9 gemeente niet mogten achterwege blijven. Ik wijs op de vernieuwing van de brug, waardoor de be grooting met een jaarlijksche uitgaaf aan aflossing en rente van bijna ƒ1100,is belast; op de herstelling van de kaaimuren en den toren, waardoor omstreeks ƒ7000,is weggevloeid; op de verhooging van de jaarwedde van den burgemeester met 200,-; door ged. staten bevolen, op het aandeel aan de gemeente op gelegd in de kosten van aanbouw der cellulaire gevangenis ad 1608 12; op den afkoop der tollen ad 874,20'; op de jaar wedde van den bouwmeester ad f 800,vermoedelijk nog wel met anderen te vermeerderen, doch die allen aanzienlijke offers hebben gekost of tot blijvende uitzetting der uitgaven hebben geleid. De meeste dezer uitgaven hadden ook zij moeten voterendie zich tegen onze rigting in oppositie stellen en wie of er ook het bestuur der gemeente in handen krijgen, zij zullen eene trapsgewijze ver meerdering van uitgaven niet kunnen weerhouden. En als men mij nu tegenwerptgij hadt de inkomsten kunnen verbeteren, doch niet de uitgaven zonder noodzaak, en speciaal die voor het onderwijs moeten opvoeren dan zeg ik neen eene rigting op politiek of administratief gebied is één; ons stre ven is geweest, en nog, om de welvaart en het vertier in de ge meen te te bevorderen, zij het ook ten koste van geldelijke opofferin gen; want ik zeg het dhr. Verhagen na: de eerste vraag is niet, hoeveel er moet betaald worden, maar zijn de belastingschuldigen in staai om veel optebrengen; daarom hebben wij de onvruchtbare uitgaven zooveel mogelijk besnoeid niet zoozeer om de burgerij enkele guldens minder te doen betalen maar om in staat te geraken inrigtingen in 't leven te roepen, waardoor de welvaart wordt bevorderd. En het bewijs, dat onder den druk der belastingen de welvaart in deze gemeente achteruitgaat, moet nog geleverd worden. Wij zijn dan ook nog lang niet tot bet bedrag, dat de gemeente een twintig jaren geleden aan plaatselijke belastingen opbragt. Maar de grootste druk der belastingen woog vroeger op de zwakstethans op de sterkste schouders en daarin ligt dan ook de verklaring vau het verschijnsel, dat er veel harder dan vroeger over den druk der belastingen wordt geklaagd. Dit staat in ieder geval vast datzoo wij niet aan het bestuur waren gekomen, de belastingen er niets minder om zouden ge weest zijn, want al de verminderingen van uitgaven voor het armwezen en de verbeteringen der inkomsten door ons bewerkt

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 13