1868, iVo. 39. VRIJDAG 10 APRIL. 55*" Jaargang. GEMEENTE-RAAD te GOES, A V^^TT A* 42»» GOESSCHE COURANT. De uitgave dezer Courant geschiedt Haandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Frjjt per kwartaal 1,35. fr. p. p. /i,9Ct. Gewone advertentiSn worden a 16 cl. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberigten van 1-6 regels f l,SO behalve het zegelregt. De Inzending ran adrertenttën kan geschieden tot vóór drie uren des namiddags og den dag der uitgave- OPENBARE VERGADERING VAN DEN TEN RAADHUIZE ALDAAR OP WOENSDAG DEN 15 AFRIL 1868, DES NAMIDDAGS TEN 7 URE. Punten van Behandeling 1 Mfdedeeling van ingekomen stukken. 2 Rekening van het fonds van kazernering 1867. 3 Idem van de fondsen der voormalige gilden. 4 Idem 1867 begrooting voor 1869 van de openbare gezondheids commissie. 5 Als boven, van de gemefnte apotheek. 6 Verzoek Mej. L. J. Hardenberg om ontslag als hoofd-onderwijzeres aan de armen bewaarschool. 7 Staat van voordragt ter hirer vervanging. 8 Vereffening der administratie van het Gasthuis over 1867. 9 Verzoek van Jun Koens Hz. om grond tot erfpacht. 10 Idem der schoolcommissie om te voorzien in de bekrompenheid van bet schoollocaal van de lste klasse voor lager onderwijs. 11 Bezwarende!' gezondheids commissie tegen dat lokaal. 12 Af- en overschrijving op de gemeente-begrooting over 1867. 13 Maken van een toegangsweg naar het spoorweg station. 14 Verzoeken om kwijtschelding van hoofdelijken om slag en belasting op de honden over 1867 15 Benoeming commissie voor het opmaken van het kohier van den hoofdelijken omslag. Hoe de ministerieele pers waarheid en on partijdigheid lief heeft! »De verschillende radikale bladen, zoo schrijft het orgaan blijven het vuur der tweedragt aan blazen en de opgewondenheid van den verder- felijken partijhartstogt met onverflaauwde hef tigheid prikkelen." Die onpartijdige uitspraak vinden wij te midden van eene verzameling van uittreksels uit allerlei bladen en blaadjes, waarmede men bewijzen wil, dat de ministerieele aanbidders alleen de waarheid bezittenhet heil des lands bevorderenvoor regt en billijkheid waken waarmede men alle niet ministerieelen op de grofste wijze in het aangezigt slaat en de twee dragt op de jammerlijkste wijze zoekt aan- teblazen. De geschiedenis is daarom te bewijzen van welke zijde de partijhartstogt het meest ge prikkeld wordt. De liberalen zeggen rustig hun gevoelen en bemoeijen zich dan alleen met personenwan neer door dezen de handschoen toegeworpen wordt en sprpken pligt is. Zij erkennen het goede waar zij het vinden. De beer van de Putte en anderen steunden, bijv. den minister van koloniën, waar hij, naar hunne overtuiging, de zaak aan het' regte einde aanvatte. Dat doen de ministerieelen niet. Nooit Men leze de kamer overzigten in het orgaan. Nooit wordt de naam van een liberaal lid ge noemd of er wordt eene of andere hatelijkheid bijgevoegd; hunne redevoeringen hebben niets te beduiden, zijn door booze bedoelingen in gegeven ook waar zij ontwijfelbare waarheid sprekenmoet er tegen hunne woorden ge waarschuwd worden. En daarentegen. Geen lid der ministerieele partij opent den mond, of alles is even dege lijk, overtuigend, vaderlandslievend. De mi nisters en hunne vrienden zijn allen even wel sprekend en het is vermakelijk de lijst van vleijende bijvoegelijke naamwoorden nategaan, die het orgaan er op nahoudtom zelfs den onbcduidensten redenaar der partij te verhef fen, al spreekt hij buiten de orde, al haalt hij zich eene ministerieele kastijding op den halsal redeneert hij sdoor dik en dun" heen. Zou dat strekken om de hartstogten te be daren om te concilieeren? Maar er is meer. Wie voeden de partij zucht meerdan zijdie steeds de bedoelin gen van anderen verdenken, hunne woorden in verkeerd licht plaatsen en zonder van eenige tegenspraak te willen hooren, hunne wijsheid voor onfeilbaar willen doen doorgaan? Dat doen de ministerieelen, die door hun orgaan eiken tegenstander laten belasteren, op