1808. N0. 48. VRIJDAG 36 JUNIJ. 55"''' Jaargang. BEKENDMAKING. BINNENLANDSCHE BERICTEN. GOESSC - - C I! 11A X T. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal l,ï5. fr. p. p. ƒ1,90. fei Gewone advertentiün worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-9 regels a ƒ1,30, behalve bet zegelregt. Ue inzending vtin advertentie» kan geschieden tol vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken bekend dat tot en met den acht-en-twintigsten dezer maand Juni] tegen betaling van den vasttestellen prijs bij bun zoo veel de lokaliteit zulks zal toelaten Introductie-Kaarten Kunnen worden aan gevraagd en verkregen tot bijwoning van bet diner, dat op den eersten Julij aanstaande in de zaal der Sociëteit te Goes zal plaats hebben, bij gelegenheid der OPENING VAN DEN SPOORWEG BSRGEN-0P-200IWGOES. Goes', den 24 Junij 1868. Burgemeester en Wethouders voornoemd., M. P. BLAAUBEEN De Secretaris H. C. PILAAR. Beliendtua ving. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken bekend: dat op Woensdag den eersten Julij aanstaande, het eerste gedeelte van den aeeuwscben Spoorwegvan Croes—Mer- geii-op-Xooinaal geopend worden. Zij noodigen de ingezetenen beleefdelijk uit, om dién heugelijken dag luister te willen bijzetten, door het uitsteken van vlaggendes avonds door het ver lichten van hunne woningen, als anderzins Het afsteken van voetzoekers en het schieten met geweren pistolenkannonnetjes en dergelijke wordt op dien dag en avond verboden. Goes den 25 Junij 1868. Burgemeester en wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN, De secretaris, H. C. PILAAR. Het kleine clubje in de kamer, dat de taak op zich genomen heeft, om de verdeeldheid in de kamer en onder het volk optewekken en gaande te houden en tevens de regering te be- moeijelijken,. heeft zich in de laatste dagen we der duchtig geroerd. Ditmaal was het de heer de Casembroot, die de suiker-traktaten te baat nam, om den minister van koloniën te inter pelleren en het vuurtje aantestoken. Het onder werp was gewigtig genoeg maar het was te voren te berekenen, wat de minister antwoorden zou. De toeleg was natuurlijk om eenige belof ten of woorden uittelokken, waarover men be weging kan maken en artikelen schrijven, want bij de bekende relatie tusschen het Dagblad en het kleine clubje, mag men bet er voor houden, dat al die manoeuvres van het clubje Koorders c. s. voornamelijk moeten dienen, om de stof te leveren voor de hatelijke a tikelen in hun orgaan. Gelukkig zijn de n inisters verstandig genoeg, om zich niet te laten vangen en houden zij zich aan het natuurlijke antwoord dat zij de zaken onderzoeken zullen. In billijkheid kan men niet anders van hen verwachtenwant neemt men al aan, dat al die zakenwaarover men interpelleert, bij hen bekend zijn, ja zelfs dat zij daarover eene gevestigde opinie hebben, men zou eens hooreu wat aanmerkingen de te genwoordige oppositie bij de hand had, als het ministerie te haastig was, om zich op een en ander punt te ve. klaren en te binden. Intusschen valt het in het oog, boe men tot antwoorden en herhaling van antwoorden dringt, als vreesde men te laat te zullen komen en zeer begrijpelijk is de teleurstellingdie tot woede voertals een minister er zich beleefd op beroept, dat hij reeds gezegd beeft, wat men hem komt vragen. Er is naar bet ons voorkomtniet eene reden om lofliederen op het kabinet te zingendat welke goede verwachtingen bet ons inboezemt, onmogelijk nog daden verrigtcn kon, die daartoe aanleiding gevenmaar even onredelijk is het ook als men thans reeds aan het veroordeelen gaai/ en nog onredelijker, als men door allerlei plagerijen den tijd tot kandelen rooft en de straf voor verooideeling zoekt. Het blijkt nu dat de groote verdiensten van bet afgetreden kabinet in het oog zijner be wonderaars hierin bestond dat het eene collec tie was van redenaars en dat, naar hun begrip, s lands heil daarvan afhangtdat een minister zooals in der tijd de heer Heemskerktelkens en telkens weder het woord neemt en zeer lange