1868, No. 31. DINtrSDAtr 31 APRIL. 55,te Jaargang. BINNENLANDSCHE BERIGTEiM. GOESStM GOIIBAIVT. De uitgave dexer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Pr{|8 per kwartaal 1,93. fr. p. p. ƒ1,9». «SsS^sIjJl Gewone adrerteutlSu worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-0 regels a ƒ1,SO, behalve het zegelregt. De inzending ran advertentiën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave M3o lv.eii(Amal5.ins. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GOES, brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen dezer gemeente: Dat de PATENTEN over het dienstjaar 1867 (loo- pende van 1 Mei 1867 tot ultimo April 1868), aan gevraagd gedurende het derde kwartaal van dat jaar, ingevuld gereed liggen en tot derzelver afgifte, ter secretarie zal gevaceerd worden, van heden tot 4 Mei, uitgenomen des Zondags, dagelijks van des voormid dags negen tot des namiddags twee ure. Wordende de belanghebbenden vermaand, om die afhaling in persoon te verrigten en zich den bepaalden tijd ten nutte te maken ten einde van alle kosten be vrijd te blijven, vermits, volgens art. 2 van Zijner Majesteits besluit van den 17 October 1820, de on afgehaalde patenten of de afschriften van dezelve, door eenen deurwaarder der directe belastingen, onverwijld aan de patentpligtigen moeten worden uitgereikt, tegen betaling van tien cent; waartoe dan ook den 5 Mei en volgende dagen zal worden overgegaan. Gedaan ten raadhuize van Goes, den 18 April 1868. Burgemeester en wethouders voornoemd, G. H. KAKEBEEKE, Weth. I. B De Secretaris, H. C. PILAAR. De president van de Eerste Kamer heeftin zijne openingsrede, den wensch uitgedrukt, dat de spanning moge ophouden tussehen de rege ring en een deel der volksvertegenwoording. Er is zeker niemand in het land, die niet instemt met dien wenschmaar men verschilt nog al in opvatting omtrent de wijze, waarop die wensch tot vervulling komen moet. Hoe de geachte spreker zijn wensch liefst vervuld zag, mogen wij niet bepalen, maar wij betreuren hetdat eene zoodanige wensch, op die plaats en door zulk een hooggeplaatst per soon geuit wordtzonder nadere verklaring omtrent de mogelijkheid om dien te zien ver vullen. Wantal aanstonds heeft het ministerieele leger zich van den wensch meester gemaakt om ons toeteroepenziet eens, hoe allen ver langen dat de meerderheid der tweede kamer het hoofd buige onder den ministerieelen SGepter." Of de president der eerste kamer dat bedoeld heeft, zeiden wij, niet te willen beslissen, maar zeker is hetdat hij het niet gezegd heeft en dat men van zijne woorden misbruik maakt, om partij-bedoelingen te bereiken. Dagelijks blijkt het meer, dat men de meer derheid der tweede kamer verdacht maken wil, dat men een groot getal zoekt om tegen de meerderheid op te wegen, dat men de zelfstan dige volksvertegenwoordigers dwingen wil, om hunne overtuiging prijs te geventen einde eene spanning te doen ophouden die door de regering zelve in het leven geroepen werd. En het middel, dat men daartoe bezigt, waarin bestaat het? *In het opsommen van namen waaraan wij veel gewigt willen hechten, maar die toch voor geen denkend burger het bewijs kunnen zijndat zijdie ze dragen, uitsluitend in het bezit der waarheid zijn. Men zou nog vele redevoeringen kunnen aan halen, waarin A. of B. hunne gevoelens verkozen te uiten, maar al spraken ze ook, ronder en duidelijker dan de president der eerste kamer, hunne meening uitdan zou dat nog geen re den kunnen zijn, om daarin te kunnen berusten, enkel omdat zij het zeiden. 't Is de rigting, de taktiek van de regerings partij wij weten het, wij zeggen het en dus.... 