1868. N°. 81. D1NGSDAG 20 OCTOBER. 55"* Jaargang. De belanghebbenden worden herinnerd aan de Veemarkt welke te Goes zal gehouden worden op Dingsdag den 27 October 1868. PUBLIEKE VERPACHTING. BINNENLANDSCHE BERIGTEW. «32» SV5>I -Es™ GOËSSClilE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prjj» per kwartaal 1,35. fr. p. p. ƒ1,90. ewone advertentlën worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels a ƒ1,20, behalve het zegelregt. De inzending van adverieniiên kan geschieden ioi vóór drie uren des namiddags op den dag der uiigave. Boliond. tn alting. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van GOES, herinneren de ingezetenen aan de bepalingen van art. 27 en 42 der wet van 29 Maart 1883 (Staatsblad no. 4) omtrent de belasting naar tijdsgelang en de suppletoire aangifte, voor de personele belasting vol gens welke een ieder, die door uitbreiding, vermeer dering, verwisseling of het aanschaffen van belasting voorwerpen der grondslagen van het personeel, komt te vallen onder toepassing van eenen nieuwen of ver hoogden aanslag in den loop des dienstjaars, verpligt isalvorens en naar gelang der omstandigheden en op de boete bij art. 35 en 39 vastgesteld, tot het in dienen van behoorlijke aangifte deswege, in voege als bij art. 30 der wet is voorgeschreven, kunnende daar voor een biljet ter invulling bij den heer ontvanger worden afgehaald. Goes, den 17 October 1868. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN, De Secretaris, H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, zullen op Zaturdag den 31 October eerstkomende, des namiddags ten een ure ten raadhuizein het openbaar trachten te verpachten voor den tijd van zeven jaren, zullende ingaan den eersten Januarij 1869 en eindigen den laatsten December 1875: 1°. De Gras'ètting van den Cingel dezer ge meente.van den voormaligen zeedijk in de Galghoek tot aan het sluisje waardoor de vest in den Poel uitloopt. 2°. Den drooggemaakten grond aan de noord zijde van de voormalige 's Heer Hendriks kinderen-barrière vroeger een gedeelte heb bende uitgemaakt van sectie D no. 941 thans bekend in sectie D no. 1347, ter grootte van 66 roeden; benevens ongeveer vijf roeden zijkant van den weg naar de begraafplaatsin sectie A no. 250 dezer gemeente. Waarvan de voorwaarden ter secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing zullen liggen van heden af tot den dag der verpachting. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 17 Oct. 1868. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De secretaris H. C. PILAAR. De oud-minister van koloniën, de heer Has- selman, heeft voor eenige dagen een uitvoerig schrijven in het Dagblad geplaatst, om zijn ge drag in zake het verleenen van overtogt naar Indie op 's lands kosten, aan den heer Busken Huètte regtvaardigen Niemand zal ontkennen, dat het stuk lang, zeer lang zelfs is, maar weinigen zullen na de lezing kunnen zeggen, dat voor hen de zaak nu opgehelderd, de handelwijze geregtvaardigd is. Teregt was er aanmerking op gemaaktdat eene som van ƒ3000,uit 's lands kas, bij wijze van bevoorregting, gegeven is aan iemand, die naar Indie ging in zijn belang, als gevolg van eene overeenkomst gesloten met hendie van zijne diensten gebruik wilden maken en dus in de eerste plaats geroepen, om voor zijnen vrijen overtogt te zorgen. Dat feit moest opgehelderd worden, te meer omdat de vrienden van het afgetreden ministerie luide verkondigden dat de oud-minister ten onregte hard gevallen werd, dat hij volkomen in 's lands belang had gehandeld. En wat vernemen wij nu, uit des ministers eigen mond? Aangenomen althans, dat het ver moeden van de Arnh. Cour. geen waarheid be vat en wij werkelijk een stuk door den heer Hasselman zeiven opgesteldin het Dagblad mogten lezen. Al aanstonds trekt het dan onze aandacht, dat de oud-minister vrij luchtig over de behartiging van 's lands finantieele belangen spreekt. Bij herhaling zegt hijwat beteekenen 3000 voor het land; over