11 dat de belasting te hoog wordt opgevoerd en aan het onderwijs te veel wordt besteed, welke voorgewende reden door de heeren Verhagen en nar. de Laat de Kanter reeds zijn bestreden; hem rest dus slechts één punt te verdedigen en wel het openbaar lager onderwijs in deze gemeente. Men zegt dat dat onderwijs op een veel te weelderigen voet isingerigt, maar herinnert dat het verbeteren van het onderwijs aan den gemeenteraad bij de grondwet en de wet van 1857 is opgelegd en vraagt wat de oppositie zoude doen als zij zich plaatste op het standpunt van den raad? terwijl het tevens gemakkelijk is te zeggen dat het op een te weelderigen voet is ingerigt, maar het bewijs daarvan door de oppositie nog niet geleverd is. Spreker heeft gemeend ook dat punt van agitatie met een enkel woord te moeten verdedigen. Mr. van voorst Vacler zegt niet voorbereid te zijn en ook geen groote lust te gevoelen hier eene breedvoerige redevoering te houden. Hij verklaart zich ook niet in staat de aangegeven cijfers te weerspreken, en alhoewel hij zich niet wil uitgeven voor een stelselmatig opposant, blijft het zijne overtuiging dat het onder wijs alhier op een te groote voet is ingerigt, en geeft aan de verdedigers van dat onderwerp te kennen dat zij die dat onder wijs aanprijzen ook moeten begrijpen dat goede waar zich zelve aanprijst en niet moet aangeprezen worden. Op de vraag des voorzitters of een der leden nog het woord verlangd over de algemeene strekking behoudt de heer Verhagen zich voor bij de behandeling van de opcenten op de personele belasting nog eenige algemeene beschouwingen medetedeelen. Daar na zegt de voorzitter dat het hem leed doet dat het nieuwe lid zulk eene pestimistisc.he beschouwing van de gemeente geleverd heeft. Het is moeijelijk die tegen te spreken wijl zij gegrond zijn op mogelijke eventualiteiten. Hij wijst er op dat het cijfer der belastingen thans nog 7000, minder bedraagt dan tijdens het in werking zijnde accijnsenstelsel, en is het met dhr. van den Bosch eens dat het niet de vraag is aan wien, maar wat men betaald. De beschouwingen door den heer van den Bosch geleverd zijn zijns inziens geene beschouwingen betrekkelijk de onderwerpelijke begrooting, waarom hij die niet zal beantwoorden. Met leedwe zen heeft hij kennis genomen der bewering van de finantiele com missie in haar rapport, dat de kosten voor onderhoud der gemeente eigendommen te hoog zijn opgevoerd. Hij wijst op de berekening door den bouwmeester der gemeente opgemaakt waar voor gewoon

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 15