de lafste wijze de uitnemendsten in het land beleedigen en zich verlagenom, tot in het bespottelijke, aan all'S een verkeerden uitleg te geven. Men denke aan al de gevolgtrek kingen die er werden afgeleid uit de bijzon derheid dat er een lid wat lat^r dan anderen in de kamer kwam. De geheele klagt over het geharrewarover het niet afdoen van zaken over de bitterheid die hier en daar wordt waargenomen zou op houden. als het orgaan niet lasterdescholdt en steeds het vuur aanblies, door eene gren- zenlooze partijdigheid. Laat ons de zaken ieder van ons standpunt bezien en beoordeelenmaar men tergemen schandvlekke men hekele niet. Wat men daaromtrent de radicale pers, zoo genaamd, te laste legt, is niets anders dan een uitvloeisel, van blinde partijzucht, die door dat raiddel het onhoudbare wil aanprijzen, anderen beschuldigt van eigen kwaad. Zijn niet verreweg de meeste dagbladarti- kelen, die men hiftig r.oemen kan, in het Dagblad zeiven en worden anderen daardoor niet tot opgewondenheid uitgedaagd? De ministerieele partij leere eerst zich zel ve bezitten eer zij anderen beschuldigt van het aa.jblazen van tweedragtsvuurof zal een Dagblad lezer ontkennen dat daarin altijd degroo- ste opgewondenheid spreekt? BIIMIMENLANDSCHE BERICTEN. GOES, 9 April 1868. De minister van binnenlandsche zaken heeft den 24sten maart 1863 aan de commissarissen des konings in de provinciën de volgende cir culaire gerigt Dij de jongste verkiezingen voor de tweede kamer der staten-generaal is, niet overal be hoorlijk uitvoering gegeven aan art. 53 der kieswet, ingevolge welke bepalingen de stem bus van het onderkiesdistrictonmiddellijk na de onderteekening van het proces-verbaal der stemmingnaar den voorzitter van het stem bureau in de hoofdplaats van het hoofdkies district overgebragt moet worden. Het bleek zelfs in vele gemeenten gewoonte te zijn dat de jongste stemopnemer eerst den dag na de inlevering der stembriefjes op reis gaat. Het gevolg van deze informaliteit is bij de laatste verkiezingen geweest, dat in verscheidene hoofdkiesdistrrcten de bussen van sommige on der-kiesdistricten te laat ter plaatse aankwamen. Ik verzoek u Hoog-Edel Gestrenge de gemeen tebesturen in uwe provincie van mijnentwege aai] te schrijven, dat zij voortaan voor de stip te nakoming van art. 53 zorgenten einde te 1 ite overbrenging van stembussen geene oorzaak zijdat de uitslag der verkiezing on zeker worde. Omtrent de plegtige uitreiking, der door de Nederlandsche nijverheid kunst en landbouw ter wereldtentoonstelling van 1867 behaalde onderscheidingen, op Donderdag 16 April e. k. in het paleis van volksvlijt te Amsterdam deelt de N. I. mede, dat hoewel het programma dier plegtigheid nog niet is vastgesteldhet zich nogthans laat aanziendat het weinig zal verschillen van de wijze, waarop de uitreiking dezer onderscheidingen te Brussel heeft plaats gehad. De mogelijkheid bestaat voorzeker, dat H. H. M. M. de Koning en Koningin, 'die zich in die dagen juist in de hoofdstad zullen bevindeneven als in Belgie het geval is ge weest, dgor hunne tegenwoordigheid aan het feest zijn schoonsten luister zullen bijzetten. Na afloop der plegtigheid zai aan ZKH. den Prins-eerevoorzitter, aan zijne excellentie den heer minister van binnenl. zaken en een aan tal andere hooge autoriteiten door de bekroon den in het daartoe zoo uitnemend geschikte Amstel-hóteleen banket worden aangeboden. Door het ministerie van fiuantiën worden de afzenders van brievenbestemd naar Oost- of West-lndië, en met den meesten aandrang, verzocht hunne brieven niet met lakmaar met een ouwel met gom of ander dergelij ke aan de binnenzijde der omslagen zich be vindende kleefstof te sluiten. Het verzuimen van deze in het algemeen belang noodzake lijke voo. zorg belet dikwijls de onbeschadigde overkomst niet alleen van de brieven welke het betreft, maar ook van andere brieven die daarmede in het warme klimaat in aanraking komen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 1