GOESSCHE COERAM. VRIJDAG 2 OCTOBER. 55"e Jaargang. 1868. 1N°. Ï6. POSTERIJEN" «sZ&- De uitgave deter A'ouraiit geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen- Prtfs per kwartaal J' 1,35. fr. p. p. /'1,90. I i - II.— ff •-? ®,w#l,e adverlentlëii werden 4 15 cl. de regel geplaatst. j i' \4M& Gefcoorte-, huwelijks- eu doodbenden van 1-6 regels 'v i.|Jii?^ j 4 behalve het zegelregt. ■kgftï- 1 'P &V/jV) - Ue inzending van adeerientiè'n kan geschieden lot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave Bols.encamali.lns. De BURGEMEESTER van GOES, brengt bij deze ter kennis van een ieder die het aangaat: Dat het kohier van het PATENTREGT no. 1 voor deze gemeente, voor het dienstjaar 18681869, be kleed met alle formaliteiten bij de wet gevorderd, op heden ter invordering is gesteld in handen van den ontvanger dier belastingen, binnen deze gemeente. Gedaan ten raadhuize van Goes, den I October 1868. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Directeur van het Postkantoor te Goes, herin nert bij deze aan het publiekdatte rekenen van af den M October n. de dienst per diligence naar Middelburg is geregeld als volgt des morgens de brieven uiterlijk ten 6 A in debus vertrek ten 7 uur. des avonds de brieven uiterlijk ten 2'A in de bus; vertrek ten 8 uur. Aankomst des morgens 11 uur. Het kantoor is geopend van 's morgens 8't,10 van 112 uur 's avonds. Yan 45 en 910 uur 's avonds Goes 28 September 1868. De Directeur voornoemd, B. MEIJLINK. De strijd over de onderwijs-paragraaf, in de tweede kamer gevoerd, is ontegenzeggelijk van hooge beteekenis. Al lang is er op dat aambeeld gekloptmaar de eischen worden stouter en men spreekt ze meer onbewimpeld uit. De een schijnt ze nog wat te willen beperkenterwijl de ander maar in eens tot grondwetherziening komen wil maar de slotsom van allen toch is: het be staande moet omver geworpen. Als men alleen maar hoordedat de hoogste staatsmagt, in zamenstemming met velen in den lande, de zaak van het onderwijs zoo ern stig ter harte namendan zou men denken, dat ze aan een edel doel hunne krachten had den gewijd. Maar wie de zaak van nabij kent, weet, dat het niet te doen is om goed onder wijs ten einde het volk te ontwikkelendat het integendeel de toeleg is, om aan het on derwijs eene rigting te gevendie de oogmer ken van eene bepaalde partij dienen kan. Men spreekt van onderwijs met eerbiediging van ieders godsdienstige begrippen, maar men bedoelt eigenlijk en zou wenschen, onderwijs in overeenstemming met ieders godsdienstige begrippenzonder te willen erkennendat het aantal scholen dan legio zou moeten zijn. Men zegt wel eens, dat de voorvechters van wijziging der wet op het onderwijsdaarmede bedoelen, om dit ministerie omver te werpen; wij gelooven dat niet alleen tegen dit kabinet strijd wordt gevoerd maar dat de geheele zaak slechts dienen moetom elke regering met li berale beginselen tegentegaan en het gezag duurzaam in handen der conservatieven te spe len. Het volk moet daartoe bewerkt worden, om de oogmerken der partij te dienen. On der den schijn van gemoeds bezwaren te wil len wegnemen en toch voor een goed onder wijs te zorgenzoe.kt men de harten te stelen de menigte moet in den waan gebragtdat zij in hare hoogste belangen verongelijkt wordt en dat men daaraan wil tegemoet komen. Dat zal stemmen winnen voor de behoudsmannen en langs dien weg meenen zij tot het doel te zullen komen. Immers, waar men het volk vrij laat, wordt van die gemoedsbezwaren weinig gehoord, de dagelijksche ervaring leertdat zij slechts op rijzen waar van zekere zijde daarop wordt ge wezen. De agitatie, die bij het volk achter de kiezers is opgewekt, wordt zorgvuldig onder houden en de kiezers worden wakker gehouden door de heeren die in de tweede kamer de trom roeren. Men spreke daarom niet van een volkswensch, want wij zijn er zeker van, dat de agitatie zal ophoudenals de agitateurs stil zitten. Dat zullen ze nu evenwel niet, omdat het hun belang niet is. Wij meenen het te mogen op maken o. a. uit de redevoeringen van den heer van Nispen. Wel verzekerde deze, dat het bis schoppelijk mandement geene politieke strek king heeft, maar als hij daarbij voegde, dat men niet langer berusten kan in de wijze waarop het onderwijs wordt gegeven, dan lag daarin toch opgesloten een voorgenomen verzet, tegen de wetten des lands Jen tegen elk ministerie dat deze wil handhaven. Nu wij toch van de redevoering van den heer van Nispen spreken, laten wij niet onopgemerkt, dat deze afgevaardigde beweerde, dat onder de werking van deze wet geen rustig en ordelijk geslacht kan worden gevormd, zooals men dat noodig heeft om in een land orde te bewaren. Nog nimmer hebben wij eenig spoor gezien, dat de tegenwoordige wet wanordelijke of onrustige burgers kweekte, wij durven ook gelooven, dat ontwikkelend