186». N°. 3.
VRIJDAG 8 JANUARIJ.
56*" Jaargang.
11! 6 8.
W
GEMEENTE-RAAD te GOES,
«S3- AïJÏVv'.J A -tss*
fiOESSGHE
De ailgave decer Courant geschiedt Haandag en
Donderdag avond uitgezonderd op feestdagen
Pr||t per kwartaal 1,85. fr. p. p. ƒ1,90.
(fft 'f
üewone advertentie» wordeu 1-5 et. de tegel geplaatst,
fietoorte-, huw elijks- en w««Hteiia,f en van 1-0 regels
a ƒ1,80 behalve het zegehpegt.
Be inxendtng van advertentiën kan geachieden tot róór drie uren des namtddays op den dag der uitgave-
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
TEN RAABHUIZE ALDAAR,
OP MAANDAG DEN II JANÜABIJ 1869,
DES AVONDS TEN 7 URE.
Punten van Behandeling
1. Mededeeling van ingekomen stukken.
2. Rapport en voorstel betrekkelijk onbewoonbaar
heid van gebouwen.
3. Benoeming van een lid der commissie van toe-
zigt op de scholen voor middelbaar onderwijs.
4. Aanbeveling ter benoeming van een lid der plaat
selijke schoolcommissie.
5. Idem van een' hulponderwijzer aan de openbare
school van de eerste klasse.
6. Verzoek opheffing verband als borgtogt van den
voormaligen gemeente-ontvanger.
Wij scheiden van ons werelddeel nietzon
der ook nog aan Engeland te denkenaan het
land, dat zich in de laatste jaren,» niet onver
standig meest met eigen zaken bemoeit en krach
tig aan zijne ontwikkeling arbeidt. Toch was
daarin het vorige jaar ook velerlei strijd
niet het minst in het parlement tusschen de
rigting der ministers en een groot deel van
het volk. De kwestie over de staatskerk had
de aftreding van het kabinet ten gevolge, maar
het is daarom nog niet zekerdat het nu reeds
aan de nieuwe ministers gelukken zal, om eene
overheersching te doen ophoudenwaartegen
het gemoed en het nuchter verstand des volks
hoe langer zoo meer zich verzet. Maar al duurt
dat ook nog eenigen tijd, in Engeland werden
toch maatregelen voorbereid, die vroeger of later
moeten genomen worden en die van ingrijpenden
invloed zullen zijn. De aristocratie zou ook
daar wel den ouden sleur willen behouden, maar
een volkdat als het Engelsche voorwaarts gaat,
ontgroeit die oude vormen met ieder jaar meer.
Als wij buiten Europa zien, dan vinden wij
ook daar, op menige plaats, strijd, verdeeldheid,
spanning, in één woord allerlei, dat met de
ware volksbelangen in strijd is. In Japan op
nieuw eene omwentelingwaardoor in het in
wendig bestuur eene belangrijke verandering
kwam. In Mexico een voortdurend wantrou
wen tusschen regering en volk, het treurig
bewijs, dat men er nog niet in geslaagd is,
om de regering op eenen hechten grondslag te
vestigen. Brazilië bleef voortdurend in oorlog
gewikkeld en verspilde schatten en bloed in
een onzaligen krijg. En toch kan dat alles
niet op de rekening van mindere beschaving
geschoven worden. Immers deze breidt zich
overal uit en ook in andere werelddeelen weet
men het te goed, door treurige ondervinding dat
hoeveel roem een volk door oorlogsdaden verwer
ven mogen, deze niet halen kan bij de ellende,
die daardoor over land en volk gebragt wor
den. Bij elk nieuw gerucht van oorlog, hoe
ver van ons gevoerd, wordt de wensch leven
diger, mogt die akelige vrucht van de heer
schappij der vorsten en van de zwakheid der vol
ken weldra niet meer gezien worden. In de meeste
gevallen toch kan er geen redelijken grond
voor worden opgegeven. En jaren zooals het
vervlogene, hebben evenzeer de overvloedige
bewijzen gegeven dat er onschatbare voordee-
len aan den vrede verhonden zijn. Maar het
is of men nu en dan nog eens toonen wil, dat
de middeneeuwsche geest nog niet volkomen
heeft uitgewerkt, dat men nog vast houdt, aan
die dingendie men in de voorgeslachten af
keurt. Wonderlijk! de menschen haken, over
de geheele wereld, naar het nieuwe en wat on
der het oude het leelijkst is houdt men met
alle kracht in stand.
