1868. N°. >64.
VRIJDAG 31 AUGUSTUS.
55"e Jaargang.
BEKENDMAKING.
gemeente, over het dienstjaar 1867 aan den ge
meente-raad overgelegd en voor een ieder ter se
cretarie der gemeente ter lezing gelegd isterwijl
afschrift daarvan tegen betaling der kosten, aldaar
verkrijgbaar wordt gesteld Alles ter voldoening aan
het bepaalde bij art. 219 der gemeentewet.
Bi N^NLANDSCÏÏi^BERI GTEn7
«ögfc- A i "C2J3-
I.OISSCIIi; III BAM.
De uitgave decer Courant geseliledt Maandag en
Donderdag avonduitgezonderd op feestdagen
PrUs per kwartaal 1,85. fr. p. p. ƒ1,90.
Gewone advertentiën worden 15 et. de regel geplaolst.
Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-8 regels
a ƒ1,20, behalve het zegelregt.
De inzending ran advertentiën kan geschieden tot róór drie uren des namiddags op den dag der uitgave
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
doen te weten:
Dat de Rekening' en Verantwoording
van de Inkomsten en Uitgaven dezer
En opdat zulks algemeeD bekend zij, zal deze
worden afgekondigd en aangeplakt, mitsgaders ge
plaatst in de Goessc/ie Courant.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 20 Augustus 1868.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN,
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
■bssmmi.SU.1. jibmu1 Uil?-U I
De partij in ons land, die zich ten doel
gesteld heeft, om elke vrijzinnige regering te
bestrijdenis gewoon hoog op te geven van
haren eerbied en liefde voor den koning en
ziet doorgaans, in iedere handeling harer te
genstanders eene aanranding van het konink
lijk prerogatief.
Waar het eehter in hare kraam te pas komt
ontziet zij zich niet, om den koning wetten
voorteschrijven, en op het enkel gerucht van
mogelijke handelingen, een afkeurend oordeel
uitlokken over dadendie als gevolgen van het
koninklijk regt buiten die beoordeeling moes
ten blijven.
Wij hebben het oog op de breede vertoogen,
die nu reeds gegeven worden tegen eene mo
gelijke benoeming van eeneu commissaris des
konings in eene onzer gewesten.
Daargelaten of niet het gansche gerucht een
verzinsel isuitgedacht en uitgestrooidom
strijd te voeren en een geacht persoon in zij
nen goeden naam te kunnen bekladdeniets
wat thans aan de orde schijntnn men geene
regerings handelingen kan beoordeelen en
veroordeelen
Daargelaten, dat het vrij dwaas is, om ko
lommen vol te schrijven met beschouwingen
over eene zaak, die nog geheel en al in de
verbeelding van hem, die er tegen kampt, be
staat; meenen wijdat het eene laakbare po
ging is van de vijanden der regering, om in
vloed nitteoefenen op 's konings handelingen
en besluiten; dat wij hier te doen hebben met
inbreuk op het regt aan den koning gewaar
borgd, een inbreuk, die met geene protestatien
van liefde voor den vorst vergoelijkt wordt.
Het staat natuurlijk iederen burger vrijom
meerdere of mindere ingenomenheid uittespre-
kenmet de benoemingendie volgens 's ko
nings keuze geschiedenbet kan evenmin misbil-
lijkt worden, wanneer het al of niet wensehe-
ljjke van eventueele benoemingen besproken
wordt; maar het kan nooit eenigen regtmati-
gen grond hebben, wanneer men die benoe
mingen beoordeelt op eene wijze, waardoor
's koning wijsheid in twijfel getrokken of 's ko
ning welgezindheid verdacht gemaakt wordt; wan
neer men de mannen door den koning benoemd
of te benoemen in een licht plaatstwaardoor
de vorst zelf beleedigd wordtwanneer men
eene pressie zoekt uitteoefenendie eigenlijk
alleen het gevolg van partyzucht is.
Zulke haudeliugenal worden zij ook be
dekt met een bedrieglijk waas, worden door
alle weidenkenden afgekeurd en doen het pu
bliek duidelijk zien, dat onze koning geen ge
vaarlijker vijanden heeft, dan de gewaande
voorstanders van Oranje en het koningschap,
die den vorst in zijne handelingen willen belem
meren en hem tot eene partijganger maken.
GOES, 20 Augustus 1868.
