1808. N°. 94.
VRIJDAG 4 DECEMBER.
55"* Jaargang.
BINNENLANDSCHE 3ERIGTEM
rTi J- VS^'S*' dsn—
GOESSCHE RANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen-
I'rijs per kwartaal 1,35. fr. p. p. ƒ1,00.
tie inzending van adrertentiên kan geschieden lol vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen bij deze ter kennis van een ieder die het
aangaatdat de suppletoire kohieren van den hoof-
delijken omslag en van de plaatselijke belasting op
de HONDEN, over het loopende dienstjaar, gearres
teerd door den gemeenteraad den 10 November 11.
en door heeren gedeputeerde staten van Zeeland goed
gekeurd den 27steu daaraanvolgende, aan den gemeen
te-ontvanger ter invordering toegezonden zijn; mits
dien ieder belastingschuldige vermanende, om het des
wegens verschuldigde, ten kantore van voornoemden
ontvanger te voldoen.
En zal aan deze op de gebruikelijke wijze publi
citeit gegeven worden.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 2 Dec. 1868.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P BLAAUBEEN.
De secretaris
H. C. PILAAR.
De discussiedie, een dezer laatste dagen
in de kamer gevoerd is, zal wel pijnlijk hebben
aangedaanal wien een menschelijk hart in
den boezem klopt.
Dat men bezwaar had om den scberpregter,
dat overblijfsel van middeneeuweche barbaarsch-
heid afteschaffenkunnen wij ons in zooverre
begrijpendat men zich gebonden achtte door
de wet, die nog altijd van zulk een man spreekt.
Het argument gaat opdat men die afschuwe
lijke betrekking niet opheffen kanzoolang er
nog sprake kan zijn van straffen, waarbij men
zijne diensten zou behoeven.
Maar dat men met zooveel genoegen de dood
straf kan blijven aanprijzen en kennelijk inge
nomen is met dat overblijfsel van geheel andere
tijden, dat is wel niet vreemd, maar dat maakt
toch een treurigen indruk.
Wij bespreken bier de hoofdzaak niet. Er
is reeds zooveel over de afschaffing der dood
straf geschrevendat het wel overbodig zijn
zou, daarover lang te debatteeren, vooral daar,
waar de zaak toch niet kan worden uitgemaakt.
Maar wij verwonderen onsdat die hartstog-
telijke liefhebbei s van galg en strop zich ver
schansen achter den zoogenaamden wil eener
hoogere magt, waarbij ten eenemale voorbij
gezien wordt, in welk licht die magt geplaatst
is, juist doorben, op wier gezag in dezen men
zich beroept.
Wij verwonderen ons ook, dat zij geheel voor
bijzien, hoe bun geuit verlangen strijdt, met de
meermalen geopenbaarde gezindheid van Z. M.
den koning. Zij die altijd beweeren, dat zij
onder de vrienden van Oranje vooraan staan,
mogten wel niet vergeten, dat de laatste jaren
voldingend bewezen hebben, dat het gëeerbie-
digd hoofd van den staat eene andere ziens
wijze toegedaan is.
Of mag niet het herhaald gebruik maken
van bet koninklijk prssrogatiefom gratie te
kunnen verleenen, als een bewijs gelden dat
de koning geen doodstraf wil?
Er ligt in die woede, waarmede men haar
verlangt, eene ingewikkelde afkeuring van 'sko-
niugs handelingeene stilzwijgende beschuldi
ging dat de vorst zelf aan bet gebod der hoogste
magt ongehoorzaam is.
Dit strookt weinig met de gevoelens, die men
altijd voorgeeft voor Oranje te koesteren. Wij
weten zeer goeddat de hoogste ingenomen
heid niet blind mag maken voor gebreken of
overtredingenmaar indien men eene zoo vas
te overtuiging beeft van de verpligting, om
de doodstraf te behoudendan moest men zich
niet bij eenige exclamaties in de kamer bepalen,
maar dan diende het, telkens als de zaak weder
voorkomt, den vorst gezegd te worden, dat hij
eene hoogere wet schendt als bij door gedu
rig gratie te verleenen, feitelijk de doodstraf
ter zijde stelt.
Men diende er ook óp te wijzendat zoo
de letter van een oud gebod voor de maat
schappij van onzen tijd gelden moet, ook de
oude wijze van doodmaken diende behouden
te worden. De vervanging van bet zwaard door
den strop is als onbloedige strafoefening dan
evenzeer verboden
Maar als men dit beginsel wil volhouden, men
zij dan ook in andere opzigten zich zeiven ge
lijk. Men voere dan ook voor sommige zede
lijke overtredingendie thans buiten bet bereik
der strafwetgeving zijn gesteld, de straf der
steeniging weder in. Het is willekeur bet eene
voorschrift uit den ouden tijd als regel voor
alle volgende eeuwen voortestellenbet andere
eenvoudig te ignoreeren.
