1868. N0. 79.
DINGSDAG 13 OCTOBER.
55ste Jaargang.
posterijen!
binnenlandsche berigten.
sz& Ai',?» h
GOESSCHE COURANT.
De uitgave de«er Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen.
Prys per kwartaal 1,95. fr, p. p. ƒ1,90.
Gewone advertentlën worden a IS c<- de ret el geplaatst.
Oeboorte-, huwelijks- eu doodherigten van 1-6 regels
a ƒ1,30, behalve het zegelregt.
De intending ran adrerlenlldn kan geschieden lol vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave
BeBLendmalxinsen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen dezer
gemeente
Dat de PATKïTËIÏ over het dienstjaar
1868 (loopende van 1 Mei 1868 tot ultimo April
1869) aangevraagd bij de primitive beschrijving, in
gevuld gereed liggen en tot derzelver afgifte ter secre
tarie zal gevaceerd worden van Dingsdag den 13 tot
den 27 October e. k.uitgenomen des Zondags da
gelijks van des voormiddags negen tot des namid
dags twee uren.
Wordende de belanghebbenden vermaandom die
afhaling in persoon te verrigten en zich den bepaal
den tijd ten nutte te maken, ten einde van alle kos
ten bevrijd te blijven, vermits, volgens art. 2 van
Zijner Majesteits besluit van den 17 October 1820,
de onafgehaalde patenten of de afschriften van dezelve
door eeneu deurwaarder der directe belastingen, on
verwijld aan de patentpligtigen moeten worden uit
gereikt tegen betaling van tien centwaartoe dan
ook den 28 October eu volgende dagen zai worden
overgegaan.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den lOOctober 1868.
Burgemeester eu wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN,
De Secretaris,
H C. PILAAR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter kennis der belanghebbenden
Dat de lijst van de ter uitloting en aflossing aan-
gegevene OliLIGATIEN, ten laste dier gemeente,
ingevolge art. 4 van het pian tot aflossing der geves
tigde schulden, den 11 April 1853 door den gemeen
teraad gearresteerd opgemaakt is en ter griffie gedu
rende de laatste helft dezer maand ter visie zal liggen.
Zullende de uitloting, ingevolge art. 5 van even-
gemeld plan in het openbaar ten overstaan van burge
meester en wethouders geschieden, ten raadhuize,jZa ur-
dag den 14 November 1868, des namiddags ten één ure.
Gedaan te Goes, den 10 October 1868.
Burgemeester en wethouders voornoemd.
M. P. BLAAUBEEN.
De secretaris
H C. PILAAR.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
maken bekend dat de gemeenteraad in zijne open
bare vergadering van den 8sten dezer, op het door
hem gedaan verzoek, eervol ontslag heeft verleend
aan den heer H. C. PILAAR, als secretaris dezer ge
meente, ingaande den eersten Januarij 1869.
Zij noodigen diegenen, welke genegen zijn naar die
betrekking, aan welke eene jaarwedde van duizend
galden verbonden is, te solliciteren, bij deze uit, om
hunne sollicitatie, vergezeld van de noodige bewijsstuk
ken van goedgedrag en bekwaamheid aan burgemees
ter en wethouders voornoemd intezenden vóór deu
14 November eerstkomende.
Gedaan te Goes, den 10 October 1868.
Burgemeester en wethouders van Goes,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
C. RISSEEUW, L s.
De Directeur van het Postkantoor te Goes, brengt
ter kennisse van het publiekdat het vertrek en de
aankomst der posten, met 1 November aanstaande ge
wijzigd zal worden als volgtnaar
's Heer ArendskerKe Heinkensznnd,
's Meerenhoek en ATieuwdorp vertrek twee
maal daags en wel des morgens ten 11 ure en des
avonds ten 11 ure.
Brieven in de bus des morgens ten 10 Vi ure.
en des avondsten 10/, ure.
Aankomst des morgens en des avonds ten 5 V ure.
Wo fnartsdijk en SToord-SSeveland,
tweemaal daags en wel ten 6 ure en ten 11"» ure
'8 morgens.
Brieven in de bus ten 5"j en ten 103/4 ure'smorgens.
Aankomst des morgens ten 10 'A ure en des avonds
ten 4i ure.
Het kantoor is geopend van 's morgens 8 Va10,
van 112 's avonds van 45 en 910 's avonds.
Goes 12 October 1868.
De Directeur van het Postkantoor te Goes,
MEIJLINK.
Indien wij de tegenwoordige oppositie volgen
wilden op het spoordat dagelijks door haar
betreden wordt, dan zouden wij onze lezers
moeten vervelen met allerlei persoonskwestien
die tot niets nut zijn en slechts tot onbillijke oor
deelvellingen leiden kunnen.
