W&W
1808. .Y'. 49.
D1NGSDAG 3» JUIN IJ.
55'" Jaargang.
B E R I C T.
Ten eir de ons personeel in de gele
genheid te s'ellen, om ook aan de feeste
lijkheden bij de opening van den spoor
weg deeltenernea zal de GOE~>aCH
COURANT een dag later worden uitge
geven.
Tot Vrijdag middag is het bureau
geopend tot opneming van adverten-
tien, enz.
SCHUTTERIJ.
PUBLICATIE.
BINNENLANDSCHE BERICTEIM.~
■mrrj9 h 43&»—
GOESSCHE COERAIT.
De uitgave deier Courant geschiedt Haandag en
donderdag avond, nltgexonderd op reeetdagen-
l"(|ji per kwartaal J 1,95. fr. p. p. J'l,»0.
Gewone advertentlCn worden k Ift et. de regel geplaaftl.
Geboorte-, hnwelflks- en doodberlgtea van 14 regels
i i
a f l,|0behalve het «egelregt.
-JU f
Oe intending van adverlenflln kan gesehleden lot róór drie uren des namiddags op den dag der uitgave
JBelsend. u? als ing;.
BURGEMEKSTER en WETHOUDERS van GOES,
maken bekend
dat uilhoofde van de opening van den spoorweg-
op den 1 Julij 1808, de Schouwing over de
Buurtwegen, Waterleidingen enz., welke
bij publicatie van den 30 Met II tegen dien dag is
aangekondigd, zal worden gehouden W OENSDAG DEN
29 JULIJ 1X08.
Goes, den 27 Junij 18G8.
Bingemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. lïLAAl'UEEN,
De Secretaris,
H G PILAAR.
BURGEMEESTER £n WETHOUDERS van GOES,
Brengen bij deze ter kennis van een iedev die het
aangaat:
dat rte commissie tot onderzoek der reden van j
vrijstelling en uitsluiting van de schutterlijke dienst
voor dit jaar, inaerolge art. 15 der wet op de schut
terij, van den llden April 1827 zamenuesteldhare
zitting zal houden ten raadhnize dezer stad, op Vrij
dag 10 Julij 1868 des voormiddags ten 11 ure.
Wordende deaenen, welke vermeenen redenen tot vrij
stelling of uitsluiting aar. die commissie te kunnen voor
dragen aandachtig gemaakt op de navolgende bepalingen
van Z. M. besluit van den 28 Jnnij 1828 (Staatsblad
no. 42) (In het olgend nummer degelieeleakondir/ing
De aangevraagde en toegestane IN- j
TRODUCTIE KAARTEN vooit het
DINER, op 1 Julij 1868, in de Sociëteit te!
Goes, bij gelegenheid der opening van den
Spoorweg Bergen-op-ZoomGoeszullen wor
den afgegeven tegen betaling van JiO.per
kaart, ten huize van den Wethouder G. H.
KAKEBEEKE.
Zeker zullen velen met ons met genoegen
kennis hebben genomen van den loop der dis
cussier» naar aarleiding der begrootingswetten,
in de eerste kamer en het kan niet anders dan
een gunstigen indruk makendat daar het
voorbeeld is gegevenom de nieuwe regering
met vertrouwen aan het werk te laten en de
ontwikkeling harer plannen rustig aftewachten.
Men stond daar niet opom het kabinpt te
bestormen met vragen, op eene wijze, die dui
delijk genoeg te kennen gaf', dat het vragen
eene vijandige strekking had en het antwoord,
hoe het zijn rnogt, niet bevredigend zou wor
den verklaard. Men stond daar niet op, om
allerlei hatelijkheden naar het hoofd van vroe
gere of tegenwoordige ministers te slingeren en
het prestige der regering zooveel mogelijk te
ondermijnen.
Er verhieven zich eenige stemmen, die ver
klaarden dat zij ook na de verklaringen der
ministers niet volkomen gerust gesteld waren;
maar dit was natuurlijk, omdat zij, die daarvan
spraken, slechts dan gerust zijn wanneer hunne
beginselen door de regering beleden worden.
Maar zelfs bij hen vernam men niets van dien
sarrenden toon dien men elders als wapen ge
bruikte om hartstogten optewekken, van die
zoogenaamde aardigheden, waarvan armen aan
bewijs zoo dik wij ls gebruik maken, om ten minste
de lagekers op zijde te hebben.
Dat ook in de eerste kamer de begrootings
wetten eenigermate als credietwetten beschouwd
werden, was even natuurlijk. Vrienden en voor
standers der regering zelfs wilden niet verder
gaan. Maar het is wel duidelijk geblekendat
men zoo niet sprakom eenige minachting te
toonendat het veel meer getuigde van de be
dachtzaamheid en welwillendheid der kamer, die
eerst zien en dan oordeelen wil.
