1868. No. 23. Ü1NGSDAG 17 MAART. 55ste Jaargang. BINNENLANDSCHE BEREGTEhS. fX. I liOESSIliE <01 RAM. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag en Donderdag avond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal 1,75. fr. p. p. ƒ1,90. Gewone advertentiFu worden a 15 et. de regel geplaatst. Geboorte-, huwelijks- en doodberlgten van 1-0 regels a ƒ1,30, behalve het zegelregt. Ve Inzending run adverientifn kan geschieden iot vóór drie uren des namiddags op den dag der uitgave. Bij dit no. behoort een bijvoegsel houdende verschillende bekendmakingen van het Gemeente bestuur alhier. De ministerieele mannen verheugen zich over den aanwinst, dien zij, door de verkiezing te Haarlem, gedaan hebben en zien reeds in hunne verbeelding, de triomfen die zij behalen zullen, gerugsteund door zulk een strijder. Koor der s door Salvador dringend aanbevolen! Ziet daar genoeg gezegd, om deze geheele verkiezing en de edelen die haar bevorderden te karakterise ren. Het Haarlemsehe district schijntmet uitzondering van de Zaanstreek, van geestver wanten en gelijkslachtigen als Koorders en Sal vador over te vloeijen en het vaderland, dat de geschiedenis en beteekenis dezer namen kent, behoeft dus niet te vragen, welke geest in Haar lem voorzit. Een lid der kamer heeft wel dezer dagen beweerd dat de gekozenen niet altijd den geest der kiezers uitdrukken maar men mag toch wel aannemen, dat zij de tolken zul len zijn van hen, door wie zij zoo ernstig werden aanbevolen. Wij wenschen de Haarlemsehe aan- bevelers en verdere kiezers geluk met de kwa lificatie, die zij zich door hunne keuze gegeven hebben en gelooven dat de liberale partij er trotsch op wezen mag, dat zij noch zulke keu zen deed, noch zulke middelen aanwendde, om in hare keuzen te slagen. De tijd zal wel leeren wat de brommende advertentien in de Haarlemmer ons bezorgd hebben en zullen gaarne medewerken, om de verdiensten te doen uitkomen van den Haarlem- schen vertegenwoordigerwaardoor zeker velen opgewekt zullen worden, om, bij nieuwe verkie zingen. met Salvador en Haarlemsehe consorten in overleg te tredenwien zij hun mandaat moeten toevertrouwen. In verband daarmede is het echter jammer, dat de Haarlemsehe aristocraten, die zoo lieflijk met Salvador zamenwerkten zich steeds met hunne advertentien van hem afzonderden, alsof zij van elkander niet weten wilden. Bij zooveel sympathie is zoo geprononceerde afscheiding noch edel, noch consequent en ontstaat het vermoeden van nevenbedoelingen, die wel eenig- zins het vertrouwen ondermijnen, dat men an ders in deze raadgevers stellen zou. Intusschen meenen wij, dat de verkiezing op nieuw leeren zaldat wat men eene nederlaag noemtwel eens eene zegepraal kon worden. Van Nierop heeft moeten wijken voor Koorders. Indien nu maar blijkt dat Koorders hoog boven van Nierop staat en verdiende de uitverkorene te zijn. Bij al den eerbied dien wij voor de talenten van den heer Koorderswier ontwikkeling ons nu wacht, hebben, zou het toch ook mogelijk zijn, dat de aanwinst later bleek niet zoo groot te zijn en dat de waarheid aan het licht kwam van een en ander, dat tegen de Haarlemsehe verkiezing werd ingebragt. Aan welke zijde zal dan de nederlaag zijn? Aan die der liberalen, die de keuze tegenwerkten van eenen man, die van het eene uiterste tot het andere over ging, of aan die der vereenigde conservatieven, anti revolutionairen christelijk-historischen enz. enz., die zich in de armen wierpen van den man, van wien zij het bewijs nog niet leveren kon den dat hij consequent in al die rigtingen medegaat. Overigens zal de aanwinst der ministerieelen hunne tegenpartij weinig schaden. Bij zoo be sliste meerderheid, in de kamer, deert het weinig, als één spreker meer zich op den voorgrond komt stellen onder de kabinetsvrienden. Men kan den heer Koorders rustig afwachten en aan den tijd overlaten' om té'beslissen, of die gehate radikalen in dezen zoo vijandig zijn geweest aan het lands belang, dan wel of de Haarlemmers werkelijk door hunne keuze dat bevorderd hebben. GOES, 16 Maart 1868. Zaturdag heeft de tweede kamer eene zitting gehouden, waarin het nieuw benoemde lid dhr. Koordersna onderzoek zijner geloofsbrieven en beëediging door den voorzitter, zitting heeft ge nomen. Het eindverslag