1808. N°. 53. VRIJDAG 10 JULIJ. 55ste Jaargang. *Sg& - -ISE»- GOESSOME COURANT. De uitgave «lexer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Pr(js per kwartaal 1,95. fr. p. p. ƒ1,00. te Gewone odvertenttOu worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels a ƒ1,20, behalve het zegelregt. I lie Inzending ran adrerlenliën kan geschieden lol róór drie uren des namiddags op den dag der uitgave »Het tegenwoordige ministerie laat de Indi sche baten los, dat is: het wil het cultuurstel sel vernietigen om Nederland hooger belastin gen opteleggen." Zoo luidde de beschuldiging vroeger steeds tegen de liberale partij in het algemeen inge- bragtthans als oorlogswerktuig aangewend om Zijner Majesteits regering bij het volk in discrediet te brengen. Hoe weinig men zich overigens met de Indi sche zaken en toestanden moge inlaten hoe weinig de groote menigte bekend zij met de gewigtige vragen, die daaromtrent te behandelen zijnwanneer er gesprokén wordt van hoogere belastingen dan spitsen allen de ooren dan wordt het punt aangeroerd, waarvoor allen ge voelig zijn en men meent over Indie en liet cultuurstelsel te kunnen ja te moeten meê praten want het geldt de beurs. Sedert lang is dan ook de vraag niet meer welke zijn de behoeften van Indiewelke de verpligtingen van het moederland maar men heeft de zaak op een ander terrein gebragt en wij hooren daarom schier dagelijks de leer ver kondigen: als de liberalen aan het roer blijven, dan zullen wij niets meer uit Indie trekken en wij'Zullen om onze behoeften te dekken, hoo gere belastingen moeten betalenmaar mogten de conservatieven hun zin krijgen en de zaken besturen, dan zouden de belastingen zelfs kun nen verminderen want dan kwamen er milli- oenen schats meer uit Indie." Op die wijze misleidt men de schare, meest om daardoor zich zeiven den weg tot het gezag te banen, want om het volk gelukkig te maken of billijk omtrent Indie te zijn, daarom.be kommert men zich minder. Het laat zich begrijpen, dat zijwier eenige maatstaf bij het beoordeelen van stelsels en van regeringsdaden deze iswanneer zal ik het minst behoeven te betalen? in blind vertrouwen op de gemoedelijke verzekering van de behouds- mannen, hunne stem mede verheffen en roepen weg met de sloopers en met de sloopers-politiek. In de laatste dagen is die stem weder luider vernomen en wordt zij krachtig door het anti- mmisterieel-orgaan opgewekt. De reden daar voor ligt voor de hand. Men ziet, dat de rege ring niet zoo verfoeid wordt, als men gewenscht had men vreest dat zij bestendiger zijn zal dan de oppositie, die weder aan het gezag wil komen, verwachtte en waar het. aan degelijke gronden ontbreekt, om die regering te bestrijden, wordt een oud wapentuig weder voor den dag gehaald, opgepoetst en gescherpt en den volke verkondigt: als dit ministerie blijft, dan zult gij zeker meerdere belastingen moeten opbrengen. Dat zou niet behoeven als men Indie maar liet bloeden en het ligt dus in den aard der zaak dat. zij de grootste weldoeners van Nederland zijn, die zooveel uit Indie weten te halen dat men hier de lasten verminderen kan. Tegenover de schoone redenen, waarop men telkens terug komt, staan anderen, die men zorg vuldig verborgen houdt. Het is noodig daarop te wijzen en voor het volk duidelijk te maken, welke de eigenlijke stand der zaken is. De baten uit Indie zijn afgenomen omdat de Indische maatschappij meerdere behoeften heeft. Die meerdere behoefte zijn niet alleen het ge volg van de uitbreiding dier maatschappij, maar van hare voortgaande ontwikkeling, van eenen vooruitgang, die men steeds als wenschelijk voorgesteld heeft. Nu zal het toch wel billijk zijn, dat wat Indie oplevert, in de eerste plaats aangewend worde, om Indie zelve te helpen, gelijk het even billijk is, dat daaruit eene vergoeding gegeven worde aan den staat, die zich opoffering en inspanning getroost, om Indie voort te helpen en te verschaf fen., wat zelfs de rijkste natuur niet geven kan. Maar als nu, tengevolge' van die hulp, Indie langzamerhand meer zich zelve helpen kan, dan is het ook natuurlijk, dat het meer gebruikt tot versterking