GOESSCMË «I BANT. 1868. N°. 93. VRIJDAG 37 NOVEMBER. 55*" GEMEENTE-RAAD te GOES, gfgZ M i ,S tójgg 4 -"s -$2^S»—-- De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag e» Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal 1,1a. fr. p. p. ƒ1,90. ,/f IM^/M<<0r ®ewoue adverteutlSn wordeu a 15 cl. deregel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels a ƒ1,30, behalve het zegelregt. De Inzending tan adterienliSn kan geschieden tof vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. OPENBARE VERGADERING VAN DEN TEN RAADHUIZE ALDAAR, OP VRIJDAG DEN 27 NOVEMBER 1868, DES AVONDS TEN 7 URE. 10. Punten van Behandeling Beëedisfing en installatie van den heer van Ren- terghem als raadslid. Mededeeling van ingekomen stukken. Vo >rbereiding der Nieuvvejaars-uitdeeling en be slissing omtrent het inzamelen der giften. Tarief van inkoop gelden voor proveniers in het gasthuis. Begrooting voor het gasthuis voor 1869. Rekening 1867 en begrooting 1869 voor het bur gerlijk armbestuur. Nieuwe begrooting van kosten der schutterij voor 1869. Aftreding voorzitter van bet gasthuis en aanbe veling eener regentes. Nadere regeling der bijdrage voor den afkoop der tollen. Gemeente-begrooting 1869. De algemeene beraadslagingen over de staats- begrooting zijnzeer karakteristiek, geopend, door een lid der oppositie van het zoogenaamde nieuwe bloeddat isdoor een van bendie bepaald in de kamer gebragt zijn om dit mi nisterie te bestrijden. Ditmaal was het niet de beer Koorders, maar zijn geestverwant, de Delftsclie burgemeester van Kuijk, die in eene, volgens het orgaan welsprekende en alles afdoende rede, betoogde, wat zeker voor niemand nieuw is, dat hij geen vertrouwen stelt in den minister van finantien, dat deze in tegenspraak is met zijne antece denten enz. Wij hebben dus weder te wachtendat de oppositie den tijd verbeuzelt met de herhaalde opsomming van bare bekende grieven, die, of men ze boort uit den mond van van Kuijkvan Goltstein van Koordersof ze verder heeten mogen, precies dezelfde zijn, zoodat men aan ééne redevoering genoeg heeft, om den inhoud van tien anderen te kennen. Terwijl men de liberalenals zij zwijgen om niet noodeloos de discussien te rekken verwijt, dat zij booze afspraken maakten, schijnt onder de conservatieven een convenu te bestaan, om verbazend veel te spreken. De eindelooze herhaling hunner paradoxen schijnt te moeten gelden voor het bewijs dat zij eene magtige oppositie vertegenwoordigen en zeker gelooven die beerendat men hunne stellingenzooal niet uit overtuiging, dan zeker uit verveeling aannemen zal. Wij maken echter allen opmerkzaam op het streven dier vaderlandlievende heeren, om noo- delooze uitbreiding te geven aan een debat dat reeds door bet breede ontwerp veel tijd ver- eiscbt. En men voere daartegen niet aan, dat wij aan onze tegenpartij het zwijgen zouden willen opleggen, maar wij meenen waarheid te zeggen als wij beweeren, dat de bezwaren der oppositie volstrekt niet in gewigt toenemen als zij telkens herkaauwd worden en dan nog wel soms door die ledenwier welsprekendheid alleen voor het Dagblad genietbaar is. De voordanser der oppositiede beer van Kuijkbeeft ons reeds doen zien welk het hoofd-thema is, waarop wij duizend en een varia- tien mogen verwachten. Het belastingstelsel moest herzien worden. De beer van Bosse heeft de noodzakelijkheid daarvan betoogdvóór hij minister wasen nu bij als zoodanig is opgetredennn laat bij de zaken zoo als zij zijn. Toegestemd Zoo klinkt, bet uit alle de op ponerende monden. De minister handelt geheel anders dan men van hem verwachten mogt. Maar de oppositie is in dezen evenmin eer lijk als zij zich dat in andere opzigten toonde. Wat wil men met die herziening, waarvan men alleen spreekt, omdat er geene sprakejvan is? Voortzetting van het werk door den heer Betz aangevangenmaar juist dat is nog heden ten dage de steen des aanstoots bij de tegenwoor