1888. N°. 63. D1NGSDAG 18 AUGUSTUS. 55!le Jaargang. r iss^- 4.1?^/1?'- A» -455»- GOESSOHE <01 RAM. De uitgave demer Courant geaehledt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Pr(J» per kwartaal 1,35. fr. p. p. ƒ1,90. "i Gewone advertentien worden a 16 et. de regel geplaatst- Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels a ƒ1,30 behalve het zegelregt. De Inzending van advertentttn kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Bols.eiid.mal5 lng. DE BURGEMEESTER VAN GOES, brengt bij deze ter kennis van een ieder die het aangaat Dat het suppletoir kohier van het PERSONEEL no. *2 voor deze gemeente, over het dienstjaar 1868 1869, bekleed met alle formaliteiten bij de wet ge vorderd op heden ter invordering is gesteld in handen van den ontvanger dier belastingen binnen deze gemeente. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 15 Augus tus 1868. De Burgemeester voornoend, M. P. BLAAUBEEN, Belsondma ls.ing. DE BURGEMEESTER van GOES, maakt bekend: Dat, ter voldoening aan art. 36 der wet van den 29 Maart 1833 (Staatsblad n". 4) de lijsten der schat tingen en tellingen der PERSONELE BELASTING in deze gemeente, over het dienstjaar 18681869 van den Heer Controleur der directe belastingen in gekomen en ter secretarie zijn nedergelegd; en dat ieder belastingschuldige daarvanvoor zooveel hem aangaat, inzage zal mogen nemen of tegen betaling van tien cents, een uittreksel kan bekomen. En opdat niemand deswege onwetenbeid voor wende, zal deze op gebruikelijke wijze worden pu bliek gemaakt. Gedaan te Goes den 15 Augustus 1868. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. Toenvoor eenige dagende koninklijke be sluiten verschenen, waarbij de ministeriën voor eeredienst werden opgeheven, heeft men daar uit terstond aanleiding ontleend, om het te genwoordige kabinet van beginselloosheid te beschuldigen, terwijl anderen daarin eene min voorzigtige handelwijze zagen, te meer daar het hier slechts eene verandering geldt van den vorm. Wij meenen in die opheffing daarentegen een bewijs te zien van de beginselvastheid van den heer van Bosse, die onder een vroeger ministerie medewerkteom door die opheffing langzaam te geraken tot de gewenschte schei ding van kerk en staat. Beginselloos zou het geweest zijn en men had zeker niet nagela ten daarop te wijzen wanneer de minister nu had laten voortduren, wat hem vroeger on raadzaam scheen en wat daarna weder door zijne politieke tegenstanders werd bestendigd. De mi nister doet, gerugsteund door zijne ambtgenoo- ten, niet anders dan het bewijs geven, dat zijne overtuiging op dit punt wel gegrond is en moest hij daarom weder doen verdwijnenwat pas in het leven was geroepen men kan en mag hem niet euvel duiden, dat hij overeenkomstig die overtuiging handelt en zich zeiven gelijk blijft. Wil men daartegen aanmerken dat door zooda nig vasthouden aan een beginsel, het kabinet den koning verpligt, om telkens op zijne be sluiten terug te komen en heden onnoodig te verklaren, wat kort geleden nog noodzakelijk werd geacht, men erkenne dan ook, dat niet dit ministerie daarvan de schuld draagtmaar wel het afgetreden kabinet Heemskerk. Dat toch liet de koning een besluit nemen, waarin gronden ontwikkeld werdengeheel tegenstrij dig met diewaarop vroeger bjj de intrekking was gewezen. De terugkeer tot vroeger uit gesproken overtuigingdoet slechts te sterker uitkomen dat men om welke reden dan ook den koning in strijd met zich zeiven heeft ge bragt. En kan men, in ons constitutioneel land, aan den vorst daarover geen verwijten doen, men kan nog veel minder dit ministerie begin selloos noemenomdat het zijn beginsel con sequent doorvoert. Wat eindeljjk het bezwaar aangaatdat fei telijk toch de zaak voortduurt, slechts onder anderen naam men vergete nietdat het, om tot eene gewenschte scheiding te gerakenzeker niet de weg zou zijn dë "ministers te laten bestaan en dat eene geleidelijke overgang, wel op deze wijze moet beginnen. En ,is het waar heid, dat slechts onder anderen naam dezelfde toestand bestaat, dan kunnen de vrienden van het vorige ministerie zich waarlijk zoo niet beklagen. Uit alles blijkt, dat men ook nu weder