van eigen kracht en minder afstaat aan hen, van wie men minder behoeft te eischen. Nederland of laat ons liever zeggen vele Nederlanders zien dat voorbij, verlekkerd op die millioenen, die ons in staat stelden groote wer ken uit te voeren, zonder dat de schatkist het gevoelde zonder dat de natie daarvoor eenig offer bragt. De veranderde toestand wordt een voudig geignoreerd, om de oude voordeelen te blijven genieten, waarbij tevens volstrekt ver geten wordt, dat zoo men voortgaat slechts op eigen belang bedacht te zijn, zonder aan Indie's behoefte regt te laten wedervaren, de tijd mis schien niet meer verre is, waarin Indie niets meer vragen, maar ook niets meer geven zal. Het is niet te ontkennendat als men van dien boom, zoo vol geladen niet meer de volle korven schudden kan Nederland door eigen krachten zal moeten voorzien, in de behoefte tot het aanleggen en uitvoeren van groote wer ken. Zijn die werken in het algemeen belang, dan mag men daarvoor ook geene lasten ont zien en die lasten kunnen niet drukken, wau- neer zij opgelegd worden, om daardoor voor deelen te verkrijgen. Zijn daarentegen die groote werken slechts behoefte der weelde of gaan zij boven onze krachten, dan moeten ze nagelaten worden. De regering zal in dat geval de natie niet noodeloos bezwaren. Men brengt alzoo twee zaken listig bijeen die eigenlijk niet bij elkander behooren. Het schrikbeeld van nieuwe belastingen wordt voor op gezet, om de regering gehaat te maken, ter wijl men zeer ten onregie er bij voegtzij zouden niet noodig zijn, als men het geld maar uit Indie haalt. Dat geld halen uit Indie, kan echter, bij toeneming van Indische behoeften, slechts ge schieden door de lasten daar te verzwaren. Men verplaatst ze dus, alleen om eigen schouders te ontlasten en verzwijgt daarenboven dat de las ten daar niet maar drukken op de beurs, dat zij daar ten laste komen van physieke en mo- reele krachten. De Javaan moet harder wer ken om ons te verligten, hem moet worden afgeperst wat hier zorgeloos kan doen leven. Er is bij dat alles nog een ander argument, dat tegen de zoogenaamde sloopers partij en bij gevolg ook tegen de regering wordt inge- bragt. Men wilzoo heet het, de voordeelen in handen spelen van particulieren en dus ten hun nen voordeele de schatkist berooven. Het is waar, dat men de ontwikkeling der particuliere nijverheid bevorderen wil, dat men het dwaas en verkeerd acht, om de regering eene kruideniers affaire te laten drijven, maar het is ook waar, dat uitbreiding der particu liere nijverheid, gepaard met een welgeordend stelsel van opbrengst 'aan de schakistniet ten nadeele van deze laatste zal zijn, daargelaten het meer redelijkebillijke en natuurlijke van dergelijke inrigting. Dit wordt zorgvuldig ver zwegen En men zie niet voorbijdat de bestrijders dier particuliere industrie, die het cultuurstelselmet al den aankleeve van dien, in stand willen houden, de particuliere belan gen toch waarlijk niet vergeten. Volgens hun stelsel zal een heirleger van ambtenaren voor onze schatkist moeten strijden en de geschie denis is daar, om te bewijzendat het bestaan en het werk van dezen niet altijd tot zuiver voordeel van de schatkist was. 't Is zeker ge makkelijker, om zich schatten te laten toevloei- jen, dan om die door aanhoudende krachts inspanning te verwerven. Voor het minst rijst hier het vermoedendat het geen zuiver natio naal belang is, dat de vrome behouders drijft. Voor men dus de regering veroordeele over hetgeen zij nog niet gedaan heeft, mag men wel eens overwegen of de gronden waarop men haar verdacht zoekt te makenden toets kun nen doorstaan. Er is nog geen sprake van nieuwe belas tingen en het .bang maken daarvoor kan niet anders zijn, dan een deloijaal middel van op positie tegen 's konings ministers. Indien er al noodz&kelijkheid voor ontstaat dan zal het zijnom te voorzien in behoef ten die het gevolg van eigen ontwikkeling zijn en er zou dus niets onbillijks in zijn, daartoe overtegaan. Iedere regering zou daar toe verpligt zijn. Het steunen op Indieom ons zeiven ^^ïel-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 1