Men mag zich dus overtuigd houden dat de
Eerste kamer met de meerderheid der tweede
instemt en wel verre van, zooals het kleine clubje,
terstond pogingen aantewenden, om de regering
omvertewerpen, haar liever helpen en ondersteu
nen wil, om in 's volks belang werkzaam te zijn.
De heer Hartsenwiens beginselen, op politiek
en koloniaal gebied, tamelijk wel bekend zijn,
heeft in de eerste kamer de merkwaardige ver
klaring afgelegddat het hem en zijne geest
verwanten niet te doen is, om Iudie alleen ten
bate van Nederland te exploiteeren. Wij nemen
nota van die verklaring, die zeer zeker instemt
met de leus der liberalenvoor wie steeds die
exploitatie, zooals zij tot hiertoe gedreven werd,
de groote steen des aanstoots is. Wij hechten
nog te meer aan dat woord van den heer Hartsen,
omdat in het orgaan zijner partij, in het zelfde
noinmer, waarin die verzekering van het lid
uit Amsterdam voorkomt, de vraag gesteld wordt
waarom het bestaande stelsel moet worden on-
vergeworpen, in eenen tijd waarin Nederland in
eenen moeijelijkei: finantieelen toestand verkeert?
N'en behoeft waarlijk geen fijn opmerker te zijn,
om in deze vraag den wensch te lezen, dat
men moge voortgaan om Indie zoo productief
mogelijk te maken ten einde hier eiken finan
tieelen last te ontgaan. Waarschijnlijk zal dan
ook het Dagblad niet met den heer Hartsen
instemmen en zou deze zeker wel eene cor
rectie beloopen hebben, indien hij niet tot de
getrouwen behoorde.
Wij willen niet aan eenige dubbelzinnigheid
denken, maar liever er op wijzendat het ge
zond verstand der behoudsmannen somwijlen
op het eenmaal aangenomen stelsel zegeviert.
En wij hopen dat anderen met ons het woord
van den heer Hartsen in gedachten zullen hou
den opdat, wanneer weldra weder de stemmen
zich verheffen, die het aangebeden batig slot
als het eenig plechtanker voor Nederland be
schouwen, men daartegenover stelle, wat een
streng behouder openlijk verkondigd heeft.
Wij meenen er op te moeten wijzen, dat het
beroerende clubje en zijn orgaanin blinde
woede omdat de poging mislukte om dit ka
binet aanstonds te doen vallen, thans zich ten
regel gesteld heeft, om bij elke verzekering, door
de ministers gegeven, die strekken moet om de
zoogenaamde ongerustheid van enkelen weg te
nemeneenvoudig te verklaren, dat dit alles niet
welgemeend is en dat de uitkomst wel wat an
ders zal leeren. Wij laten zulk eene hatelijke
onderstelling voor rekening van hen, die haar
durven uiten maar beklagen de mannen der
oppositie, die geene andere redenen meer kun
nen aanvoeren, om hun standpunt te verdedigen
en nu hare toevlugt nemen tot eene aantijging
die slechts kan uitgaan van hen die gewoon
zijn anders te spreken dan zjj denken.
Maar teregt vraagt menmet welk regt wordt
die onderstelling daar, zoo zonder bewijs ter
neder geschreven. En waar men die vraag on
beantwoord laten moet, stelle de natie zich ge
rust en blijve de daden der regering afwachten.
De uitkomst zal dan wel toonenuit welke
bron eene beschuldiging vloeide, die reeds nu,
met al haar gewigtterug valt op hendie ze
hebben uitgedacht.
GOES, 29 Junij 1868.
Vrijdag heeft de eerste kamer eene zitting
gehouden waarin eerst de ministers van finan-
tien en van koloniën het woord hebben gevoerd,
ter beantwoording van de bedenkingen in het
verslag der kamer opgenomen. Daarna hebben
eenige sprekers het woord gevoerd over de on
derscheidene begrootingswetten, die door de
ministers van de betrokken departementen be
antwoord zijn. Al de begrootings-wetten zijn
met algemeene stemmen aangenomen.
Vrijdag is ook de tweede kamer vergaderd
geweest. De voorzitter stelde voor de discussie
over de wet tot goedkeuring der overeenkomst
tusschen de regering en de maatschappij tot
exploitatie der staats-spoorwegen gesloten, tegen
maandag aan de orde te stellen. De heer Dum-
bar stelde voor die discussie Donderdag te hou
den ten einde de ministers in de gelegenheid
te stellen de opening van den Zeeuwschen-spoor-
weg bijtewonen. Het voorstel van den voorzitter
is met 31 tegen 19 stemmen aangenomen.