1868. V. 73. DINGSDAG 33 SEPTEMBER. 55»" Jaargang. -«^frf*£5pS^B-9>9-455»- GOESSCHE <:»l l!t NT. De oltgave de*er t onrunt geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen- Pr|Js per kwnrtaal 1,95. fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentiEu worden a IS et. de regel geplaatst, tieboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels a ƒ1,80 i behalve het zegelregt. De inzending ran adrerlenltën kan geschieden lol vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave BoltondLmalsJLnson. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van GOES, brengen ter kennis der belanghebbenden dat debij art. 9 van het plan eener geldleening van ƒ44,000,00 ten laste van deze gemeente, vast gesteld door den gemeenteraadden 12 Éebruarij 1866, bepaalde en bij bekendmaking van den 12 dezer aan gekondigde |openbare uitloting van twee aandeelen in die geldleening, op heden ten raadhuize heeft plaats gehad, en daarbij zijn uitgeloot de nommers 59 en 75. Welke uitgeloten obligatiën tegen overgifte van dezelvein de maand Januarij eerstkomende, ten kan tore van den gemeente-ontvanger zullen worden afgelost. En zal aan deze op de gewone wijze publiciteit gegeven worden. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 19 Septem ber 1868. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De secretaris H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES, gezien hebbende het schriftelijk verzoek, gedaan door B. Jnnse dl C. Duvekut handelaren in steen kolen wonende binnen deze gemeente om de bij hen in gebruik verkregen pakhuizen, staande te Goes van eerstgenoemden aan de Blaauwe Steen, wijk B no. 20, kadastraal sectie D no. 466 en van laatstgemelden in de Molenstraat wijk D no. 167 kadastraal sectie D No. 615, te mogen gebruiken tot bergplaats van steenkolen Gelet op het koninklijk besluit van den 31 Janu arij 1824, (Staatsblad no. 19,) mitsgaders op het be sluit van heeren Gedep. Staten dezer provincie, van den 7 October 1842, no. 17, (Provinciaal blad no. 98.) Overwegende dat tot het opmaken van proces-verbaal de commodo et incommodo gevorderd bij art. 4 van welgemeld koninklijk besluit, de eigenaars en bewoners der naastgelegene panden in hunne belangen moeten worden gehoord en dat het tevens nuttig kan zijn, om een ieder in de gelegenheid te stellen zijne bezwaren aan het gemeente-bestuur kenbaar te maken. Brengen bij deze ter kennis van een ieder die daarbij belang kan hebben, dat de adressanten benevens de eige naren, bewoners en gebruikers 'der nabij gelegene eigen dommen zijn opgeroepen om op Zaturdag den 26 dezer des namiddags ten een ure, voor burgemeester en wet houders in hunne gewone vergaderkamer, ten raadhuize te verschijnen ten einde ter zake voorschreve in hun be lang te worden gehoord en dat te gelijkertijd aan een ieder die zulks mogt verlangen, de gelegenheid zal ge geven worden óm zijne bezwaren daartegen optegeven, ten einde in het proces-verbaal vermeld te worden. En zal hieraan door insertie in de Goessche Courant publiciteit gegeven worden. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 18 Sept. 1868. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, H. C. PILAAR. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES doen te weten: dat door den raad dier gemeente, in zijne verga dering van den 2den September 1868, is vastgesteld het navolgende: De gemeenteraad van Goes, besluit: onderstaande ampliatien en wijzigingen te brengen in het regle ment op het brandwezen in de gemeente Goes, vast gesteld den 27 Augustus 1855, gewijzigd den 16 Junij 1859. Na art, 14, te brengen de navolgende 7 nieuwe artikelen. Art. 16. Ongezuiverde petroleum en naphtamo gen in deze gemeente niet worden aangevoerd, ver voerd, bewaard of verkocht, zonder verlof der policie. Art. 16. Ingevolge de koninklijke besluiten van 31 Januarij 1824, (staatsblad n°. 19), van 29 April 1864, (staatsblad n«. 39) en van 22 Mei 1868, (staats blad n°. 69), is het verboden bewaarplaatsen te ma ken of te veranderen voor petroleum, petroleum-essenz (petroleum-aether, petroleum naphta,) gas-olij, turf- olijphotageen, (mineraal olij, hijdrocarbuur,) solar-olij en andere dergelijke vlugtigetot verlichting geschikte vloeistoffen, zonder schriftelijke vergunning van bur gemeester en wethouders. De aan die vergunning te verbinden voorwaarden moeten stiptelijk worden nagekomen. Als bewaarplaats van petroleum wordt aangemerkt elk gebouw of werkplaats, waarin eene hoeveelheid van meer dan twintig kannen aanwezig is. Als bewaarplaats der overige genoemde vloeistoffen elk gebouw of werkplaats, waarin van deze eene hoe veelheid van meer dan tien kannen aanwezig is. Art. 17. Binnen veertien dagen na de afkondi ging dezer gewijzigde verordening, zjjn de verkoopers en de houders van bewaarplaatsen der in het vorig artikel vermelde vloeistoffen, welke ten tijde van of na het in werking treden van het koninklijk besluit van den 29 April 1864, (staatsblad n°. 