In Noord-Amerika was wel een hevige strijd,
maar gelukkig geen bloedige. De president
kon het maar moeijelijk vinden met de wetge
vende magt en de meerderheid der stemmende
bevolking, scheen het niet eens te zijn met den
president, althar.s hij werd niet herkozen, maar
in Maart zal generaal Grantbekend uit den
oorlog met het Zuidenin zijne plaats optre
den. De val van Johnsonindien men het zoo
noemen mag, was wel eenigzins te voorzien,
want hij was lang niet de populaire man en
indien hij niet, door den onverwachten dood
van Lincoln, aan het bestuur was gekomen, zou
hij waarschijnlijk nooit zulk een hoogen rang
hebben ingenomen. Hevig was de kamp zoo
als men dat trouwens in Amerika gewoon is,
om hem eenen plaatsvervanger te géven; de
verschillende staatkundige partijen lieten zich
krachtig gelden en spaarden moeite nog geld
maar met dien strijd is de republiek niet ver
zwakt en Amerika behoefde niet stil te staan
op de baan, waarop het zich, sedert jaren,
met zooveel glans en roem voorwaarts beweegt.
Nog altijd blijven de Amerikanen aan vele volken
een voorbeeld geven, dat, helaas! door weinigen
wordt gevolgd. Maar zeker is het, dat wat
stormen ook over dit volk henen gaan, hoe ern
stig men daar soms voor geheel verschillende
rigtingen strijdt, dat Amerika steeds krachtiger
wordt, door een vooruitgang, die benijdenswaar
dig mag heeten en die toch in de energie van
het'volk meest alleen zijn oorspiong heeft. Voor
vrijheid zeggen allen te ijveren, maar weinigen
vatten haar op en strijden voor haar als de be
woners van Noord-Amerika Wij kunnen daarom
den wensch niet onderdrukken, dat er minder
noodzaak mogt zijn, om derwaarts te vlieden,
om dat er meer van den geest der nieuwe we
reld ook onder ons zigtbaar wordt.
Ook voor Nederland is het afgeloopen jaar,
in meer dan een opzigt, belangrijk geweest en
wij meenen gerust te kunnen zeggen, dat het
later nog wel meer blijken zal, welken ver
strekkenden invloed de gebeurtenissen van 1868
uitoefenen, deels door hetgeen zij al aanstonds
tot stand bragten, deels door den strijd, dien
zij hebben opgewekt.
Naar het onderscheiden standpunt, dat men
op politiek gebied inneemt, zal men, of met
leedwezen of met welgevallen opmerkenhoe
geheel anders de omstandigheden zijn, waar
onder het jaar nu begonnen werdals bij den
aanvang van den nu gesloten tijdkring.
Al is men ook met den gang der zaken
niet bijzonder ingenomen, toch zal men moe
ten erkennendat wijin zooverreonder
gunstiger voorteekenen beginnen, als er voor
het oogenblik zamenwerking is tusschen de
regering en de meerderheid der vertegenwoor
diging. Bij het begin van 1868 heerschte er
eene spanningdie met regt schadelijk geacht
werd voor 's lands belangenen al heeft men
zich ook niet verblijd over de aftreding van
het ministerie Heemskerkvan Zuijlenal is
men niet blind voor den stelselmatigen strijd
die sedert tegen het kabinet van Bosse gevoerd
wordttoch valt het niet te ontkennendat
de medewerking, die de tegenwoordige minis
ters al aanstonds gevonden hebben, in meer
dan een opzigt, goede vruchten gedragen heeft.
Maar al verblijden wij ons over die uitkomst
wij verbloemen het daarom niet, dat, in het
laatste jaar, een strijd voortgezet en aange
wakkerd isdie bereids noodlottig was en dat
nog in dubbele mate dreigt te worden.
De politieke partijen, die elkander bestreden,
deden dit voortdurend op het gebied der beide
voor Nederland zoo belangrijke kwestien, van
koloniën en onderwijs.
De eerste werdin zooverre, nader aan de
oplossing gebragt, als het optreden van een
liberaal minister van koloniën in een liberaal
kabinet uitzigt geeft, dat er na eens zal wor
den doorgezet met maatregelen, die dringend
gevorderd worden.
Tegen die maatregelen blijven zich steeds
verzetten de voorstandersdie oordeelendat
men van Indie zooveel mogelijk halen moet en
dat het overschot voldoende isom de behoefte
van Indie te vervullen. Men wil eerst zich
zelve a bevoordeelen en dan de boom verzor
gen, waarvan geplukt worden moet, maar schijnt
niet te willen begrijpen, dat op die wijze de
vruchtgevende kracht langzamerhand moet op
houden. Terwijl men in onze dagen veel met
de eischen van godsdienst en menschelijkheid
schermtziet men voorbijdat de Javaandie
ten onzen behoeve arbeidtwel in de eerste