dige oppositie en zoodanige voortzetting zou men dan slechts uitlokken om haar te kunnen bestrijden. Wil men dan omverwerping van het werk van den vroegeren ministerin den geest der conservatieve partij Maar zij zelve is er wel van overtuigddat dit even ongerijmd als on staatkundig en schadelijk zoude zijn en als zij indirect daarop aandringt, dan kan het al weder slechts zijn om een oppositie middel te hebbenwaarvan lang en veel partij kan wor den getrokken. Wat baai nu al dat gepraat over herziening, als de wijze bedillers niet aanwijzen wat en hoe er dan herzien worden moet. Eerlijk zouden zij zijnals zij zulks leerdenmaar vrij natuurlijk wordt daarvan geen woord gehoord. En wat is er nu van die tegenstrijdigheid in 's ministers handelingen. Bedachtzaam gaat de minister zijnen weg en strevende naar een doel, dat bij hem de vrucht van langdurige en ernstige studie is, let hij op de behoefte van het oogenblik en zoekt niet door wilde sprongen maar door welover dachte zij het ook kleine, stappen te naderen. Wij noemen het illoijaal, als men een mi nister in verdenking brengt vaii dubbelhartig heid omdat hij niet met ruwe hand zijne plan nen doorzet en tijdelijk zich getroost wat hij, in beginselafkeurtomdat het oogenblik nog niet daar isom daarin verandering te brengen Zeker zou de oppositie overijling bij den minister wenschen om hem daarvan te kun nen beschuldigen, maar zij compromitteert zich zelve, waar zij eene gevolgtrekking maakt, die ieder weldenkende en nadenkende valsch ver klaren zal. Gelijk de heer van Bosse vroeger lnide uit sprak wat naar zijn inzien gebeuren moest zonder te eisehen dat dit op eenmaal geschie den zou, zoo heeft hij nog hetzelfde voor oogen, maar vraagt met regt voor zich den tijd, dien hij even gaarne aan anderen zou hebben gegund. Wij twijfelen er niet aan of de minister zal zijne denkbeelden, zijne plannen duidelijk ge noeg raededeelenmaar hij zal zich ookals voorzigtig finantierniet laten verlokken om ontijdig daarmede voorttegaan. Wat zou men gezegd hebben als hijna slechts weinige maanden minister te zijn ge weest met doortastendelaat ons liever zeg gen revolutionaire plannen op finantieel gebied, voor den dag ware gekomen? En immers in korten tijd is door hem reeë veel voorbereiddat langzamerhand zich moet uitbreiden. Als onze conservatieve grootheden maar een weinig geduld hebbendan zal dit genoeg blijken. Zij houden het ons ten goede, wanneer wij daarom de Kuijkschebezwaren te gen den minister voor eenvoudige oppositie mid delen houden. Willen zij intusschen zelve consequent zijn, dan mag men van hen verwachten dat zij met voorstellen voor den dag komen, waardoor hunne inzigten kenbaar worden, waardoor zij gevolg geven aan de beloften, waarmede zij hun man daat aanvaarden. Zijn zij waarlijk de redders van het vaderland dan moeten zij handelend optre den en niet pruttelend maar lijdelijk wachten. Mannen als van Kuijk werden toch niet alleen gekozen om in de kamer te komen twisten, maar om de beweerde kwalen te helpen genezen. Wat hebben zij tot hiertoe daarvoor gedaan??? BINNENLANDSCHE BERIGTEN. GOES, 26 November 1868. De minister van finantien, die gisteren in de tweede kamer de sprekers beantwoordde welke aan de algemeene beraadslaging over de staats- begrooting hebben deelgenomen, heeft ander maal nadrukkelijk te kennen gegevendat hij vooreerst de hand niet zal slaan aan een her vorming van het belastingstelsel, daar het zijne .vaste overtuiging is, dat eerst de quaestie van het koloniaal batig slot moet worden beslist. Zoodra dit geschied is zal hij overwegen of het wenschelijk is tot nieuwe belastingen of tot het sluiten eener leening overtegaanvoor het tegenwoordig oogenblik zal hij zich bepalen tot bezuiniging op de uitgaven. De heer Koorders trad nu ook als bestrijder van de fiuantiële politiek dezer regering op

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 1