7 lare school der 2e klasse, waarvoor (hoofdstuk VIII art. la) respecti - velijk 261,50, en ƒ366,50, is geraamd. Ook had de post voor onderhoud der wegen in den Goesschen pol der, de poel wegen en elders ten bedrage van 400, de aandacht getrokken en werd de vraag gedaan of voor dat onderwerp eene be trekkelijk zoo groote som wel strikt noodig was. De aanvankelijke vergrooting van het beursgebouw waarvoor onder art. 1 der 2®. afd. van Hoofdstuk III eene som van 3200,wordt aangevraagd,gaf in den boezem der commissie tot verschillende vra gen en opmerkingen aanleiding. Terwijl tot dus verre dit onderwerp, zoo ver de commissie zich kan herinneren, nog nimmer een punt van bespreking had uitgemaakt, trof haar dit geheel nieuwe onderwerp in de begrooting aantetreffen, terwijl van de verbetering der openbare school der le klasse, waartoe toch in beginsel door den raad :eeds is besloten, in de begrooting met geen enkel woord melding wordt gemaakt. Afgescheiden hiervan werd de commissie voor als nog belet met deze voordragt intestemmen, door het gemis van alle kennis, zoo wel der gronden, waarop de raming van de aangevraagde som berust, als van de voornemens die er ten aanzien van de inrigting en den omvang der hier als aanvankelijk voorgestelde vergrooting bestaan. Alvorens dus tot aanneming van dezen post te kunnen adviseren, zou de commissie, omtrent de genoemde punten, beter moeten zijn voorgelicht, dan tot dus verre het geval is. Met betrekking tot de Inkomsten gaf alleen stof tot bespreking de onder Hoofdstuk III, afd. 1, art 3, voorgestelde heffing van opcen ten op de personele belasting. Vooreerst werd opgemerkt, dat in de Memorie van toelichting (bladz. 12) ten aanzien van het bedrag van elk der dienstjaren, waar over de opcenten geheven worden, eene misstelling is ingeslopen. In verband met het gehevene in de 3 laatst voorafgegane jaren en de om trent dit onderwerp bestaande voorschriften; zal er over 186y9 V12 en over 18"970 8/i» kunnen worden ontvangen. In de tweede plaats, is de commissie in verband met haar hiervoren medegedeeld voorstel tot wijziging der begrooting van oordeel, dat in plaats van de voorgedragen verbooging der opeenten met 30, zoude kunnen worden volstaan met eene verhooging met 10 opeenten, indien al thans aan dit middel tot vinding van het ontbrekende, de voorkeur wordt gegeven, boven de verhooging van den hoofdelijken omslag. Na rijp beraad is de commissie evenwel tot een tegenovergesteld besluit gekomen. Daargelaten toch de vraag of de personele belasting, wel kan ge acht worden, zoo billijk en in evenredigheid van de krachten der belastingschuldigen te drukken, dat bet raadzaam zoude zijn de op centen op dat middel belangrijk te verhoogen, beeft bij haar zeer gewogen de omstandigheid, dat men om het benoodigde bedrag

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 11