redevoeringen houdt. Onze minder sprekende ministers hebben ten. minste nog aan geen enkel lid der kamer een antwoord gegevenzooals in den laatsten tijd door de vorige ministers aan de leden der ka mer die van de ministers durfden verschillen, ofschoon men erkennen moet dat het er wel op aangelegd wordtom de driften optewek ken en een ondoordacht woord door opgewon denheid uit te lokken. Het is dan ook de grootste grief, die men tegen het kabinet invoertals of het eene staatszaak warede ministers spreken zoo kort. Het Dagblad gebruikt al de bijvoeglijke naam woorden waarvan het gewoon was zich te bedienenals bet de redevoeringen der minis ters ten hemel verhief, om nu het clubje te versierenterwijl al de hatelijke kwalifica- tien die wij gewoon waren aan elk lid der oppositie te hooren geven nu voor de minis ters bestemd zijn. Wij bevelen daarom aan ieder de lezing van die belangrijke debatten en beoordeelingen i die tegen het kabinet gerigt zijn en twijfelen er niet aan, of ieder zal spoedig zien dat reeds detoon, die men voert, het kenmerk der grootste partijdigheid draagt. Maar dit is niet gemoedelijk en loyaal zooals men dat naar de protestation van het clubje en zijne handlangers kan eisehen. En wij gelooven dat de natie er beter mede ge diend isals men eerst de zaken zich liet ontwikkelen en dan zijn oordeel bepaalt, dan dat men nu reeds en zaken en personen of verheft of vernedert, waar men nog niet met grond oorcleelen kan. GOES, 25 Junij 1868. De eerste kamer is vergaderd geweest, de afdeelingen hebben zich geconstitueerd, bare voorzitters en ondervoorzitters gekozen en daar na zijn de ingekomen ontwerpen, door de af deelingen in overweging genomen. {Per telegraaf.) Algemeen heeft men in de afdee lingen der Eerste kamer gemeendzich te moeten ont houden van politieke beschouwingen. Eene breedvoe rige gedachtenwisseling zou onbillijk zijn jegens het pas opgetreden ministerie. In eene afdeel ing echter is het koloniaal beleid ter sprake gebragt en heeft men inlichtingen gevraagd omtrent de gezindheid der regering tot uitbreiding van de suikercultuur en de wijze van regeling van deze, de breideling van de drukpersenz., en in 't algemeen welke is de rigting op koloniaal gebied. Over de opheffing der depar tementen van eeredienst waren de gevoelens verdeeld. Het ontwerp tot bekrachtiging der overeenkomst met de maatschappij van exploitatie der staatsspoorwegen, onder het vorig miüisterie getroffenis door dit ka binet overgenomen. De schikkingen zijngrooter aandeel der maatschappij in de bruto-ontvangst door vermindering van het aandeel van het rijk en uitstel van de terugbetaling der geleende 214 millioen tot 1878. Het verlies voor bet rijkzou in de eerste jaren, 2 a, 2 Va ton jaarlijks zijn. Dit ontwerp wordt heden in de sectien der tweede kamer onderzocht. {Later berigt.) De eerste kamer heeft heden ver schillende kleinere ontwerpen aangenomen. Alleen de aanvullingswet op de middelen gaf eenige stof tot korte dicussie. De agenda voor de zomer-vergadering van de staten dezer provincie is aldus vastgesteld 1. Het verslag van gedeputeerde staten, om trent den toestand der provincie, over 1867. 2. Het onderzoek der geloofsbrieven van nieuw en herbenoemde leden. 3. Het koninklijk besluit van den 23 Novem ber 1867no. 51houdende magtiging aan de commissie uit de provinciale staten, tot onderzoek der stukken betreffende de grensscheiding tus schen Zuid-Holland en Zeelandom na de slui ting van de naj aars vergadering der staten hare werkzaamheden voort te zetten. 4. Hel koninklijk besluit van den 30 Novemb. 1867, no. 58, houdende goedkeuring van het be sluit der staten van den 7 te vorenno. 7, tot wijziging der begrooting van de enkel provinciale en huishoudelijke inkomsten en uitgaven, voor de dienst van 1868. 5. Eene missive van den minister van bin- nenlandsche zaken van den 11 December 1867, n 195, 5e afdeelinghoudende kennisgeving van Zijner Majesteits beschikking tot toepassing

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 1