BINNENLANPSCHE BERIGTEN.
Intusschen blijft meu zich beroepen op de stemmen
van de duizenden en nog eens duizenden. M-ar ik
vraagstaat daartegenover niet de stem van nog
meerdere duizenden, ook de krachtige stem van
die duizenden uit aile over het Rijk verspreide af-
deelingen van die groote maatschappijdie de moe
der is van ons verbeterd onderwijs? Ik vraaggaat
er geen stem op uit al die vergaderingen van on
derwijzers die zeggenwij willen behoud vau de
neutrale school, en duidelijk verklaren, dat er op
de school niet wordt gezondigd tegen de neutraliteit
En wat is er nu van de klant tegen de neut. ale
school? Hoofdzakelijk dit, dat de Staatsschool de
bijzondere school verdringt. Mij dunktart. 194
al. 4 der Grondwet geeft daarop een afdoend ant
woord. Bij de vaststelling van dit artikel zeide de
heer Mackay „De wet geeft vrijheid om dubbele
scholen daar te stellen maar ook meer niet." En de
heer Luyben verklaardedat bij daarmede volkomen
vrede bad.
Ik zal er niets meer bijvoegen. Maar zelfs de heer
Groen erkent, dat men het van dien kant niet eens
is. Wil men nu voor elk kerkgenootschap eene af
zonderlijke school? Welke vau die bijzondere scholen
moet men dan niet de meerdere vrijheidmaar de
bijzondere voordeelen toekennen die men voor de bij
zondere school vraagt Een voorbeeld slechts. Inde
kleine stad die ik bewoonvindt men behalve de
openbare school en de burgerschool niet minder dan
drie sectescholen alleen van het Hervormde kerge-
nootschap. Als men nu dagelijks in de Staatscourant
de toestemming of bewilliging van de Regering tot
opngting van bijzondere scholen leest, dan vraag ik
waarin wordt de vrijheid bij de vierde alinea van art.
194 der Grondwet toegekend, belemmerdof tegenwerkt?
Aan den Staat is alleen de zorg voor het open
baar onderwijs opgelegd, dat dus neutraal moet zijn
en overal in het Rijk behoort te worden gegeven.
Op welken grond kan men die zorg, dat is tevens de
zorg voor de kosten of den onderstandvoor het
bijzonder onderwijs inroepen? Ik lees het nprgens en
acht het ook onuitvoerbaar.
Dit alles begrijpen de klagers even goed als zij die
aan de grondwet vasthouden, en daarom worden de
klagten van anderen aard. De eischen bepalen zich
tot zeer verschillende, tevens ondergeschikte belangen
waarover ik het. noodeloos acht hier verder uitteweiden;
zij zijn in het breede in de andere kamer besproken
en ook heden morgen hier met kracht uiteengezet,
maar met niet minder nadruk wedertegd, zoodat ik
dit niet behoef te herhalen.
Welke is de slotsom van de opmerkingen, in de
andere kamer gemaakt? Zij is deze (II, bladz. 549):
„De heer Groen voorspelde dit: godsdienstig onder
wijs op de scholen, wierd die vrijheid toegekend, de
openbare school zou zich naast de bijzondere school
niet staande houden." Nu vraag ik: mag de rege
ring het daartoe laten komen, zonder schending dei-
grondwet? Voorzeker niet,
En dit brengt mij tot een ander, een zeer teeder
punt, waarmede de school-agitatie wordt gaande ge
houden en gevoed. Men beweert, dat de kinderen geen
degelijk onderwijs ontvangen dan vereenzelvigd met
de godsdienst. Men gaat verder en dicht de open
bare school eene materialistische strekking toe, zoo
als ik met leedwezen ook in ons verslag lees
Mijn antwoord is dit, op de openbare school ligt
het algemeen Godsbegrip tot grondslag, moet alge-
meene zedeleer geleerd worden. Beide zullen toch
wel bij het bijzonder onderwijs niet uitgesloten zijn.
Beide liggen dus ook ten grondslag, van elk onder
wijs. Maar wil men daaraan het leerstellig gods
dienst onderwijs verbinden? Wil men dwingen dat
dit op de school onderwezen worde? Dan vraag ik
hoe vele instellingen van onderwijs zijn dan in ons
land onmisbaar? Wanneer men dit alles overweegt
dan moet men erkennen, dat de groote grond tot ver
andering aan de massa ontvalt.
Wak nu de beschuldiging van materialisme aangaat,
zoo sluit ik mij. te dien aanzien aan bij hetgeen gezegd
is en door krachtige getuigenis wedeilegd, door de
heereu van Beeck, Verschoor en Sassen.
Nog een stormram is gebruikt. De ouderlijke magt
zegt men, mag niet gedwongen, de volkswensch niet
straffeloos vertreden worden. Maar wie dwingt de
ouderlijke raagt? Niemand, Het bijzonder onderwijs
is vrij. Ook ik verlang dit en de wet gebiedt het.
