GOESSCHE COURANT.
1868. N°. 84.
VRIJDAG 30 OCTOBER.
55ate Jaargang.
«O*»*
«aS®-
Oe uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per liwartaai 1,35. fr. p. p. ƒ1,90.
De inzending ran adeertenttên kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave-
In ons vorig nommer bespraken wij de wen-
schelijkheid der afschaffing van het dagbladze
gel, als een middel, om het volk op goedkoope
wijze te laten lezen.
Wij twijfelen er niet aan, of dat doel zal
bereikt worden want het volk is niet afkeerig
van lezenmaar het wil liefst geen lange
vertoogen en het verkiest daarom, over het
algemeenkleine geschriftenzoogenaamde vlie
gende blaadjesook nieuwsbladenals ze maar
niet door omvang te kostbaar zijn.
Het wil ook wel wat weten van het nieuws
van den dag. Het politiseert op zijne manier
en vergenoegt zich daarbij met de beoordeeling
van gebeurtenissendie soms al lang voorbij
gegaan zijnom de eenvoudige redendat het
zijne kennis van dezen put, of uit oude dag
bladen of uit zulke bladendie slechts een
enkele maal verschijnen.
Doch zelfs die kleine bladen komen nog te
duur, om ze voor eigen rekening te lezen en
men vergenoegt zich dus, om ze intezien of
ze te hooren lezen op die plaatsen of vereeni-
gingspunten, die altijd eenige couranten lectuur
aanbiedenom des te meer te worden gezocht.
Het laat zich niet loochenen, dat er in de
laatste jaren, bij een deel, meerdere belangstelling
ontstaan is en het is geene ongegronde ver
wachting dat deze toenemen zalwanneer de
opgewekte wenschom met den gang der al-
gemeene zaken bekend te zijnniet onvoldaan
moet big ven.
Misschien zal men daartegen aanvoerendat
de lust, om nieuwspapieren te lezen, bij ons
volk zich slechts bepaalttot diewaarin een
toon aangeslagen wordt, die maar weinig tot
beschaving en verlichting kan bijbrengen.
Het is niet te ontkennen, dat- de volks
couranten dikwijls eene slechte volkslektuur
opleveren. Maar ook daarin is in den laatsten
tijd verbetering gekomen en met genoegen mer
ken wij op, dat de lezers desniettemin ver
meerderd, geenszins verminderd zijn.
Bij de groote afwisselingen die in de laatst
verloopen jaren op het staatkundig gebied in
ons vadérland plaats grepenis het duidelijk
geblekendat de menigte wel gezind wasom
van de oorzaken en gevolgen daarvan kennis
te nemen en als zij in hare beschouwing en
beoordeeling daarvan dwaalde was het alleen
omdat ze niet genoeg opgeleid was, om een
beter inzigt te kunnen hebben.
Het gevolg daarvan moest noodwendig ook
zijn, dat die menigte zich liet leiden door hen,
die vaak zeer eenzijdig de zaken voorstellen,
en naarmate de strijd onder die leiders heftiger
gevoerd werdwas ook doorgaans de lijn tus-
schen de volgers van den eenen en van den
anderen scherper.
Voegen wij er bij dat de partijstrijd door
sommige dagbladen gevoerd, op den volksgeest
niet gelukkig heeft gewerkt, en dikwijls de ge-
wenschte ontwikkeling en invloed heeft tegen
gehouden.
En zal dat dan beter worden, als er nog
meer dagbladen komen?
't Is toch niet te wachtendat met de ver
meerdering van dezen, de strijd verminderen,
de toon verbeterende couranten lektuur nut
tiger worden zal.
Wij verwachten in dat opzigt niet alles van
vermeerdering en ruimer verspreiding, maar
wij vertrouwen wel, dat het volk, als het
beter op de hoogte komen zaldoor zijne in
stemming of afkeuring, aan de verbetering van
de dagbladen zal medewerken en vooral, dat
het voor zelfstandig oordeelen, langzamerhand
rijpen zal.
Daarom vooral achten wij het wensehelijk
dat er gemakkelijker toegang tot het volk ge
geven worde, om het tot die zelfstandigheid
te brengen.
