1868. N°. 90.
VRIJDAG SO .NOVEMBER.
55'"' Jaargang.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
-
GOESSCIIE <01 KiM
De uitgave deser Courant geschiedt Maaudng en
Donderdag avond, ultgezouderd op feestdagen
PrU» per kwartaal f 1,9ft. fr. p. p. ƒ1,90.
Gewone advertentlOn worden a 15 ct. de regel geplaatst-
Geboorte-, huwelijks- en doodberigteu van 1-6 regels
a 1.ÏO, behalve het zegelregt.
De inzending van advertentiën kan geschieden iot vóór drie uren dee namiddags op den dag der uitgave.
De anti-regeeringspartij maakt eene gedachte
beweging over het feit, dat de tweede kamer,
boven aan de nominatie voor den hoogen raad
iemand geplaatst heeft, die het vereischte radi-
kaal nog niet bezit, en zij gaat daarbij zelfs, vol
gens gewoonte nog verder, door te beweeren dat
de bewuste kandidaat voor de betrekking onbe
kwaam is.
Dergelijke personaliteiten en hatelijkheden
zijn de kracht dier partij. Niemand heeft ver
stand dan hare vrienden.
Nu de zaak er eenmaal ligt en de kamer het
expedient heeft gezocht, om haar zoo goed mo
gelijk te redresseerenwordt weder alles wat
daarover gezegd en voorgesteld is van de zijde
der liberalen, even partijdig beoordeeld en als
hoogst onbetamelijk en onredelijk uitgekreten.
Maar bespottelijk is de gevolgtrekking, dat
deze vergissing eene moedwillige daad zoude zijn
der liberale ledendie daarom ook weder met
den naam van radikalen worden bestempeld.
Men zal toch wel gelooven, dat geen der li
berale leden in de kamer, ware hij ook nog zoo
partijdig, dwaas genoeg zijn zou, om moedwil
lig eene onwettige daad te plegen. En daar nu
eenmaal bewezen is, dat de bewuste kandidaat
het vereischte radikaal niet bezit, zal het even
min een gezond denkend mensch in de hersenen
komen, om maar eene poging te doen, ten einde
eene onwettigheid te laten bestaan.
Kennelijk heeft men er groot vermaak in, dat
de persoon, die van liberale zijde gesteund was,
niet benoembaar is en de onderzoekingen van
den heer Taets van Amerongen, die tot de weten
schap daarvan geleid hebben, zullen wel uitge
lokt zijn, door zekeren wrevel over de kandidaten
lijst, die niet beantwoordde aan den wensch der
anti-regeringsmannen.
Wij kunnen moeijelijk gelooven, dat de heer
Taets uit eigen beweging die onderzoekingen
heeft aangevangen. Het laat zich niet denken
van een lidwiens betrekking tot de tweede
kamer alleen gekend wordt, door de vermelding
van zijnen naam op de presentielijst. Of het zou
een heldendaad moeten zijn, die, als onder het
bereik, verrigt is, om jaren van werkeloosheid
goed te maken. Liever willen wij gelooven, dat
anderen op het denkbeeld gekomen zijnom
langs dezen weg, de gevreesde benoeming onmo
gelijk te maken en dat de mededeeling aan den
heer Taets is toevertrouwd ten einde deze de
gelegenheid te geven, ook eens als spreker op
te treden.
Het is maar jammer, dat zulke zeldzaam spre
kende leden juist met zulke zaken optreden en
den tijd helpen dooden, met nuttelooze discussien.
Wat al uren zijn er weder doorgebragt met de
behandeling van deze ondergeschikte zaak, die
beter hadden kunnen besteed worden. En hoe
gretig is, in en buiten de kamer, deze gelegen
heid weder te baat genomen, om de liberalen
over den hekel te halen.
Zal men dan niet eindelijk inzien, dat de niet-
liberalen slechts van dergelijke dingen leven
dat zij het juist zijn, die telkens de afdoening
van zaken belemmeren, dat het vuur der ver
deeldheid juist van hunne zijde het meest wordt
aangestookt en dat, onder het voorwenden van
eerbied voor den koning, Zijner Majesteits rege
ring door niemand meer bemoeijelijkt wordt
dan juist door hen, die den vrede prediken maar
den strijd aanwakkeren
GOES19 November 1868.
(Per telegraaf De leden der Eerste Kamer van de
staten-generaal zijn tegen S6 November a. s. bijeen-
gèroepen.