Maar nu doe ik toch opmerken dat men van deze zaak
geen geldquestie kan maken, dat men toch de Chris
telijke .liefde niet mag verzaken en de behoeftigen
die men als geestverwanten beschouwt niet te hulp
komen, want in Nederland heeft men altoos getoond
dat het beroep van onvermogenden of ongelukkigen
op de beurs vaD de rijken nooit te vergeefs is ge
schied, zelfs zonder onderzoek naar belijdenis.
Men heeft heden op verbeteringen gewezen. Maar
het zonderlingste denkbeeld dat ik heb hooren uiten,
is dat van den heer Messchert van Vollenhoven.
De geachte afgevaardigde meent dat een middel tot
verzoening daarin bestaat, dat men hen, die van de
openbare school gebruik maken, laat betalen. Maar
hoe zal dit mogelijk wezen? Het zou in strijd zijn
met het gpnsche beginselvan onze wetgeving. Ook
de wet mag niet straffeloos overtreden worden.
Niemand verlangt vuriger dan ik om de minder
heid, overeenkomstig de wet, te kunnen bevredigen.
Men spore de regering daartoe met mij ernstig aan
Ik hoop dat zij geen enkele gelegenheid zal laten
voorbijgaan die strekken kan om tot vermindering
van de bezwaren mede te werken door loyale toepassing,
der wet.
Maar nu heb ik een woord voor andersdenkenden
voor de klagers. Ik hoop dat zij, indachtig aan
den wensch door onderscheidene leden van ver
schillende rigting uitgesproken, niet in het wilde zullen
blijven klagen, maar die klagten zullen brengen waar
zij behooren. Zij moeten ter kennis gebragt worden
van de plaatselijke schoolcommissie, die haar aan den
inspecteur en deze haar aan de regering mededeelt.
Op die wijze zal eerst de regering kunnen weten wat
zij behoort te doen en zal zij pogingen kunnen aan
wenden om den grond der klagten weg te nemen.
Ik meen dit beroep te eerder moeten doen, omdat
er in de andere kamer op sewezeu is, onder anderen
door de heeren Saaynans Vader en van Kuyk, dat
aan vele bezwaren kan worden te gemoet gekomen
door eene milde en loyale toepassing der wet. Wil
men dien weg niet bewandelen, dan zal men het aan
zich zeiven te wijten hebben, dat de klagten niet
komen daar waar zij behooren en dat er dus geene
verzoening plaats zal hebben. Het geldt bier een
nationaal belang en daarom mag niets, wat tot ver
zoening strekken kan, worden verzuimd.
Mogt mijne stem zijn die eens roependen in de
woestijn, ik zal het bewustzijn hebben, mijn pligt ge
daan te hebben, getrouw aan mijn eed qls vertegen
woordiger niet van een deel, maar van het geheele
Nederlandsche volk.
Met den vorigen spreker hoop ik, dat de agitatie
zal ophouden en de driften zullen bedaren, die anders
de krachten van het staatsbestuur verlammen, hetgeen
de treurigste gevolgen voor Yaderland en troon zal
opleveren.
Niet alzoo, mijne heeren. Vatten wij te zaraen de
banier waarop geschreven staatEendrayt vnaakl magt,
dan zullen wij tevens steunen het: Je maintiendrai.
GOES, 21 Januari] 1869.
Bij de tweede kamer der staten-generaal is
ingekomen een wets-ontwerp, tot intrekking der
wetten van 29 Floréal jaar X en 7 Ventose jaar
XII, houdende voorschriften nopens het vervoer
van vrachten op de landwegen, in verband met
de breedte van de vellingen der wielen van
voertuigen.
Blijkens de memorie van toelichting, tot dat
ontwerp behoorende, is de minister van binnen-
landsche zaken tot het besluit gekomen dat het
vervoer op de wegen in beheer en onderhoud
bij het rijk, behoort te worden vrijgelaten, be
halve in geval van dooiweder en dat voor de
overige wegen de mogelijkheid tot het invoeren
van beperkende bepalingen, behoudens de noo-
dige voorzorgen tegen misbruik, niet mag wor
den afgesneden.
In 1868 zijn in Goes geboren:
129 mannel. 110 vrouwel. te zamen 239
waarvan 6 8 14
in onecht. Hieronder was 1 tweeling geboorte.
Levenloos zijn aangegeven: 9 mannek en
6 vrouwel. zamen 15, waarvan geen in onecht.
Overleden zijn 83 mannel. 79 vrouwel. zamen
162 daaronder waren 60 ongeh. mannen 45
ongeh. vrouwen, 19 gehuwde mannen 22 ge-
gehuwde vrouwen 4 weduwenaars en 12 weduwen.
Er zijn 42 huwelijken voltrokken, waarvan
31 tusschen jongm. en jonged. 2 tusschen
jongm. en weduwen 6 tusschen weduwenaars
en jonged. 3 tusschen weduwenaars en weduwen.