Het is treurig, om te zien, hoe men zich
verlaagt om allerlei vermoedens te wekken die
bekende voorstanders der vrijzinnige rigting in
een ongunstig licht moeten plaatsenhoe men in
de geschiedenis van het verledene rondsnuffelt of
er niet iets te vinden is, waarvan men een
grief kan maken tegen dit ministerie en zijne
vrienden.
Men wil tot eiken prijs zijne tegenstanders
hatelijk maken en alle redeneringen, over de
groote aangelegenheden des lands, worden ter
zijde gesteld, om de dagblad-kolommen te vul
len met insinuatien die te afschuwelijker zijn,
omdat men ze los daarhenen werpt, met geen
ander oogmerkdan om er hier of daar on-
nadenkenden door te winnen.
Wij zouden er niet van spreken, indien wij
het niet noodig achtten de aandacht er op te
vestigen, opdat al het lage der aangewende
pogingen blijke, wanneer feiten spreken zullen.
De taktiek toch der antiministerieele mannen
isom van elk gerucht, elk vermoeden, dat door
dezen of genen gansch willekeurig tegen eenen
of anderen staatspersoon, die niet van hunne
kleur is wordt voortgebragteene geheele ge
schiedenis te maken, telkens daarop terug te
komen en vooraf reeds een vonnis te vellen, om,
wanneer de waarheid die hen beschamen moet
aan het licht komtzich met een enkel woord
van de zaak af te maken.
De laatste dagen hebben het een en ander
weder duidelijk doen zien.
De afgetreden minister Hasselman wordt ten
laste gelegddat hij uit 's lands schatkist iemand
bevoordeelde, die daarop geen aanspraak had.
De oppositie zegtiaat ons afwachten wat het
onderzoek daaromtrent zal opleveren terwijl
zij vrij duidelijk laat zien, dat het haar hindert,
dat zoodanig onderzoek ingesteld wordt. Van
de zaak wordt verder gezwegen, en als hier of
daar er van gesproken wordt, is men aanstonds
gereed, daarin eene hatelijkheid der liberalen
te zien.
Een lid der kamerde heer Nierstraszdoet
een voorstel, waarin, met halve woorden, een
twijfel opgeworpen wordt jegens den oud minister
van de Putte. Hij noemde dezen niet, gaf zelfs
aan zijn voorstel een schijn van streven naar
regtvaardigheid, maar door zijn orgaan wordt
gezorgddat de persoon genoemd wordt en
dat al aanstonds een blaam geworpen wordt
naar aanleiding van een bloot verzinsel. Geen
dag gaat er voorbij, dat niet over die zaak
gesproken wordt in het Dagbladdat om den
schijn van zich aftewerpen, berigten overneemt
uit bevriende dagbladendie deze zoo zij zeggen
uit 'sHage ontvangen.
Kennelijk is het er om te doenom deze
zaak zoolang men het noodig vindt levendig
te houden en eene andere gelijksoortige te
doen vergeten.
Het publiek is die personeele kwestien wel
moedemaar men blijft het vergen om daar
over te denkenwant het houdt de agitatie
aan den gang.
Agiteren is de leus van den tijddaardoor
moet het doel bereikt wordendat men langs
eerlijke wegen niet naderen kan. Tegenover
die pogingen moet] het gezegd worden, dat zij
het bewijs leverenhoe magteloos de oppositie
zich gevoelt, dat zij zulke middelen aangrij
pen moet.
Het ministerie gaat rustig voort met zijnen
arbeid en men kan geen redelijken grond van
bestrijding vinden. Nu wordt de toevlugt ge
nomen tot alles, wat men in anderen hevig
afkeuren zou.
Wij betreuren het, dat zoodoende de jour
nalistiek hare schoonste roeping miskent, maar
het feit heeft eene goede zijde, dat namelijk
de uiterste, waarin men vervalt, alle oogen moe
ten openen voor het onhoudbare eener politiek,
die haren steun in logen en laster zoekt.
GOES, 12 October 1868.
De berigten, die over den toestand op Bali
verspreid worden, loopen hoe langer zoo meer
uiteen, zegt het Soerab. Handelsblad. Yan de
eene zijde wordt die toestand allerellendigst
genoemd en de tusschenkomst der Europeesche
troepen allernoodzakelijkst geacht. Anderen
weer rceenen, dat de geheele zaak niets te
beduiden heeft. Zoo verhaalt een Chineesch
handelaar, die vóór maanden hier ter plaatse
kruit kocht, op speculatie van onlusten op
Balie, dat er niets te doen is; dat hij geen
pond kruit boven de gewone behoefte kan
kwijt raken. De tusschenkomst van een amb
tenaar acht hij voldoende, om den twist, die tus-
schen een paar hoofden gerezen is, bij te leggen.