GEMEENTE-RAAD te GOES,
OPENBARE VERPACHTING.
BINNENLANDSCHE BERIGTEN.
1868. No. 35.
D1NGSDAG 5 MEI.
558te Jaargang.
GOESSCHE COURANT.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en
Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen-
Prijs per kwartaal fr. p. p. ƒ1,90.
(sjr Gewone ndvertentlën worden a 15 et. de regel geplaatst.
Geboorte-, huweiyks- en doodberigten van 1-6 regels
a ƒ1,20, behalve het zegelregt.
De Inzending ran adterlenllfa kan geschieden tot róór drie uren des namiddags op den dag der utlgare.
OPENBARE VERGADERING
van den
ten raadhiiize aldaar,
OP WOENSDAG DEN 6 MEI 1868,
des namiddags ten 7 ure.
Punten van Behandeling
1. Mededeeling van ingekomen stukken.
2. Benoeming stembureau voor de verkiezing van leden
der Provinciale 'staten.
3. Bekrompenheid openbare school van de lste klasse.
4. Autorisatie tot invordering van erfpacht over 1867.
6. Verzoek M. Meijler gebruik van gemeente grond.
6. Idem kamer van koophandel te Zierikzee om ad-
haesie op haar adres betrekkelijk aansluiting aan
den Zeeuwschm spoorweg.
7. Rekening der vereeniging van werklieden over 1867.
8. Verordemng op de veemarkten.
9. Wijziging brandreglement.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
zullen op Zaturdag den 23 Mei 1868, des namiddags
ten een ure ten raadhuize aldaarpubliek en aan
de meestbiedenden trachten te verpachten
1". Het ophalen van den HAARI>ASCI1 en
het VUILNIS binnen deze gemeente
2'. Het NACHTWERK of het ruimen der
privaten binnen dezelve
beide gedurende den tijd van zeven jaren, in
gaande den eersten Julij 1868 en zullende eindigen
den laatsten Junij 1800 vijf en zeventig.
De voorwaarden volgens welke beide verpachtingen
zullen geschieden, liggen van heden af tot den dag der
verpachting ter lezing op de secretarie dezer gemeente.
Gedaan te Goes, den 2 Mei 1868.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De secretaris
H. C. PILAAR.
Be l5.eucimal5.lns.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
Gezien de circulaire van den heer Commissaris des
Konings in deze provincie van den 24s'en April 1868,
A No. 4212 4de afdeeling, (Provinciaal blad no. 44.)
Herinneren bij deze de belanghebbendenaan de
bepalingen, vervat in de wet van den 8 November 1815,
(Staatsblad no. 51,) art. 125 der provinciale en art.
221 der gemeente-wet, volgens welke alle
Vorderingen ten latte van den staat,
de provincie en de gemeente,
binnen zes maanden, volgende op het jaar waarover
dezelve loopen zullen moeten worden ingediend, bij
zoodanige administratien of ambtenaren welke de or
ders tot het doen van leverantien of anderzins gege
ven hebben, op poene van te worden gehouden voor
verjaard en vernietigd; wordende mitsdien een ieder
uitgenoodigd, om de pretentie welke hij ten laste van
het rijk, de provincie of de gemeente, over 1867
mogt hebben, zoo spoedig mogelijk in te dienen, en
daatoe den uitersten termijn, bij de wet vastgesteld,
zijnde den laatsten Junij aanstaande, niet af te wachten
En zal deze op de gebruikelijke wijze worden af
gekondigd, aangeplakt en in de Goessche Courant ge
plaatst.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 2 Mei 1868.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
H. C. PILAAR.
Boliencl malxins.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES,
brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden
in deze gemeente, dat de blanco verzoek-billetten
om acten en vergunningen voor de J €t T en
VISSCHURIJ, vermeld in art. 5 der wet
van den 13 Junij 1857 (staatsblad n». 87van
heden af, op de gemeente-secretarie, kosteloos verkrijg
baar zullen zijn en dat die verzoekschriften behoorlijk
ingevuld en onderteekend in den loop dezer maand
moeten worden ingediend bij den burgemeesterter
opzending aan den heer commissaris des konings in
deze provincie.
Gedaan ten raadhuize van Goes, den 2 Mei 1868.
Burgemeester en wethouders voornoemd
M. P. BLAAUBEEN.
De secretaris
H. C. PILAAR.
Toen, in de vorige week, de mare verbreid
werd, dat vijf leden der eerste kamer eene bij
eenkomst van dit staatsligchaam hadden ge
vraagd vleiden er velen zichdat bet eene
poging der behoudsmannen zoude zijnom de
minderheid der tweede kamer in bescherming
te nemen en een goed woord te doen voor
het eindelijk, bij gebrek aan levenskracht, be
zweken ministerie.
