8
Transport 17 kinderen
it
350,—
450,- 1
ii ii 300,1
j, 275,2
250,- 2
it a 225,1
niet aangeslagen
Zamen
25 kinderen
voeg hier nu bij de
21
ii
der burgeravondschooldan verkrijgt men
een getal van
46 kinderen
allen behoorende tot dien zoogenaamden burgerstand, tegenover
hoogstens 17 die zouden kunnen geacht worden tot de meest
gegoeden te behooreul En dan nog is de burgeravondschool op
verre na niet zoo bevolkt als zij konde en behoorde te zijnhet
geen gedeeltelijk aan verkeerd inziet is toeteschrijven, gedeeltelijk
aan het te veel verwaarloozen van het lager onderwijsten ge
volge waarvan de jongelieden niet ontwikkeld genoeg zijn, om
het onderwijs op de burgeravondschool te kunnen volgen. In
dit laatste zal echter langzamerhand verbetering komen en dien
tengevolge het getal leerlingen der burgeravondschool aanzienlijk
toenemen.
Thans nog een enkel woord over de finantieele kwestie.
Mijne beschouwingen daaromtrent, nemen niet die hooge vlugt,
als die van den eersten spreker (dhr. Verhagen). Ook ga ik
met mijne vergelijkingen niet zoo ver achteruit, omdat de herin
nering aan dien vroegeren toestand, toch bij velen niet meer bestaat.
Als uitgangspunt nemende het jaar 1860, dan blijkt, dat tot
en met 1867 de belastingen, gelijk ik hiervoren heb aange
merkt, op gelijke hoogte zijn gebleven.
Eerst in 1868 heeft eene verhooging van 4000,plaats
gehad door den hoofdeiijken omslag van ƒ20000,op 24000,
te brengen.
Vooreerst merk ik op, dat als men den tegenwoordigen staat
der bevolking in aanmerking neemt, en dien vergelijkt met een
tiental jaren geleden, het belastingbedrag in weerwil dier verhoo-
ging zeker nog lager per boofd is dan vroeger.
Doch waarvan is die verhooging het gevolg?
Deels van uitgaven die het gevolg zijn van rampen, die de
gemeente getroffen hebben; deels van de zoodanigen die als uit
vloeisels van voorschriften van hooger hand moeten worden aan
gemerkt; deels van uitgaven die in het welbegrepen belang de