In deze Gemeente hebben zich gevestigd:
202 mann. 249 vrouw, zamen 451 en zijn
vertrokken 321 mann. 316 vrouw, zamen 637.
De wettige bevolking verminderde met 79
mann. 37 vrouw, zamen 116, zoodat de be
volking op 31 December 1868 bedroeg 2906
mannen 3291 vrouwen zamen 6197 welke is
verdeeld als volgt.
Mannelijk geslacht.
Ongeliuwden beneden 18 jaar 1296.
boven 18 465.
Gehuwden1035.
Weduwnaars 110.
Totaal 2906.
Vrouwelijk geslacht.
Ongeliuwden beneden 15 jaar 1058.
boven 15 925.
Gehuwden1030.
Weduwen278.
Totaal 3291.
Waarvan 4475 nederduitseh hervormden, 4
waalsch hervormden1 anglikaansche25
evangelisch lutherschen5 doopsgezinden 3
remonstranten, 314 christelijke afgescheidenen,
1816_ roomsch katholijken, 42 nederduitsche
israëliten en 12 tot geen der genoemde ge
zindheden behoorende, zamen 6197.
Naar wij vernemen zal de heer van Kalmtliout
op het laatst dezer of begin volgende maand
veder een concert geven met zijne leerlingen.
Ditmaal zal het plaats hebben bij den heer
Hartmanop de groote markt en ten voordeele
zijn van de (Economische spijsuitdeeling. De
ijverige muziek onderwijzer stelt zich voor nog
een derde concert te geven tot een weldadig
doel, en dat te doen plaats hebben in het lokaal
de Prins van Oranje.
Uit 's Gravenpolder meldt men onsdat gis
teren morgen in eene sloot, in de nabijheid
der begraafplaats dier gemeente, het lijk ge
vonden is van een man, hetwelk bij onderzoek is
gebleken van Jan Grim, omstreeks 70 jaren
oud, arbeider in de gemeente 'sHeer Arends-
kerke te huis behoorende, die sedert eenigen
tijd kindsch en nu en dan rond zwervende was.
Eenige aanzienlijke inwoners van Aarden
burg zijn dezer dagen met neringdoenden in
overleg getreden, ter bespreking van de zaak
van den spoorweg. In overweging nemende, dat
de gemeenteraad niet altijd in staat is zich te
overtuigen van den geest der ingezetenen, wier
mandaat zijne leden aannamenmeenden zij
hunnerzijds hunne gemeentevertegenwoordigers
een zedelijken steun te moeten geven, en honderd
en elf grondeigenaren, neringdoenden en rente
niers hebben, bij adres, den raad nitgenoodigd
tot het brengen van belangrijke offers voor
den zoozeer gewenschten spoorweg. Slechts
een zestal wien het verzoekschrift ter teekening
aangeboden werd, hebben zich van de onder-
teekening onthouden.
Uit Middelburg wordt gemeld: Men verneemt,
dat de heer Janssengepensioneerd kolonel der
Ned. marine, 11. Donderdag eene conferentie
heeft gehad met de kamer van koophandel en
fabrieken aldaarom te beraadslagen over een
door hem ontworpen plan eener stoouibootdienst
van daar op Noord-Amerikazoodra de spoor
weg- en kanaalwerken op dit eiland zullen zijn
voltooid. Den volgenden dag heeft genoemde
heer bij den heer commissaris des konings ge
dineerd en is daarna weder naar de residen
tie teruggekeerd.
Men leest in het Nieuwe Israël. Weekblad
Terwijl van protestansch-en-roomsch-cleri-
cale zijde wordt geagiteerd tegen de ons zoo
dierbare onzijdige openbare schoolis het ons
een waar genoegen te constateerendat in de
vergadering (betreffende een centraal israël. wees
huis) zoowel de Eerw. opperrabin Chumaeeiro
als de Eerw. heer tweede rabbinale assessor
J. M. Contentzich in krachtige bewoordingen
vóór de neutrale openbare school hebben ver
klaard en zulks naar aanleiding van een in
cidenteel ter sprake gebragte bepaling van het
reglement voor het centraal israê'l. weeshuis
houdende dat de weezendaarin verpleegd wor
dende, het maatschappelijk onderwijs op de
openbaie school zullen genieten en nadat de
voorzitter den Eerw. heer Content naar diens
genoegen had geantwoord op zijne vraag: of
er genoeg tijd overbleef voor het godsdienst
onderwijs dat, volgens hetzelfde reglement,
in het gesticht zelf zal worden gegeven.
Te Doelinchem is, op voorstel van den di
recteur der gasfabriek, besloten den prijs van
het gas tot 13 cent te verminderen.
Ten bewijze, dat het middelbaar onderwijs
in Groningen, op hoogen prijs wordt gesteld,