Het ministerieel orgaan vertrouwde echter
de zaak niet, of beter gezegd, zonder regt-
streeks iets te kunnen verzekeren wist of ver
moedde het, dat de wind uit eene andere streek
opstak. Het zocht dus aanstonds de beteeke-
nis der zaak te verkleinen en beweerde, dat
minstens de poging te laat kwam. Het wilde
zich onthouden, om later de geheele zaak af
tekeuren en sprak er dus over, zooals men over
iets spreekt, dat men liever niet zag, maar
nog niet afkeuren durft.
Thans schijnt hetdat zij wel gezien heb
ben, die in het verzoek der vijf eerste kamer
leden, uit onderscheidene provinciën, den wensch
lazenomzoo mogelijkeene derde ontbin
ding te voorkomen. Men verzekert althans
dat het plan zou zijn om de kamer voorte-
stellen, een adres aan den koning te rigten,
waarin, vooral met het oog op de stemming
in de noordelijke provinciën, verzocht wordt,
niet tot dien uitersten maatregel overtegaan.
Zoo lang wij niet volkomen op de hoogte
zijn, zou het dwaasheid wezen, om eenig oor
deel te vellen. Ook de kwestie van al of niet
tijdigheid, kan eerst worden beslist, als men
weten zalwaarom die vijf leden eene ver
gadering hebben verlangd.
Intusschen mag er wel op gewezen worden
dat, wanneer blijkt, dat het te doen voorstel,
niet in de rigting van het stervend kabinet
isdaarop hevig zal worden gesmaald en eene
handeling, die anders als model van vaderlands
liefde zou verheven zijnnu voor een uitwerk
sel van blinde partyzucht zal uitgekreten worden.
Wij verblijden ons, dat de eerste kamer een
teeken van leven geeft. En wij zouden ons
nog meer verblijdenwanneer de eerste kamer
besloot, om, in strijd met prof. Vreededie
de vaan van het oproer hoog opheft en eene
derde ontbinding verlangteene poging te doen
om te voorkomen, wat zeker niet in 'svolks
belang zoude zijn.
Opmerkelijk is het, dat juist die hardschreeu-
wende voorstanders van het koningschapeene
ongeoorloofde pressie willen uitoefenen en den
koning dwingen, om in hun zin te beslissen j
dat zij het zijn die eenen maatregel aanraden,,
waarvoor menig vriend van het ministerie
Heemskerk terug deinsde.
Wij willen dat voorbeeld niet volgen em
wachten liever bescheidenzoowel wat de eerste
kamer zal voorslaanals wat de koning zal
beslissen. En wij vertrouwen dat de eerste
kamer wijzer zal zijn, dan de oorlogzuchtige
prof. Vreede en niet, door lof aan het mi
nisterie toetezwaaijeneene oorlogsverklarings
zal doen aan de meerderheid der tweede kamer.
Een door partijzucht verblind en door teleur
stelling gramstorig hoogleeraar moge zulke
wenschen slaken, de kamer, wel eens de grij
ze kamer genoemd, zal, vertrouwen wij, too-
nen, dat zij meer bezadigheid, meer overleg,
meer kennis van het volk, meer vaderlands
liefde bezit.
GOES, 4 Mei 1868.
Onder de geruchten, omtrent den vermoede-
lijken afloop der ministerieele crisis, behoort
ookdat het geheele ministerie Heemskerk zal
aftreden en vervangen zal worden door een
ministerie van Tets van Goudriaan, (binnen-
landsche zaken), van Voorthuizen(finantien).
Sommigen voegen daarbij, dat het ministerie
van buitenlandsche zaken aan den baron W. van
Golstein zou worden opgedragen.
Een telegram zoo even ontvangen, bevestigt dit be-
rigt in zooverre, dat de beer van Voorthuizen naar
's Hage ontboden is, Zondag daar heeft vertoefden
naar Utrecht is teruggekeerdom spoedig weder naar,
de residentie te komen.
De vijf leden, die de oproeping der eerste
kamer verzocht hebben, zijn de hh. Cremers,
van Eysingavan Swinderen, Nobel en Hein.
Naar wij vernemen beeft de kiesvereeniging
Aan allen regtbier ter stedede kandidatuur
voor het lidmaatschap dei; provinciale staten
aangeboden, aan den heer G. J. van den Bosch
burgemeester der gemeente Kattendijke te Wil-
helminadorp, maar heeft deze voor die kandi
datuur bedankt, onder anderen op gronddat
het naar zijn gevoelen minder wenschelijk is,
dat burgemeesters in de vergadering der pro
vinciale staten zitting nemen.