'tkan niet anders wezen." De spanning moet ophouden door toenade ring van de meerderheid der tweede kanier. Die beslissende uitspraak wordt dag aan dag weder opgediseht, omdat men wel weet, dat die toenadering van^ zelfstandige mannen niet te verwachten is en nu wordt in tijds de grond bereid om het meerendeel der volksvertegen woordigers te kunnen veroordeelen, zoodra blij ken zaldat zij niet napraten wat men hun voor zegt, maar door eigen oogen zien. Wij willen voor een oogenblik aannemen dat er velen zijn die zulk eene uitkomst wen- schen maar men is oneerlijk genoeg om te verzwijgen, dat dit eene eenzijdige beschouwing iswaartegen eene andere overstaat, die min stens ook verdient overwogen te worden. Het ware de natiealthans dat gedeelte, dat gewoon is anderen te volgen, betere dienst ge daan wanneer men bij haar het vertrouwen versterkte in de vertegenwoordigers in plaats van dat dagelijks te ondermijnen. Het zou meer vaderlandslievend zijn, wanneer men de gemoe deren wat minder beroerde, door ze in verden king te brengen, die van hun standpunt even zóó wel het algemeen belang bevorderen als zij, die dit zoeken door aan den leiband der re gering te gaan. Wij moeten het volk niet op een dwaalspoor brengen, door het voor eigen meening te win nen maar liever bij allen het nadenken op wekken eene onpartijdige kalme beoordeeling helpen uitbrengen opdat men wete wie ons het best dienen, of eene regering, die zich op dringt aan die haar niet willen, of zij, die een herhaalden verkiezingsstrijd met al zijne treu rige gevolgen willen uitlokken, of zij, die het met daden tconen, dat zij zaken boven personen stellen en die geene namen in het spel brengen, dan waar deze van de zaken onafscheidelijk zijn. GOES20 April 1868. De eerste kamer heeft Vrijdag eene zitting ge houden, waarin eenige wetsontwerpen aange nomen zijn en omtrent eenige verzoekschriften door de commissie rapport werd uitgebragt. Naar wij vernemen, houdt de afdeeling van den raad van state, belast met het onderzoek van het wets-ontwerp tot wijziging der wet op het lager onderwijs, zich steeds ijverig met die taak bezig en heeft zij reeds conferentiën te dier zake met het departement van binnenland- sche zaken gehad. Gisteren werd hier een zeldzaam feest ge vierd. Eene inwoonster onzer gemeente sedert eenige jaren eerst hier gevestigdvierde haren 100ste geboortedag. Op verschillende wijze werd de deelneming in dit feest betoond, door sere nade vlaggen enz. Lokte de bijzonderheid van het feest menigeen uit, om van zijne belang stelling te doen blijken, van onderscheidene zijden werden de beste wenschen geuit voor de grijze feestvierende. Volgens de Utrechtsche Courant zijn van on derscheidene kanten verklaringen van adhaesie aan de petitiedie geene petitie isvan den heer Vreecleingekomen. Daaronder worden ook genoemd al de leden van de arr. regtbank te Goes met uitzondering van den substituut griffier. Op 16 dezer heeft te Amsterdam in hetPa leis voor volksvlijt," de plegtigheid plaats gehad der uitreiking van medailles en eervolle vermel dingen, op de wereldtentoonstelling van 1867 te Parijs door Nederlandsche inzenders verworven. Z. K. H. de prins van Oranje en al de ministers waren tegenwoordig. Nadat de bijeenkomst geopend was door den minister van binnenl. zaken, werd verslag uitgebragt door den heer J. W. L. van Oordt, voorzitter der ned. hoofd commissie voor de tentoonstelling. Z. K. H. de prins van Oranje noodigde vervolgens de be kroonden uit, om op de daartoe bestemdetri bune plaats te nemen, aan wie Z. K. H. de me dailles enz. deed uitreiken. De plegtigheid werd besloten met eene toe spraak van den minister van binnenl. zaken en gevolg van een feestdiner, door de bekroonde exposanten aan den prins en de hooge autoritei ten aangeboden. Te Hoorn en te Meppel zijn weer valsche halve guldens en 25-centsstukken in beslag genomen. Eenige houders van oostenrijksche fondsen hebben een adres aan den oostenrijkschen ge zant gerigt, waarin zij, op den voorgrond stel lende dat het amsterdamsche beurs-comité zich niet op een onpartijdig standpunt geplaatst heeft en niet geacht kan worden de nederlandsche houders te vertegenwoordigen, verklaren: dat, indien het bij verhooging van lasten volstrekt onmogelijk blijkt, om aan de verpligtingen te voldoeneene billijke schikking dient voorge steld te worden, die niet slechts tijdelijk maar voor goed verbetering aanbrengt; en dat, indien zulks ter goeder trouw geschiedt, zoodat de ver mindering van rente tot het hoog noodzakelijke beperkt wordt, de schuldeischers zich behooren te onderwerpen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 1