, die tot gemor aan
sporen en opruijen, maar als de burgerij (ik bedoel hiermede de
middenstand onder ons) kennis zal genomen hebben, van hetgeen
door mij met cijfers is aangetoond, zal het van zelve blijken,
dat bij de meerderheid althans, te veel gevoel van billijkheid en
regtvaardigheid bestaat of liever te veel Christendom boven
geloofsverdeeldheid" om niet in te stemmen roet den wenseh, die
ik niet aarzel hier openlijk uit te spreken, dat de tijd nabij moge
zijn, dat de nu bestaande heffing van 30 opcenten op de pers.
belasting ad. 5115,op verlangen der burgerij zelve door ons
zal kunnen worden overgebragt op den H. Omslag.
Toen het vroeger den strijd gold tegen de aceijnsen moesten
de tegenstanders zich vergenoegen met redeneringenwaartegen
door de voorstanders weder andere redeneringen werden overge-
steld, en het groote publiek wist niet aan welke zijde de waar
heid was; maar hier zijn het cijfers officiële cijfers waar gene
redeneringen iets tegen vermogen.
Ik zeide zoo even dat de burgerij nief klaagde, over het
beginsel waarop de hoofd, omslag is geschoeid, maar daarom
beweer ik niet, dat zij welligt geeii reden heeft van bezwaar,
wat de toepassing betreft in enkele gevallen, dikwijls echter ont
staan die bezwaren omdat men niet altijd het belastbaar in
komen, weet te onderscheiden van het inkomen zelvede schijn
baar te lage aanslag van sommigen waarop men mij wel eens
heeft gewezen, kan daardoor (het is mij herhaalde malen gebleken)