In geen opzigt wekt de aanblik van het
volk zooveel medelijdendan waar men het
den speelbal ziet van enkelen, drijvers of lei
ders die van de ligtgeloovigheidde onbedre
venheid de volgzaamheid der menigte, in hun
belang, weten partij te trekken.
Dikwijls moet men zich verbazen, hoe velen
in zaken van allerlei aardzich als werktuigen
door enkelen laten gebruiken, en er soms nog
wel trotsch op zijn, dat zij hebben medegewerkt
om het eigenbelang, de bijzondere in-
zigten van dezen of genen te dienen.
Die in eene of andere zaak hun doel willen
bereiken beginnen met zich voortedoen, alsof
zij en zij alleen het volk den waren weg wilden
wijzen. Zij weten dat doorgaans te doen op
eene wijze, waardoor zij het vertrouwen winnen,
Dan wordt de menigte wijs gemaakt dat zij
zelve de grootsche taak op zich nemen moet
om het voorgenomene tot stand te brengen.
Er wordt op de ij delheid gespeculeerd en de
onervarenen laten zich vangen. Langzamer
hand begint men te geloovendat men waar
lijk zelf oordeelt en handelt, terwijl men on
gemerkt aan den leiband gaaten als de zege
behaald iszijn de slimme leidslieden behen
dig genoeg, om het volk te doen gelooven,
dat het nu waarlijk zelfstandig werkzaam was.
En dat heet de volksstem, de Godsstem.
Wij hebben slechts op de verkiezings ge
schiedenissen der laatste jaren te wijzenom
dat te staven.
Toch begrijpt het volk niet, dat het zich,
gansch gemoedelijk, als werktuig gebruiken laat,
waar het zelf moest handelen.
Uit dien treurigen droom moet het wakker
geschud worden, tot zelfstandigheid moet het
worden gevormd en het zal daartoe beter ge
raken, wanneer het dagelijks, of althans meer
malen in geschikten vormlezen kan wat ont
wikkelt en nadenken wektdan door allerlei
geschriften, die of onbeduidend zijn, of de duis
ternis in de hand werken, of met vooroordeelen
van allerlei aard te kampen hebben.
Wat van ieder mensch in het bijzonder geldt:
»wees u zelf," dat geldt ook van een volk. Maar
het moet dan ook eerst van zich zeiven be
wust worden.
Stelselmatig wordt dat tegengewerkt door
die allen die, hoe hoog ze ook van hunne
liefde voor het volk opgeven, toch eigenlijk het
volk als om hen bestaande, achten.
Tegen dat volksbederf is zeker het dagelijks
kunnen spreken tot het volk, het beste middel.
Als ons volk dat begreepzou het met ons
aanhoudenom de dagbladen van een druk-
O if
kenden last te ontheffen. Nu zijn het alweder
die zekeren, die dit begrip tegenhouden, door
de dagbladen te veroordeelen.
En de gehoorzame schare gaat mede.
Tot hoe lang?
Tot zij of ziet dat zij jammerlijk misleid
werd, of, wakker geworden, de geheele mislei
ding voorkomt.
Moge het laatste het geval zijn en de gelegen
heid weldra gegeven worden, om zoo tot het volk
te spreken, dat het eindelijk eens te weten kome,
wat hetvrij en zelfstandigwil en kan.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
GOES, 29 October 1868.
Door de regering is thans aan de tweede
kamer der staten-generaal een wetsontwerp
ingediend tot wijziging der wet op het regt
van successie en van overgang bij overlijden.
Het hoofddoel dezer wet is om voortaan in
gevallen van erfenis, met vruchtgebruik belast
het regt van successie ook bij overgang van
blooten eigendomdadelijk te heffenmaar
alleen naar de waarde van den blooten eigen
dom, dat is over de waarde van den vollen
eigendom, na aftrek van de waarde, welke op
het tijdstip der erfenis of vestiging volgens
de wet aan het vruchtgebruik of de periodieke
uitkeering moet worden toegekend.
Per telegraafDe tweede kamer der staten gene
raal, is ter vergadering bijeengeroepen, tegen Maan
dag 2 November, des middags 3 ure.
Men schrijft aan het Handelsblad uit de re
sidentie
»De Scheldekwestie zal zeker nog wel niet
uit het geheugen zijn gegaan. "V eel is er over
gezegd en geschreven en niet het minst van
Belgische zijde werd alle moeite gedaan, om