In de zitting der tweede kamer van Maandag
en Dingsdag zijn onderscheidene kleine wets
ontwerpen behandelddie allen, zonder lang
durige discussie aangenomen zijn. Ten slotte
was aan de orde het wetsontwerp tot wijziging
van hoofdstuk II der begrooting decoratien
Daarover werd zeer lang gediscussieerd en niet
het minst over allerlei incidenten daar van
wege de conservative partij in de kamer be
weerd werddat men deze gelegenheid te baat
nam om een blaam op het vorige ministerie te
werpen. Het einde van de zaak is geweest
dat de behandeling van dit onderwerp verdaagd
istot dat door den minister nadere inlichtin
gen zullen gegeven zijn. De kamer heeft zich
daarna nog kortelijk met eenige onderwerpen
bezig gehouden om Woensdag hare werkzaam
heden voorttezetten.
De minister van financien heeft in de zit
ting van de tweede kamer van gisteren de ver
langde bescheiden betrekkelijk de quaestie der
decoratien overgelegd. Zij bestaan o. a. in
opgaven van den kanselier der beide Neder-
landsche ridderorden omtrent den stand der
op hoofdstuk II der staatsbegrooting voorko
mende posten voor decoratien over 1867 en
1868, de oorspronkelijke declaratie van den
leverancier over 1867, en de gesplitste decla-
ratiën die in 1868 zijn ingediend. Dat het
vorig ministerie in deze aangelegenheid eene
onregelmatigheid had begaan werd algemeen
erkendmaar verschillend oordeelde men over
de qualificatie die daaraan moest worden toe
gekend. Ten slotte is het bewuste wetsont
werp met 63 tegen 3 stemmen aangenomen.
Tegen stemden de heeren Koorders, Haffmans
en van Eek.
De quaestie over de vergissing in de no
minatie voor den hoogen raad heeft een zeer
gewenschte wending gekregen, doordat de mi
nister van justitie gisteren de nominatie aan
de kamer heeft teruggezonden, op grond dat
bij het opmaken eene vergissing heeft plaats
gehad. Dientengevolge zal de kamer zich Maan
dag bezig houden met het maken eener nieuwe
nominatie. Na afloop daarvan zal een aanvang
gemaakt worden met de behandeling der staats
begrooting voor 1869.
De heer Pijnappelhet hoofd der concilian-
ten in de kamerheeft plegtig van dien naam
afstand gedaan en zich voortaan den naam van
onafhankelijk gegeven. De heer de Bosch Kemper
maakt nu alleen de partij uit. Evenmin als het
te denken isdat de heer Pijnappel nu eerst
onafhankelijk wordt, is het te hopen, dat hij
nu niet zal ophouden conciliant te wezen.
In het wetsontwerp tot herziening der kies
districten zullen de dubbele kiesdistricten be
houden blijven. Er zal vooreerst geen her
ziening van den census plaats hebben.
Eerstdaags zal aan den raad van state een
wetsontwerp tot nieuwe regeling der schut
terijen worden verzonden.
Het wetsontwerp op het bouwen en plaat
sen langs dijkendoor den vorigen minister
van binnenlandsche zaken ontworpenwordt
thans bij het departement omgewerkt.
Den 1 December 1869 zal een aanvang ge
maakt worden met de tienjarige volkstelling.
Bij deze telling zal aan de gemeenten twee
centen per getelden persoon worden vergoed
voor de door haar te maken kosten.
Omtrent de expeditie naar Bali verneemt men
nog nader bet volgendeHet schijntdat
op de nadering der onzen, om de kampong
Bandjar, de verblijfplaats van den hoofdmui
teling Ida Madeli llahi te verkennen en zoo
doenlijk den vijand uit zijne stelling te ver
drijven, deze in groot aantal die kampong heeft
verlaten, niet om te vlugten, maar ten einde
zich, begunstigd door de hooge padi, op het
onverwachts, op de onzen te kunnen werpen.
Leed op die wijze de 1ste compagnie van bet
14de bataljon inf. een groot verlies, ook de
3de eomp. verloor den Europ sergeant de Bruin
en den Europ. korp. de Bruindie beiden sneu
velden bij eene attaque van den vijand, die,
gedekt door de hooge padie, op het onverwachts
de sectie, gekommandeerd door den 2den lui
tenant Braun aanvielzoodat deze gedwon
gen werd zich terug te trekken op den hoofd
troep. Stoutmoedig door dit succès, viel de
vijand de compagnie zelve aan, die in colonne
op den weg stond geschaard. Twee voorvech
ters met gevelden lans gevolgd door in het
rood gekleede muitelingen, ijlden vooruit. De
lste luitenant Engelhard en de sergeant Rom-
hout gaven bij die gelegenheid blijken van be
daarden moed, door beide voorvechters te laten
naderen tot plus minus 40 passen en ze toen
in het gras te doen bijten, waarop hunne vol
gelingen, door panischen schrik bevangen, het
hazenpad kozen. Bij die gelegenheid raakte de
inl. fusilier Pitjoe vermist, welligt in het na-