over het wets-ontwerp tot vaststelling der Indische hegrooting is ge reed en de dag der behandeling van die wetten zal nader bepaald worden. Vervolgens zijn, door den minister van buitenlandsche zaken, de stuk ken betrekkelijk het buitenlandsch beleid over gelegd, die onlangs waren toegezegd. De voor zitter stelde voor die in handen te stellen van eene commissie van vijf leden. De vergade ring zich daarmede vereenigende benoemde achtereenvolgend, met meerderheid van stem men, tot leden dier commissie, de heeren Thor- becke I. K. van GoltsteinRochussen, van der Maesen en Heemskerk Bz. Daarna is de ver gadering gescheiden. De commissie heeft dien dag reeds eene lang durige bijeenkomst gehouden. Haar rapport wordt spoedig verwacht en over de conclusie zal onverwijld worden beraadslaagd. De examens ter verkrijging van acten van bekwaamheid voor het middelbaar onderwijs, voor het jaar 1868, zullen worden afgenomen in den loop der maand Mei a. s. De staten van de voornaamste in- uit- en doorgevoerde handelsartikelengedurende de maand Januarijzijn ons van het ministerie van finantien toegezonden en zijn ter beschik king van belanghebbenden aan ons bureau. De gouverneur der militaire akademie, de kolonel Schonstedt, heeft, naar men ons meldt, zijn pensioen aangevraagd. De taak schijnt hem te zwaaren verstandiger dan de minis ters, die zich als wanhopenden vastklemmen aan hunne zetelslegt hij tijdig die betrekking nederwaarvoor hij niet berekend blijkt te zijn. Men moet intusschen billijk wezen. De minis ter van oorlog had voor de betrekking van gouverneur der akademie eene betere keuze kun nen doenmaar het schijnt buiten kijf datop wien de keuze ook gevallen ware, de gekozene geen eer kon inleggen bij deze ondankbare taak, om eene inrigting' in 't leven te houden, waar van de grondslagen door en door vicieus zijn. Zoolang men niet den weg volgt door de com missie aangegeven; zoolang men niet de aka demie tijdelijk opheft en dan op geheel nieuwe grondslagen vestigtban er van die inrigting niets te regt komen en zal elk gouverneur zijne reputatie daarbij verspelen. Intusschen zijn de oudevicieuse grondslagen ook bij de wet op het hooger onderwijsbehouden en van dezen minister van oorlog schijnt dus in dit opzigt niets te hopen. Naar men verneemt, heeft de commissie tot oprigting van het nationaal monument voor 1813 reeds twee malen pogingen aangewend om aan Nederlandsche beeldhouwers de uit voering op te dragen van de zeer gecompliceerde bas-reliefs op het voetstuk van gezegd monu ment, voorstellende de aankomst van den prins van Oranje te Scheveningen. en aan de andere zijde: het ontrollen van de Oranjevaan te 'sGra- venhage. De heer Lacomblé zoowel als de heer Stracké, van Arnhem, hebben achtereenvolgens geweigerd die opdragt te aanvaardenomdat zij blijkbaar ongenegen zijn, daar waar door de commissie, met voorbijgang van den be kroonden Nederlandscben ontwerper, aan vreem delingen het hoofdwerk wordt opgedragen, zich nu te belasten met de vervaardiging van som mige onderdeelen. (N. R. C.) Onze berigtgever was juist ingelicht, toen hij, in ons vorig nummer, mededeelde, dat Mev. de wed. Storm van der Chijshier eene spreek beurt vervullen zou. Het bleek uit de bijzon dere opkomst, dat het publiek zulks met be langstelling vernomen had en gaarne gebruik wilde maken van de gelegenheid, om kennis te maken met de vrouw, die reeds tot in het buitenland zich een naam verwierf, door hare onvermoeide en belanglooze pogingenom het lot der vrouw te verbeteren, door haar de hand te bieden tot uitbreiding van haren werkkring en door de vooroordeelen te bestrijden, die daartegen bij zoovelen bestaan en die men, ten nadeele van de groote belangen der mensch- heid, nog altijd laat gelden. Wij meenen met grond te kunnen zeggen, dat de talrijke schare niet alleen met hooge belangstelling de spreekster volgde, maar dat zij bij velen de overtuiging versterktehoe noo- dig'het is, dat er ernstig gedacht worde, om in eene behoefte te voorziendie zich dage lijks doet gevoelen. Mogt er iemand geweest zijndie nog hechtte aan de dwaze opvatting, dat hier sprake was van eene emancipatie der vrouwzoo als noch het eene noch het an-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1868 | | pagina 1