onderwijs juist het eenige middel is om orde en rust te bewaren. En wie ons daar in zou willen tegen spreken, vragen wij of niet de gebeurtenissen in Spanje, waar zeker niet te veel voor het onderwijs wordt gedaan het bewijs geven, dat zulke ononderwezen burgers ook al EEN PROEFJE YAN DE KOOLMARKT. Het taal- en letterkundig congres, onlangs te 'sHage gehoudenwas bij het publiek al lang vergeten voor nog sommige congresleden vermoeid van feest vieren te huis gekomen hunne koffers hadden uitgepakt. Er was misschien vooraf te veel over gesproken om er een indruk van te verwachten, die lang daarna kon blijven. Men gevoelde zich ook niet bijzonder opgewekt, om onderzoek te doen naar de belangrijke oogenblikken die 't congresleven in 1868 heeft opgeleverd, sedert dr. ran Vlotende vereeniging van zoo vele taalmannen en letterkundi gen eene koolmarkt heeft genoemd. Wij zouden het echter bejammeren wanneer het daardoor onopgemerkt bleef, dat er op die markt producten voorhanden waren die niet alleen verdienden daar aan den man te worden gebragt, maar die ook na den marktdag nog wel eens mogen worden aangeboden omdat ze een kostelijk voedsel opleveren al moge het voor sommige magen aanvankelijk wat hard en onverteerbaar zijn. Wij hebben daarbij het oog op de Voordrachten van dr. van Vlotendie kennelijk zich voorgenomen had geen kool te verkoopen en die de eer van het congres niet het minst heeft opgehouden zoowel door hetgeen hij daar sprak als door hetgeen hij zou gesproken hebben als hem nogmaals het woord ware gegund. 'tWas daarom eene goede gedachte van hem, om die Voordrachten met eene toelichtende inleiding aan de algemeene markt te brengen en ze niet te begraven in een verslag dat misschien eerst over een jaar het licht zietom aanstonds in het stikdonker der vergetelheid overtegaan. Wie eene waarlijk stichtelijke lectuur verlangtkunnen wij met gerustheid aanbevelen het kleine bo'.kske, te Haarlem bij E. L. van München uitgegeven waarin de Voordracht van dr, van Vloten over de ziektegeschiedenis van het Nederlandsche woordenboek die wij hoorden, en die over Noord-Nederlandsche karakterfeilen die wij niet hooren mogten schoon daartoe gelegenheid genoeg geweest zou zijn indien men niet met afwijking van het uitgegeven pro- gramme de orde der spreekbeurten veranderd of bet woord gegeven had aan sprekers, die uit de lucht kwamen vallen en daarom zeker de prioriteit kre gen al hadden ze weinig anders te vertellen dan wat aardigheden, die elders beter geplaatstnu den naam van koolmarkt volkomen regtvaardigden. Men moge zeggen dat de pen van dr. van Vloten wel eens wat scherp ge punt is en dat hij in het openbaar zegt en schrijft, wat anderen, zeer hoffelijk sprekende, denken of slechts en petit comité durven uiten; elk mensch heeft zoo zijne eigenaardigheid waaraan men, al is het niet altijd pleizierig, plaats dient te geven, maar niemand zal ontkennen, dat dr. van Vloten in zijne ziektegeschiedenis van het woordenboek den vinger op de wonde heeft gelegd en voor het minst, dat hij een deugdelijk geneesmiddel heeft aangewezen. Er moeten meerdere medearbeiders zijn en er dient eene andere overeenkomst met uitgevers gesloten. Daarop komt in hoofdzaak zijn geneesmiddel neder. Het is daarom wel jammer, dat het congres alle betrekking tot het woordenboek zoo onbarmhartig heeft afgebroken, even als de ouders, die het kind dat niet deugen wileenvoudig aan zijn lot overlaten. Het congres dat het initiatief nam had zijn regt moeten handhaven om een wakend oog te houden en van tijd tot tijd eens een hartig woordje te spreken, om de arbeiders aantesporen en voort te duwen. Er is iets geniepigs in, dat men onder de congresvlag inteekenaren heeft geloktom ze daarna aan de genade van uitgevers overtelaten en de vlag in te halen. Het geldt hier een nationaal belang. Wat beteekent toch al dat fraaije gepraat over de taal, die gansch het volk isals men de middelen onthoudt om haar regt te kennen, 'tis eene ware bespotting van eigen pogen, als men met onverschilligheid de vruchten daarvan afwacht en er zich niet om bekreunt, of die na 24 of na 64 jaren worden ingezameld. Daarenboven het stereotype langzaam vooruit raakt uit de mode en dr. van Vloten begreep zijn tijd zeer goedals hij een hartig woord sprak om te doen zien, dat men wacht. En wachten is den meesten verdrietig. Om alle die redeneu hopen wij dat men van Vlotens Voordracht lezen zal en den inhoud daarvan voortzeggen misschien dat eene door de publieke opinie luid geslaakte zucht meer voortstuwende kracht heeftdan al de wenschendie op een congres kunnen worden uitgesproken. Aan dr. van Vloten mag zeker de lof niet onthouden worden dat hij twee onderwerpen aan de orde stelde op het congres, die van algemeen en actueel belang

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 1