naar een oorlogswapen heeft gezocht en dat het meer te doen is, om het kabinet te bemoeije- lijken, dan om het belang van staat en kerk. B1NNENLANDSCHE BERICTEN. GOES, 17 Augustus 1868. Men deelt ons uit 's Hage mededat alle geruchten omtrent eene eventueele benoeming van eenen minister van buitenlandsche zaken en de daarop gegronde redeneringen van allen grond ontbloot zijn. Zoowel deze als andere aanstaande belangrijke benoemingen, wachten op 's konings terugkomst. Wat daaromtrent in het Dagblad geschreven wordt, is uit de lucht gegrepen. Men laat eerstdoor de tweede of derde handin een of andtr liberaal blad geruchten opnemen en schrijft er dan artikelen tegenten einde langs dezen weghet doel te bereikendat geen ander isdan om door allerlei uitstrooisels de regering in een verkeerd daglicht te plaatsen. Wij lezen in de Java Bode o. a.»Met hoe veel warmte het conservatief-reactionair bewind (ministerie Heemskerk) zich de zaak van het on derwijs in Indie heeft aangetrokken, kan daaruit blijken, dat in weerwil der dringende behoefte aan uitbreidinggeene enkele nieuwe school is opgerigt. Het vorige jaar had men zelfs ver geten eene post voor nieuwe scholen op de be grooting uittetrekken, ten gevolge waarvan noch in dat jaarnoch in het Ioopende jaar iets aan de zaak werd gedaan. Intusschen hebben eenige hoofden van plaat selijk bestuur zich de zaak aangetrokken en door oprigting van hulpscbolen als anderzins eeniger- mate in de behoefte voorzien. Zoo werden on langs twee dergelijke hulpscholen in het regent schap Ternang-goeng opgerigt, waar in 8 dagen tijds het getal leerlingen van 45 tot 102 klom. O, gezegend batig slot, »zoo eindigt het ar tikel in de Java Bode" waaromtrent men in Nederland zich zoo gaarne de handen in onschuld wascht en nog steeds beweren blijft, dat het een regtmatig overschot is, nadat in Indie aan alle behoeften naar behooren is voldaan," Bij de tweede kamer der staten-generaal is ingekomeneen ontwerp van wet tot wijziging van hoofdstuk II (Hooge collegien enz.) der staatsbegrooting voor 1867. Het is der rege ring gebleken, dat de op de staatsbegrooting van 1867 toegestane som van 2000 voor de decoratien, de kosten van het stempelen daar onder begrepen, niet toereikend is geweest, om daaruit in de zich voorgedaan hebbende be hoeften te voorzien, zoodat het begrootingsar- tikel metƒ2643 60 is overschreden. Dit ontwerp strekt nu tot regularisatie van deze meerdere uitgaven op het betrokken begroofings-artikel van het dienstjaar 1867. Men meld ons dat het ontwerpdoelde be staande hoogescholen, alle drie laat blijven bestaan. Men vermoedt evenwel, dat van het behoud der drie hoogescholen geene portefeuille- quaestie zal gemaakt wordendoor een minis ter in wiens aard het ligtaan ééne goede hoogeschool de voorkeur te gevenboven drie meer of min middelmatige. Weekblad v. h. Hooger Onderwijs.) De minister van marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat het examen der ad- spiranten voor de betrekking van kadet bij het korps mariniers zal aanvangen op Vrijdag den 4den September aanstaande in een der lokalen op 's rijks werf te Amsterdam. Naar men verneemtbestaat te Tiel het voor nemen, om half September eene réunietedoen plaats hebben van de voormalige jagers van van Dam. Eene commissie heeft zich daartoe gevormd, die uitnoodigingen aan de nog in leven zijnde jagers heeft doen toekomen. De réunie zou met een diné en concert gepaard gaan. Men schrijft uit Utrecht aan het Handelsblad: Reeds meermalen was er sprake van den rang van officier van gezondheid der 3de klasse te doen vervallen zoowel bij de marine als bij het legerten einde den militairen geneesheer de noodige achting en invloed te verzekeren. Men verneemt thans, met vrij veel zekerheid, dat hiertoe bij de marine weldra zal worden overgegaanen dat de officiereu van gezondheid, in het vervolg te benoemenalsdan terstond den rang van 2de klasse zullen verkrijgen. Op het laatst der vorige week had met de dorsch-machine in den Engelschen polder een treurig ongeluk plaats. Zekere Harthoorn, een jongeling van 12 jaren, door zijn oom, die

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 1