39) en van 22 Mei 1868, (staatsblad n". 69), reeds bestonden, verpligt aan burgemeester en wethouders van dit be staan schriftelijk kennis te gevenmet juiste en vol ledige opgaaf van de ligging en inrigting der be waarplaatsen en van de wijze waarop die vloeistoffen aldaar worden bewaard. Art. 18. De neringdoenden in petroleum mogen daarvan in hunnen winkel geen grooteren voorraad hebben dan van twintig kannen en van de andere vloeistoffen dan van tien kannen en niet anders dan in oorspronkelijk fustof in blikken, zinken, koperen of ijzeren kannen of bussen geborgen. Art. 19. Het is verboden in de bewaarplaatsen a. Gazleiding te hebben. b. Vuur te stoken of te hebben. e. Tabak of cigaren te rooken. d. Licht te branden. De bewaarplaatsen moeten in dier voege zijn in- gerigt, dat steeds eene onbelemmerde doorstrooming van versche lucht kunne plaats hebben. Art. 20. Voornoemde vloeistoffen mogen in de bebouwde kom dezer gemeente bij geene grootere hoe veelheid dan van 500 kannen worden gelost en vervoerd, zonder vooraf gedane kennisgeving aan de policie wier bevelen daarbij stiptelijk moeten worden opgevolgd. Het lossen en vervoeren van ondigte fusten of fles- schen is verboden. Art. 21. In geen geval zullen de met voornoemde vloeistoffen gevulde fusten of flesschen op de kade of de straten langer mogen worden nedergelegd, dan tot lossing, lading, vervoer of berging onvermijdelijk noodig is. Art. 15 van het reglement wordt art. 22 16 17 18 19 20 21 23. 24. 25. 26. 27. 28. Art. 29. nieuw. Bij gazaanleg, mag de hoofd kraan niet hooger dan vijf-en-twintig duim boven of buiten den grond worden geplaatst. Art. 22 van het reglement wordt art. 30. n n u u 31. ii n 32. De laatste alinea wordt gelezen in plaats van drie honderd zestig, drie honderd tachtig manschappen. Art. 25 van het reglement wordt art. 33. 2°. In plaats van 18 en 60, te lezen, tusschen de 30 en 45 jaar oud. Art. 26 van het reglement wordt art. 34. n 27 a a n a a 35. Aldus te lezen: De loting geschiedt in het openbaar, ten overstaan van burgemeester en wethouders. 1°. Over de mannelijke ingezetenen van 3040 jaar. 2 a a a a u 40—45 a Nadere voorschriften enz. Art. 28 van het reglement wordt art. 36. Dit artikel aldus te lezen Van de diensten bij de brandweer worden vrijgesteld: a. De leden van den gemeenteraad, de secretaris, de gemeente ontvangerde ambtenaren ter secre tarie en de boden. b. Alle rijks-ambtenaren die door hunne betrekking bij het ontstaan van brand, andere pligten in het algemeen belang, hebben te vervullen. c. De leeraars der godsdienstige gezindheden. d. De leeraars bij de hoogere burgerschool en bur geravondschool en de onderwijzers der jeugd. e. De commissaris en agenten van policie. De bouwmeester der gemeente en de opzigter dei- gemeentewerken. g. De klokluiders. h. Zij die volgens de vroegere verordening van de dienst bij de brandweer zijn ontslagen. i. Zij die door ziekelijke gesteldheid of gebreken, voor de dienst bij de brandweer ongeschikt zijn, volgens verklaring van den geneesheer of heelmees ter af te geven. k. De vader in het weeshuis. I. De vader en de suppoosten in het gasthuis. m. De beambten aan den spoorweg. n. De directeur en het vast personeel bij de gaz- fabriek. Vervolg hierna.) Onlangs wezen wij er op, dat het Hasselman- sche kabinet had kunnen goedvinden, gelden uit 'slands schatkist te bestemmen tot een doel, waarvoor zij moeijelijk wettig waren aantewijzen toen men den nieuwen redakteur van den Java Bode, den heer Busken Huët, vrijen overtogt en nog wel op de duurste manier, naar Java gaf. Sedert heeft men die zaak zoeken op te hel deren, door te verzekeren, dat de heer B. H. dit voorregt genoten had, omdat hem eene speciale commissie in 's lands belang was opgedragen. Die verzekering werd gegeven door het orgaan van het afgetreden kabinet, dat daarmede meen de de zaak volledig en tot aller bevrediging toe gelicht te hebben als of zij er niet nog veel raadselachtiger en erger door geworden was. Want die verzekering is in lijnregten strijd met hetgeen B. H. in den Javabode schreef, of men zou moeten aannemen, dat de commissie in 's lands belang zoo geheim is, dat de gecommit teerde meende liever onbeschaamd te moeten liegen, dan iets te laten big ken van hetgeen werkelijk gebeurd was. Wij willen de vraag niet stellenof het naar het oordeel van den minister Ilasselman ook in 's lands belang kon zijn, dat er een redacteur naar Indie gezonden werd die voor geld en goede woorden op zich nam, om de Hasselman-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 1