zulk eene luttele som moest men niet zoo veel misbaar makenhet is de redenering van Jantje bij van Alphen: »aan een boom zoo vol geladen, enz." Jammer maar dat de bedoelde boom niet van vruchten overvloeit. Vreemd is de logika van den oud-minister waar hij in den gang der zaken eene natuurlijke aanleiding vindt, om zijne handelwijze even na tuurlijk te noemen. De heer Huèt gaat als particulier naar Indie en iedereen, die weet dat hij een engagement heeft aangegaan om als redacteur van een In disch dagblad optetreden, begrijpt dat hij voor de kosten van overtogt de noodige arrangemen ten heeft gemaakt. Daar hoort de minister Hasselmandat Iiu'èt naar Indie vertrekt en dat brengt hem op het denkbeeld, om hem eene com missie betreffende landsaangelegenheden op te dragen; hij kan dat gemakkelijk waarnemen. Nu zou men zeggen, de minister profiteert van de gelegenheid, om zonder kosten voor het land, zijn doel te bereiken, behoudens eene latere be looning voor de opgenomen taak. Neen! de minister keerde de zaak om en zeideik zal de uitgevers van het Indische blad een voordeeltje bezorgen en de reiskosten van den nieuwen re dacteur voor 'slands rekening nemen, alsof er in Indie geen ambtenaar gevonden werd, die 's ministers last kon voldoen, alsof aan niet een voor 'slands rekening vertrekkend ambtenaar, die last kon worden opgedragen. Maarzegt men te regtalles hangt af van den last zeivenweten wij welke die was dan zullen wij misschien den minister gelijk moeten geven. Volkomen juist, maar het geheele pleidooi van den heer Hasselman heeft ten doelom te verklaren, dat hij niet zeggen wil, welke de last was. De oud-minister zegt dus niets in zijne vele woorden en wil men ook aannemendat hij geen publiciteit geven kan aan zijne geheime handeling dan zal men toch toestemmen het ware beter geweest, dat hij dit in korte woor den gezegd hadveel beter dan om het niets beduidende stuk te gebruiken als voertuig van eenige hatelijkheden tegen zijnen opvolger. Merkwaardig is de Hasselmansche speechals proeve van eene ministerieele insinuatie en al werd ook later, bij geheele opheldering van het gebeurde, de heer H. schitterend geregtvaardigd, dan zal nog zijne zoogenaamde verdediging hem uitstekend maken onder allen, die met en op de wijze van het Dagblad gewoon zijn hooggeplaatste personen aantevallen en hunne daden en karakter te veroordeelen. Eindelijk laten wij niet onopgemerkt, dat de ex-minister waarschuwt, dat men nog ge duld moet hebbenalvorens de dringende zaak tot ontwikkeling komt en dat hij ons lang zaam voorbereidt, op teleurstelling, door te zeggendat de uitkomst wel eens falen kan nu de geheime zending reeds in het publiek besproken wordt. Men kon nu in Indie wel eens tegenwerken. Het was zeker een last, waarmede men ginds niet ingenomen zal zijn. Het geheele stukop naam van den heer H. in het Dagblad geplaatstis dus in waar heid verpletterend voor allen, die hoopte er eenig licht door te krijgen. Wij blijven in het duister rondtasten en weten alleendat de ex- minister alles behalve welwillend is voor zijn opvolgerdat hij dit veel meer was voor den heer Huètdie de kandidatuur Koorders on dersteunde en hielp gelukken, en dat het ex-lid van het reddend ministerieden toestand van 's lands finantien niet zoo duister inzagof er konden nog wel eene onnoozele 3000voor tegemoetkoming aan den redacteur van den Java bode, uitgegeven worden. De zaak kan het zal misschien later blij ken te verdedigen zijnmaar de verdedi ging die wij nu daarvan lezenzal wel altijd onverdedigbaar blijven. GOES, 19 October 1868. "Vrijdag heeft de tweede kamer eene zitting gehouden, waarin o. a. ingekomen is, eene wet op de afschaffing van het zegel op de dag blad advertentien en een asquivalent daarvoor in verhoogde belasting op tabak, thee en sterke dranken. Voorts werd kennis gegeven van de benoeming van rapporteurs van eenige in on derzoek zijnde wetsontwerpen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 1