Aan de N. Groninger Courant wordt uit den
Haag geschrevenHet is misschien niet kwaad,
dat de zoogenaamde brieven historie, juist door
het orgaan van het afgetreden ministerie we
derom ter sprake is gebragt. Naar onze in-
formatien is, bij de discussien in November en
April, over het hoofdstuk buitenlandsche zaken
de sluijer niet geheel opgeheven en de waar
heidsliefde van den gevierden graaf van Zuijlen
den redder van den Enropeschen vrede, nog
niet genoeg ter toetse gebragt, toen hij de
gewigtigste beschuldigingen tegen een vroeger
kabinet en speciaal tegen den afwezigen oud
minister Cremers in het midden bragt. Er
moeten brieven van den graaf van Bylandt be
staan (behalve de particuliere informatiendie
de heer Geertsema heeft overgelegd) die den
heer van Zuijlen, toen hij de beschuldigingen
uitte, bekend waren en welke een geheel ander
lieht over onze toenmalige verhouding tot de
Pruisische regering wierpenals de heer van
Zuijlen tot eigen lof en zelfverheffing wilde
doen voorkomen en die derhalve het onverant
woordelijke der beschuldigingen, waartegen het
eer- en regtsgevoel van den heer Geertsema op
kwamen, nog meer laten uitkomen. Het is de
vraag, of bij de aanstaande begrootingjdaar-
omtrent eenige inlichting zal worden verzocht
of gegevenmaar voor hetgeen hieromtrent in
diplomatieke kringen verhaald wordt en nu het
Haagsch orgaan de brieven geschiedenis weder
om ophaalt, om eerlijke mannen te bezwadde
ren en zelfs 's konings vrije keuze bij voorbaat
verdacht maken, ware het welligt zaak, dat
voor goed werd opgeheven het dubbelzinnig
waasdat de conservatieven nog altoos over
de handelingen van het ministerie, dat einde
Mei 1866 aftrad, uitspreiden."
Met 1 September a. s. worden rijks-telegraaf
kantoren met bepérkte dagdienst geopend te
Breskens en Oostburg.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
het model gewijzigd van de sterftelijsten, door
de gemeente-besturen op te maken en voorge
schreven dat, ingeval van meer dan gewone
sterftewekelijks een staat van overledenen aan
den inspecteur van het geneeskundig staatstoe-
zigt moet worden toegezondenmaar niettemin
maandelijks aan de commissarissen des konings.
Aan de inspecteurs is voorgeschreven om jaar
lijks de gemeentelijsten na gemaakt gebruik
uiterlijk vóór '15 Februari) aan den commissaris
des konings op te zenden.)
De Haagsche correspondent van de Groninger
Courant meent zeker te weten, dat de Minister
van Finantien met het plan zwanger gaat, om
een laag uniform-zégel vooralle dag en week
bladen voor te stellen.
De postverdragen met Zweden en Zwitser
land treden met 1 September in werking. Het
postverdrag tusschen Nederland en den Noord-
duitschen Bonddat op het punt staat te Ber
lijn gesloten te worden zal ook nog in den
loop van dit jaar in werking treden. Men ver
neemt dat daarbij is gestipuleerddat alle
brieven uit Nederland voor geheel Duitschland
en Oostenrijk tegen 10 cents kunnen gefran
keerd worden, met vermindering voor de grens-
rayons (30 kilometers). Het port van oflge-
frankeerde brieven zal 20 cents bedragen, alles
naar den maatstaf van 15 wigtjes.
Z. M. heeft verleend: 1". de bronzen medaille
benevens een loffelijk getuigsch. aan F. Schweig-
hard, kwartierm., en een loffelijk getuigsch. aan
de sloepr. G. Andrée, W. van de Velde, M. van
PeltC. L. Bos en J. Barendrecht, allen behoo-
rende tot de klaringspost te Bath, wegens het
redden der bemanning van een aldaar gezonken
Belgischschip, in denavond van 1 December 1867.
De minister van binnenlandsche zaken heeft
op het bekende adres uit Vlissingen geantwoord,
dat met de spoorweg-werken op Walcheren allen
mogelijken spoed zal gemaakt worden en dat vele
werken nog dit jaar zullen worden aanbesteed.
Uit N.-Beveland berigt men: De tiendverpach-
tingen in N.-Beveland hebben, met inbegrip der
10 pet., (doch zonder de blokgelden) opgebragt,
in 1868/49627,71, tegen 47820,41 in 1867.
Dezer dagen is te Colijnsplaat een hofstedeke
in perceelen verkochtbestaande uit woonhuis,
moestuin, graanschuur, houw- en weilanden,
groot 11 bunders 19 roed., 40 ellenin den
polder Oud-Noord-Bevelandwelke polder
vordert een dijkgeschot van f 14,per bun
der, en heeft dat hofsteedje alstoen opgebragt,
met inbegrip der 12 'A pet. verhooging, (doch
zonder de gereserveerde boomen en vruchten te
velde) eene som van 18781,87.