Bijblad van de Goessche Courant, van VRIJDAG 4 DECEMBER 1868, No. 94. Vervolg van het verhandelde in den gemeenteraad op Vrijdag 27 November 1868. Daarna wordt zonder discussie en met algemeene stemmen na ingewonnen advies der finantieele commissie de rekening van het burgerlijk armbestuur over 1867 vastgesteld in ontvang op 31562,21 in uitgaaf op - 30942,723 en alzoo met een batig slot van 619,4S5 Vermeerderd met de ontvangen pachten na de afsluiting der reke ning ad 632,69' en waardoor het zuiver overschot 1252,18 be draagt. Bij de behandeling daarvan had dhr. Fransen van de Putte, voor zitter van dat armbestuur, de vergadering verlaten, die daarna we der binnen komt. Betrekkelijk de begrooting van het burgerlijk armbestuur voor 1869, rapporteert de tmantieele commissie, dat de inkomsten zijn geraamd op31874,78j en de uitgaven op- 31404,955 Zoo dat die een vermoedelijk batig slot oplevert ad 469,83 en bij haar daarop geene bedenkingen zijn gerezen en tot goedkeu ring adviseert. Welk voorstel door burg. en weth. overgenomen en in behande ling wordt gehragt k Dhr Verhagen herinnert, dat in 1865 door mr. de Knokke van der Meulen in iiedenkiug was gegeven om het burgerlijk armbe stuur uittenoodigen de. jaarwedden van den gemeente geneesheer, heelmeester en vroedvrouw voor zijne rekening te nemen en vraagt of die uitnoodiging in der tijd gedaan is en zoo j-i met welk ge volg, daar dat nog eenen belangrijken invloed op de gemeente be grooting zoude hebben. Dhr Fransen van de Putte zegt zich dat renvooi niet juist te herinneren, maar wil dit punt onmiddellijk beantwoorden Hij vreest, dat indien dergelijke uitnoodiging van den raad uitging, hetzelve geen gunstigen indruk bij het burgerlijk armbestuur zoude maken, en verzoekt wel in overweging te rfemen, dat de gemeente genees heer, heelmeester en vroedvrouw niet uitsluitend voor de géalimen- teerden van het burgerlijk armbestuur zijn aangesteld, maar ook be last met de behandeling van; alle armen der verschillende armbe sturen en het dus niet billijk te achten is één dier besturen met de ge- heele bezoldiging te ^belasten. Dhr. Verhagen 'zegt niet té willen beweren, dat het burgerlijk armbestuur voor af de armen zoude betalen, maar dat bij gunstige medewerking van dat armbestuur ook de overige armbesturen uit- genoodigd zouden kunnen worden daarvoor bij te dragen, ten einde zoodoende de finantien der gemeente te hulp te komen. Dhr. Fransen van de Putte wijst er speciaal op, dat het waar mag zijn, dat de dienst der titularissen slechts voor een gedeelte bijv. van V4 ten laste van het burgerlijk armbestuur te brengén

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 5