Zoo men tot dat consequente doorvoeren komt
vergete men vooral nietde bepaling der oude
wet, dat in sommige gevallen de aanklagers
ook de eerste uitvoerders van bet vonnis moes
ten wezen.
Doch wij voeren dit alleen aan, om daar
door opmerkzaam te makenop het onhoud
bare eener stelling, die even eenzijdig in som
mige opzigten wordt aangeprezenals zij in
anderen wordt ter zijde gezet. Wij hebben
eerbied voor ieders gevoelen en laten, gaarne aan
anderen de vrijheid, om te beminnen wat wij
verfoeijenmaar men zoeke geen alles afdoend
argument, waardoor de onnadenkende menigte
ligt wordt misleidin eene beweeringdie tal-
looze malen wordt losgelatenwaar men baar
liefst niet toepassen wil.
GOES, 3 December 1868.
De eerste kamer hield Maandag en Dingsdag
zittingen, welke gewijd waren aan voorloopige
werkzaamheden of de behandeling van wetsont
werpen van ondergeschikt belang.
Gisteren was aan de orde de behandeling der
Indische begrooting waarvan het eerste hoofd
stuk (uitgaven in Nederland) met algemeene
stemmen is aangenomen
(Per telegraafIn de eerste kamer is een inci
dent over de notulen ontstaan. Dhr. Cremers stelt
wijziging daarvan voor.
Naar aanleiding van de spoedige sluiting der zitting
van gisteren, trekt hij na discussie zijn voorstel in.
Na beraadslaging zijn met algemeene stemmen aange
nomen de ontwerpen indische begrooting 1869 en ver
dere aanhangige kleine ontwerpen.
In de zitting van Dingsdag is de begrooting
voor roomscb-katbolieke eeredienst door de
tweede kamer met 51 tegen 14 stemmen aan
genomen. Het hoofdonderwerp van de over dit
hoofdstuk der staatsbegrooting gevoerde discus
sie, was bet beginsel van scheiding van kerk en
staat. De minister van Bo-sse beeft daarbij me
degedeeld, dat bet in de bedoeling der regeering
ligt de beide administratiën voor de eerediensten
op te beffen eb het beheer op te dragen aan twee
afzonderlijke afdeelingen bij één der departe
menten.
Gisteren werd de begrooting voor hervormde
en andere eerediensten met 49 tegen 13 stem
men aangenomen, waarna onmiddellijk een aan
vang is gemaakt met de behandeling der be
grooting van binnenlandsche zaken. De regee
ring heeft zich nogmaals uitdrukkelijk verklaard
voor eene volledige scheiding van kerk en staat.
(Per telegraafDe algemeeDe beraadslagingen over
hoofdstuk binuenlandsehe zaken zijn afgeloopen. Drie
punten zijn ter sprake gebragt: Traclemeuten gede
puteerde staten en provinciale ambtenaren; inrigting
en verhouding scherpschutters-corpsen; verkoop ge
heime geneesmiddelen. Morgen voortzetting medische
poliite.
Aan bet algemeen overzigt van bet Nieuw
Bataviaansch Handelsblad ontleenen wij het vol
gende Natuurlijk is de Baliscbe expeditie voor
do ingezetenen van Nederlandscb-Indie nog al
tijd de meest belangrijke van alle gebeurtenis
sen der laatste dagen. Daar gebleken was, dat
de Balinezen, die onze zijde hadden gehouden,
weigerden of geen moed hadden koeliediensten
te presenteren, waren de stoomschepen Coehoorn
en Cycloop naar Banjoerwangie en Soerabaya
gegaan om koelies te halen. Toen die sche
pen terug kwamen met 500 koppen en de
noodige gereedschappen, toog men dadelijk aan
bet werk. Op 28 September rukten 's morgens
vroeg de drie eerste compagnien van bet ba-
taillon uit met één houwitser om de koelies
te beschermen, die bet hooge padie gewas gin
gen opruimen, dat den onzen het uitzigt had
belet. Daar bet kampement niet ver verwij
derd was van een boschrand, welke zich aan
sloot aan den voet van het gebergte, was men
zeer bevreesd voor een nachtelijken overval
en bleef steeds de helft van bet bataillon on
der de wapenen, terwijl de officieren gekleed slie
pen. Natuurlijk bad onze onschadelijkheid een
hoogst nadeelig gevolg, en gelukte bet dan
ook aan Ida Madeh Raid allenskens alle hoof-